Opnames maken met externe Speedlites
EL/EX-serie Speedlites voor EOS-camera's
De camera ondersteunt flitsfotografie met alle functies van de Speedlites
uit de EL/EX-serie (apart verkrijgbaar).
Raadpleeg de instructiehandleiding van de Speedlite uit de EL/EX-serie
voor gedetailleerde instructies.
Canon Speedlites die niet tot de EL/EX-serie behoren
Wanneer Speedlites uit de EZ-, E-, EG-, ML- en TL-serie worden
z
ingesteld op de automatische A-TTL- of TTL-flitsmodus, werkt de
flitser alleen op volledig vermogen.
Stel de opnamemodus van de camera in op < a > of < f > en pas de
diafragmawaarde aan voordat u de opname maakt.
Als u een Speedlite gebruikt die over een modus voor handmatig flitsen
z
beschikt, maakt u de opname in de modus voor handmatig flitsen.
Niet-Canon-flitsers
Synchronisatiesnelheid
De camera kan synchroniseren met compacte niet-Canon-flitsers bij
maximaal 1/250 sec. Met grote studioflitsers is de flitsduur langer dan die
van een compacte flitser en afhankelijk van het model. Controleer vóór het
maken van opnames of flitssynchronisatie goed is uitgevoerd. Hiervoor
maakt u een testopname bij een synchronisatiesnelheid van circa 1/60
seconde en 1/30 seconde.
Klap de interne flitser in voordat u een externe Speedlite aansluit.
o
Wanneer u een externe Speedlite gebruikt in Live View-opnames, stelt
o
u [ z : Sluitermodus] in op een andere optie dan [Elektronisch] ( = 243).
De camera werkt mogelijk niet goed als deze wordt gebruikt in combinatie met
o
een flitseenheid of flitsaccessoire van een ander merk.
Plaats geen hogespanningsflitser op de flitsschoen van de camera. Deze
o
werkt dan mogelijk niet.
179