Zorg bij het gebruik van draadloze communicatiefuncties voor adequate beveiliging, naar uw eigen inzicht en op uw eigen risico. Canon is niet aansprakelijk voor eventueel verlies of schade als gevolg van...
Pagina 3
‘smartphone’ verwezen naar smartphones en tablets. (2) z Beelden naar een andere camera verzenden (pag. 59) Sluit deze camera en andere Canon-camera’s met ingebouwde draadloze communicatiefuncties via Wi-Fi aan en breng beelden over van de ene naar de andere camera.
Inleiding Wi-Fi-verbinding met de Bluetooth -functie Deze camera kan eenvoudig via Wi-Fi worden verbonden met een smartphone die de Bluetooth laagvermogen-technologie* ondersteunt. Zie pagina 18 voor meer informatie. * Hierna “Bluetooth” genoemd. Wi-Fi-verbinding met de NFC-functie Deze camera biedt ondersteuning voor NFC (Near Field Communication), waardoor u makkelijk een Wi-Fi-verbinding tot stand kunt brengen tussen de camera en een smartphone of Connect Station (afzonderlijk verkrijgbaar).
Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt In deze handleiding verwijst de term ‘access point’ naar Wireless LAN-routers enz. die een Wi-Fi-verbinding doorgeven. Bij de camera is geen interfacekabel geleverd. Pictogrammen in deze handleiding <6> : Het hoofdinstelwiel. <5>...
De indeling van deze handleiding Deze handleiding is als volgt ingedeeld: Na voltooiing van de voorbereiding voor een Wi-Fi-verbinding in “Aan de slag” raadpleegt u de bijbehorende pagina’s voor het opzetten van een met uw wensen overeenkomende Wi-Fi-verbinding. Aan de slag (pag. 11) Verbinden met een Geavanceerde Wi-Fi smartphone via Wi-Fi (pag.
Pagina 7
Inhoudsopgave Inleiding Wat u met de Wi-Fi-functies (draadloze communicatie) kunt doen ..2 Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt ..5 De indeling van deze handleiding ............6 Aan de slag Wi-Fi-instellingen instellen .............12 Verbinden met een smartphone via Wi-Fi De Wi-Fi-verbindingsmethode selecteren ........
Pagina 8
Inhoudsopgave Via Wi-Fi verbinden met EOS Utility Een Wi-Fi-verbinding tot stand brengen ........76 De camera met EOS Utility bedienen ..........80 Verbinden met een printer via Wi-Fi Een Wi-Fi-verbinding tot stand brengen ........82 Beelden afdrukken ................ 84 Afdrukinstellingen ................87 Beelden naar een webservice verzenden Voorbereiding voor webservices ...........
Pagina 9
Inhoudsopgave Problemen oplossen Reageren op foutmeldingen ............138 Problemen oplossen ..............151 Opmerkingen over de draadloze communicatiefunctie ....153 Beveiliging ..................155 Netwerkinstellingen controleren ........... 156 Referentie Het scherm [Inst. draadloze communicatie] ......... 158 Het scherm [Instellingen Wi-Fi] ............159 Het virtuele toetsenbord gebruiken ..........160 Het IP-adres handmatig instellen ..........161 Status draadloze verbinding ............
Wi-Fi-instellingen instellen Volg eerst de volgende stappen om de Wi-Fi-instellingen te maken. Selecteer [Inst. draadloze communicatie]. Druk op de knop <M>, selecteer [Inst. draadloze communicatie] op het tabblad [51] en druk op <0>. Selecteer [Instellingen Wi-Fi]. Selecteer [Wi-Fi]. Selecteer [Inschakelen].
Pagina 13
Wi-Fi-instellingen instellen Registreer [Bijnaam]. Druk, als het scherm links verschijnt, op <0>. Het linkse scherm verschijnt. Druk bij gebruik van de bijnaam op de knop <M>. Anders kunt u 1 tot 8 willekeurige tekens gebruiken. Voor instructies over het invoeren van tekens raadpleegt u pagina 160.
Pagina 14
Wi-Fi-instellingen instellen [51: Inst. draadloze communicatie] kan niet worden geselecteerd wanneer de modus Meerdere opnames, Videosnapshot of Time-lapse-movie is ingesteld. Aandachtspunten bij interfacekabelverbindingen Als een Wi-Fi-verbinding actief is, kunt u de camera niet gebruiken door deze te verbinden met Connect Station, een computer of een ander apparaat met een interfacekabel.
Verbinden met een smartphone via Wi-Fi In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de camera rechtstreeks met een smartphone met Bluetooth-ondersteuning verbindt via Wi-Fi. Door via Wi-Fi te communiceren met een smartphone, kunt u het volgende doen: • Bekijk opnamen die op de camera zijn opgeslagen, op een smartphone of sla bekeken opnamen op een smartphone op.
De Wi-Fi-verbindingsmethode selecteren U kunt de volgende Wi-Fi-verbindingsmethoden selecteren volgens de functies en de gebruiksstatus van de smartphone. Verbinden met een smartphone met Bluetooth- ondersteuning via Wi-Fi (pag. 18) Door vooraf een smartphone met Bluetooth-ondersteuning via Bluetooth te verbinden, kunt u gemakkelijk verbinden via Wi-Fi door gewoon een handeling op de camera en de smartphone uit te voeren.
Voorbereiding voor smartphones Om de camera met een smartphone te verbinden, hebt u een smartphone met iOS of Android nodig. Daarnaast moet de toepassing Camera Connect (gratis) op de smartphone zijn geïnstalleerd. Als u een smartphone die ondersteuning biedt voor NFC tegen de ...
Verbinden met een smartphone met Bluetooth-ondersteuning via Wi-Fi In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de Bluetooth-functie kunt gebruiken om een smartphone met Bluetooth-ondersteuning via Wi-Fi te verbinden. Bluetooth-verbinding Als u de camera via Bluetooth verbindt met een smartphone die Bluetooth ondersteunt, kunt u een Wi-Fi-verbinding opzetten door alleen de camera of de smartphone te bedienen.
Pagina 19
Verbinden met een smartphone met Bluetooth-ondersteuning via Wi-Fi Een Bluetooth-verbinding opzetten Handelingen op de camera-1 Selecteer [Inst. draadloze communicatie]. Druk op de knop <M>, selecteer [Inst. draadloze communicatie] op het tabblad [51] en druk op <0>. Selecteer [Bluetooth-functie]. Selecteer [Bluetooth-functie].
Pagina 20
Verbinden met een smartphone met Bluetooth-ondersteuning via Wi-Fi Selecteer [Smartphone]. Op het LCD-paneel van de camera wordt <x> weergegeven. Selecteer [Pairing]. Selecteer [Niet weergeven]. Als Camera Connect al is geïnstalleerd, selecteer dan [Niet weergeven] en druk op <0>. Als Camera Connect niet ...
Pagina 21
Verbinden met een smartphone met Bluetooth-ondersteuning via Wi-Fi Bediening op de smartphone Schakel de Bluetooth-functie in. Schakel de Bluetooth-functie in op het instellingenscherm van de smartphone. Start Camera Connect. Tik op het Camera Connect- pictogram om de toepassing te starten.
Pagina 22
Verbinden met een smartphone met Bluetooth-ondersteuning via Wi-Fi Handelingen op de camera-2 Selecteer [OK]. Druk op <0>. Het koppelen wordt voltooid en de camera wordt verbonden met de smartphone via Bluetooth. Een illustratie die aangeeft dat de Bluetooth-verbinding werd gerealiseerd verschijnt op het hoofdvenster van Camera Connect.
Pagina 23
Verbinden met een smartphone met Bluetooth-ondersteuning via Wi-Fi Een Wi-Fi-verbinding tot stand brengen Ga na het opzetten van een Bluetooth-verbinding als volgt te werk om een Wi-Fi-verbinding op te zetten. Android Selecteer een Camera Connect-functie. Selecteer de Camera Connect-functie die u wilt gebruiken.
Pagina 24
Verbinden met een smartphone met Bluetooth-ondersteuning via Wi-Fi Selecteer een Camera Connect-functie. Selecteer de Camera Connect-functie die u wilt gebruiken. Zie pagina 38 voor de Camera Connect-functies. Controleer de SSID en SSID (netwerknaam) het wachtwoord. Controleer de SSID (netwerknaam) ...
Verbinden met een smartphone met Bluetooth-ondersteuning via Wi-Fi Het scherm [qWi-Fi aan] verschijnt op het LCD-scherm van de camera. Een illustratie die aangeeft dat een Wi-Fi-verbinding werd gerealiseerd verschijnt op het hoofdvenster van Camera Connect. De Wi-Fi-verbinding met een Bluetooth-compatibele smartphone is nu tot stand gebracht.
Verbinden met een smartphone met Bluetooth-ondersteuning via Wi-Fi Scherm [Bluetooth-functie] Op het scherm [Bluetooth-functie] kunt u de instellingen van de Bluetooth-functie controleren of instellen. Bluetooth-functie Selecteer het apparaat waarmee moet worden gekoppeld. Selecteer [Uitschakelen] als u de Bluetooth-functie niet gebruikt. Koppelen Koppel de camera met het ...
Pagina 27
Verbinden met een smartphone met Bluetooth-ondersteuning via Wi-Fi Registratie van een gekoppeld apparaat verwijderen Om de camera met een andere smartphone te koppelen, moet u de registratie van het actueel gekoppelde apparaat verwijderen. Handelingen op de camera Selecteer [Verbindingsinfo contr./wissen] Selecteer op het scherm [Bluetooth- ...
Verbinden met een smartphone met NFC-ondersteuning via Wi-Fi Een smartphone met NFC-ondersteuning kan via Wi-Fi worden verbonden door ze tegen de camera te drukken. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u rechtstreeks met een smartphone met NFC-ondersteuning verbindt via Wi-Fi. Smartphones die zijn voorzien van het symbool p bieden ...
Pagina 29
Verbinden met een smartphone met NFC-ondersteuning via Wi-Fi Let goed op dat u de smartphone of de camera niet laat vallen wanneer u ze tegen elkaar houdt. Duw de smartphone niet met kracht tegen de camera. Hierdoor kunnen krassen op de camera of de smartphone komen.
Pagina 30
Verbinden met een smartphone met NFC-ondersteuning via Wi-Fi Een Wi-Fi-verbinding tot stand brengen Schakel de NFC-functie in op de camera en de smartphone (pag. 159) Houd een smartphone tegen de camera. Als de downloadsite van Camera Connect wordt weergegeven op de smartphone, installeert u Camera Connect (pag.
Pagina 31
Verbinden met een smartphone met NFC-ondersteuning via Wi-Fi Breng een Wi-Fi-verbinding tot stand. Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, verschijnt het hier links weergegeven scherm op het LCD-scherm van de camera. Wanneer u verbinding maakt met dezelfde smartphone via NFC, wordt dit scherm niet opnieuw weergegeven.
Pagina 32
Verbinden met een smartphone met NFC-ondersteuning via Wi-Fi Het hoofdvenster van Camera Connect wordt weergegeven op de smartphone. De Wi-Fi-verbinding met een smartphone is nu voltooid. Bedien de camera met Camera Connect. Zie pagina 38. Zie voor het beëindigen van de Wi-Fi-verbinding ...
Verbinden met een smartphone via Wi-Fi vanaf het menu [Wi-Fi-functie] Handelingen op de camera-1 Selecteer [Wi-Fi-functie]. Selecteer [Wi-Fi-functie] op het scherm [Inst. draadloze communicatie] en druk vervolgens op <0>. Selecteer [q] (Verbinden met smartphone). Als de geschiedenis (pag. 126) wordt ...
Pagina 34
Verbinden met een smartphone via Wi-Fi vanaf het menu [Wi-Fi-functie] Selecteer [Niet weergeven]. Als Camera Connect al is geïnstalleerd, selecteer dan [Niet weergeven] en druk op <0>. Als Camera Connect niet is geïnstalleerd, selecteer dan [Android] of [iOS] op het scherm links, scan de QR-code met de smartphone en ga naar Google Play of de App Store en installeer...
Pagina 35
Verbinden met een smartphone via Wi-Fi vanaf het menu [Wi-Fi-functie] Bediening op de smartphone Werk met de smartphone om Scherm van smartphone een Wi-Fi-verbinding tot stand te brengen. Activeer de Wi-Fi-functie op de smartphone en selecteer vervolgens de SSID (netwerknaam) gecontroleerd in stap 5.
Pagina 36
Verbinden met een smartphone via Wi-Fi vanaf het menu [Wi-Fi-functie] Handelingen op de camera-2 Breng een Wi-Fi-verbinding tot stand. Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, verschijnt het hier links weergegeven scherm op het LCD-scherm van de camera. Druk op de knop <B> om het ...
Pagina 37
Verbinden met een smartphone via Wi-Fi vanaf het menu [Wi-Fi-functie] Het hoofdvenster van Camera Connect wordt weergegeven op de smartphone. De Wi-Fi-verbinding met een smartphone is nu voltooid. Bedien de camera met Camera Connect. Zie pagina 38. Zie voor het beëindigen van de Wi-Fi-verbinding ...
De camera met een smartphone bedienen Met een smartphone waarop Camera Connect is geïnstalleerd, kunt u opnamen bekijken die op de camera zijn opgeslagen of opnamen op afstand maken enzovoort. Het hoofdvenster van Camera Connect Hier volgt een beschrijving van de belangrijkste functies van Camera Connect.
Pagina 39
De camera met een smartphone bedienen Als de Wi-Fi-verbinding wordt verbroken terwijl u op afstand een movie opneemt, gebeurt het volgende. ● Als de schakelaar voor Live View-opnamen/movie-opnamen is ingesteld op <k>, kunt u gewoon doorgaan met filmen. ● Als de schakelaar voor Live View-opnamen/movie-opnamen is ingesteld op <A>, wordt het maken van movie-opnamen gestopt.
De Wi-Fi-verbinding verbreken U kunt de Wi-Fi-verbinding op een van de volgende manieren verbreken. Tik op het Camera Connect-scherm van de smartphone op [ Selecteer op het scherm [qWi-Fi aan] van de camera de optie [Verbr., afs.]. Als het scherm [qWi-Fi aan] niet ...
Beelden naar een smartphone vanaf de camera verzenden U kunt de volgende methoden gebruiken om beelden naar een smartphone te verzenden vanaf de camera. (1) [Beelden n. smartphone verz.] selecteren om beelden te verzenden (2) Beelden verzenden vanuit het scherm Snel instellen bij het afspelen (pag.
Pagina 42
Beelden naar een smartphone vanaf de camera verzenden Selecteer een beeld dat u wilt verzenden. Draai aan het hoofdinstelwiel <5> om het te verzenden beeld te selecteren en druk vervolgens op <0>. Wanneer u op de knop <1> drukt ...
Pagina 43
Beelden naar een smartphone vanaf de camera verzenden (2) Beelden verzenden vanuit het scherm Snel instellen bij het afspelen Verzend beelden vanuit het scherm Snel instellen bij het afspelen. Verbind de camera met een smartphone via Bluetooth (alleen Android) of Wi-Fi (pag.
Pagina 44
Beelden naar een smartphone vanaf de camera verzenden Selecteer een beeld dat u wilt verzenden. Draai aan het hoofdinstelwiel <5> om het te verzenden beeld te selecteren en druk vervolgens op <0>. Wanneer u op de knop <1> drukt ...
Beelden naar een smartphone vanaf de camera verzenden (3) De NFC-functie gebruiken om beelden te verzenden tijdens het weergeven van opnamen Door de camera aan te raken met een smartphone die NFC ondersteunt tijdens het weergeven van een beeld op de camera, kunt u automatisch een Wi-Fi-verbinding opzetten en de afbeelding naar de smartphone sturen ook als nog geen Bluetooth- of Wi-Fi-verbinding is opgezet.
Pagina 46
Beelden naar een smartphone vanaf de camera verzenden Selecteer [Wrg. bld. vrz.]. Als u het formaat voor de te verzenden beelden wilt kiezen, selecteert u [Beeldf. wijz.] en drukt u op <0>. Selecteer [Wrg. bld. vrz.] en druk op <0>...
Pagina 47
Beelden naar een smartphone vanaf de camera verzenden Meerdere opnamen verzenden U kunt meerdere opnamen tegelijk verzenden. Als het selectiescherm voor meerdere beelden al wordt weergegeven, start u de bewerking vanaf stap 3. Meerdere beelden selecteren om te verzenden Druk op <0>. Selecteer [Gesel.
Pagina 48
Beelden naar een smartphone vanaf de camera verzenden Selecteer [Beeldf. wijz.]. Stel dit naar wens in. Selecteer op het getoonde scherm een beeldformaat en druk vervolgens op <0>. Selecteer [Verzend.]. De beelden worden verzonden. Wanneer de overdracht is voltooid, wordt het scherm van stap 1 weer weergegeven.
Pagina 49
Beelden naar een smartphone vanaf de camera verzenden Een opgegeven bereik aan beelden verzenden Geef het bereik op van beelden om alle beelden binnen dit bereik in een keer te verzenden. Druk op <0>. Selecteer [Reeks verzend.]. Geef het bereik van de beelden op.
Pagina 50
Beelden naar een smartphone vanaf de camera verzenden Bevestig het bereik. Druk op de knop <Q>. Selecteer [Beeldf. wijz.]. Stel dit naar wens in. Selecteer op het getoonde scherm een beeldformaat en druk vervolgens op <0>. Selecteer [Verzend.]. ...
Pagina 51
Beelden naar een smartphone vanaf de camera verzenden Alle beelden op de kaart verzenden Verzend alle beelden op de kaart in een keer. Druk op <0>. Selecteer [Alle op krt vrz.]. Selecteer [Beeldf. wijz.]. Stel dit naar wens in. Selecteer op het getoonde scherm ...
Pagina 52
Beelden naar een smartphone vanaf de camera verzenden Beelden verzenden die aan de zoekcriteria voldoen Verzend alle beelden tegelijk die aan de zoekcriteria voldoen als ingesteld in [Beeldzoekvoork. instellen]. Raadpleeg voor [Beeldzoekvoork. instellen] “Beelden filteren voor afspelen” in de camera-instructiehandleiding. Druk op <0>.
Beelden naar een smartphone vanaf de camera verzenden Beeldoverdracht beëindigen Wanneer u beelden verzendt door de camera te bedienen terwijl u verbonden bent met Bluetooth (alleen voor Android) Wanneer u de NFC-functie gebruikt om beelden te verzenden tijdens het weergeven van opnamen Druk op de knop <M>...
Pagina 54
Beelden naar een smartphone vanaf de camera verzenden Zo nodig kunt u ook “Aandachtspunten bij de NFC-functie” (pag. 29) doornemen. Tijdens de beeldoverdracht kan er geen opname worden gemaakt, ook al drukt u de ontspanknop helemaal in. Het is niet mogelijk om beelden over te brengen via de NFC-functie ...
Beelden die kunnen worden bekeken U kunt op de camera instellen welke beelden op de smartphone worden weergegeven. Na het verbreken van de Wi-Fi-verbinding kunt u beelden opgeven. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Selecteer [Wi-Fi-functie] op het scherm [Inst. draadloze communicatie] en druk vervolgens op <0>.
Pagina 56
Beelden die kunnen worden bekeken Selecteer [Weerg. beelden]. Selecteer een item. Selecteer [OK] en druk op <0> om het instellingenscherm weer te geven. [Alle beelden] Alle opnamen op de geheugenkaart kunnen worden weergegeven. [Beelden v. afgelopen dagen] Geef op basis van de datum aan welke beelden kunnen worden bekeken.
Pagina 57
Beelden die kunnen worden bekeken [Selecteer op classificatie] Specificeer welke beelden kunnen worden bekeken op basis van de (al dan niet) toegekende classificatie of het type classificatie. Selecteer een classificatie en druk op <0> om te specificeren welke beelden kunnen worden weergegeven. [Bestandsnummerreeks] (Select.
ingebouwde Wi-Fi-functies die in 2012 en later op de markt zijn gebracht en beeldoverdracht tussen camera’s ondersteunen. Let op: de camera kan niet via Wi-Fi met Canon-camcorders worden verbonden, ook niet als deze ingebouwde Wi-Fi-functies hebben. De camera kan met slechts één andere camera tegelijk ...
Een Wi-Fi-verbinding tot stand brengen Selecteer [Wi-Fi-functie]. Selecteer [Wi-Fi-functie] op het scherm [Inst. draadloze communicatie] en druk vervolgens op <0>. Selecteer [z] (Blden tussen camera’s verz.). Als de geschiedenis (pag. 126) wordt weergegeven, wissel het scherm met de <Y> <Z> knoppen. Selecteer [Registreer apparaat v.
Pagina 61
Een Wi-Fi-verbinding tot stand brengen Selecteer de beelden die u wilt verzenden. Selecteer opnamen op de verzendende camera (pag. 62). Bedien de camera die de opnamen ontvangt niet. Let op: GPS-informatie wordt niet op het scherm van de camera weergegeven, zelfs niet als de GPS-informatie bij de ontvangen opname is gevoegd.
Beelden naar de andere camera verzenden Afzonderlijke beelden verzenden U kunt beelden afzonderlijk selecteren en verzenden. Selecteer een beeld dat u wilt verzenden. Draai aan het hoofdinstelwiel <5> om het te verzenden beeld te selecteren en druk vervolgens op <0>. Wanneer u op de knop <1>...
Beelden naar de andere camera verzenden Meerdere geselecteerde beelden verzenden U kunt meerdere beelden tegelijk selecteren en verzenden. Druk op <0>. Selecteer [Gesel. verz.]. Selecteer de beelden die u wilt verzenden. Draai aan het hoofdinstelwiel <5> om het te verzenden beeld te selecteren en druk vervolgens op <0>.
Pagina 64
Beelden naar de andere camera verzenden Selecteer [Beeldf. wijz.]. Stel dit naar wens in. Selecteer op het getoonde scherm een beeldformaat en druk vervolgens op <0>. Selecteer [Verzend.]. De beelden worden verzonden. Wanneer de overdracht is voltooid, wordt het scherm van stap 1 weer weergegeven.
Pagina 65
Beelden naar de andere camera verzenden Een opgegeven bereik aan beelden verzenden Geef het bereik op van beelden om alle beelden binnen dit bereik in een keer te verzenden. Druk op <0>. Selecteer [Reeks verzend.]. Geef het bereik van de beelden op.
Pagina 66
Beelden naar de andere camera verzenden Selecteer [Beeldf. wijz.]. Stel dit naar wens in. Selecteer op het getoonde scherm een beeldformaat en druk vervolgens op <0>. Selecteer [Verzend.]. De beelden worden verzonden. Wanneer de overdracht is voltooid, wordt het scherm van stap 1 weer weergegeven.
Pagina 67
Beelden naar de andere camera verzenden Alle beelden op de kaart verzenden Verzend alle beelden op de kaart in een keer. Druk op <0>. Selecteer [Alle op krt vrz.]. Selecteer [Beeldf. wijz.]. Stel dit naar wens in. Selecteer op het getoonde scherm ...
Pagina 68
Beelden naar de andere camera verzenden Verbreek de Wi-Fi-verbinding. Druk op de knop <M> om het bevestigingsdialoogvenster weer te geven. Selecteer [OK] en druk vervolgens op <0> om de Wi-Fi- verbinding te verbreken. Beelden verzenden die aan de zoekcriteria voldoen Verzend alle beelden tegelijk die aan de zoekcriteria voldoen als ingesteld in [Beeldzoekvoork.
Pagina 69
Beelden naar de andere camera verzenden Selecteer [Beeldf. wijz.]. Stel dit naar wens in. Selecteer op het getoonde scherm een beeldformaat en druk vervolgens op <0>. Selecteer [Verzend.]. De beelden worden verzonden. Wanneer de overdracht is voltooid, wordt het scherm van stap 1 weer weergegeven.
Pagina 70
Beelden naar de andere camera verzenden Als een Wi-Fi-verbinding actief is, kan geen foto worden gemaakt, ook al drukt u de ontspanknop helemaal in. Als u de Wi-Fi-verbinding tijdens de beeldoverdracht wilt verbreken, selecteert u [Annuleer] op de camera en verbreekt u vervolgens de Wi-Fi-verbinding.
Via Wi-Fi verbinden met Connect Station Connect Station (afzonderlijk verkrijgbaar) is een apparaat waarmee u foto’s en films kunt importeren om ze te bekijken op uw televisie, smartphone, enzovoort of om ze via een netwerk te delen. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u verbinding tussen de camera en Connect Station (afzonderlijk verkrijgbaar) tot stand kunt brengen via de NFC-functie om foto’s en films op te slaan.
Beelden opslaan Houd de camera tegen Connect Station. Schakel de camera en Connect Station in en houd het symbool p op de camera tegen het NFC-verbindingspunt van Connect Station. Wanneer op het LCD-scherm van de NFC-verbindingspunt camera het bericht verschijnt dat de Wi-Fi-verbinding tot stand is gebracht en Connect Station antwoordt, kunt u de camera weg van Connect...
Pagina 73
Beelden opslaan Zo nodig kunt u ook “Aandachtspunten bij de NFC-functie” (pag. 29) doornemen. Tijdens het opslaan van beelden kan er geen opname worden gemaakt, ook al drukt u de ontspanknop helemaal in. Laat de camera niet op Connect Station vallen en duw de camera niet met ...
Via Wi-Fi verbinden met EOS Utility In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de camera rechtstreeks met een computer verbindt via Wi-Fi. U kunt een computer via Wi-Fi verbinden om de camera op afstand te bedienen met EOS Utility (EOS-software). Installeer EOS Utility op de computer voordat u een ...
Een Wi-Fi-verbinding tot stand brengen Handelingen op de camera-1 Selecteer [Wi-Fi-functie]. Selecteer [Wi-Fi-functie] op het scherm [Inst. draadloze communicatie] en druk vervolgens op <0>. Selecteer [D] (Afstandsbediening (EOS Utility)). Als de geschiedenis (pag. 126) wordt weergegeven, wissel het scherm met de <Y>...
Een Wi-Fi-verbinding tot stand brengen Handelingen op de computer-1 Selecteer de SSID en voer Scherm van computer (voorbeeld) het wachtwoord in. Selecteer op het instelscherm van de computer de SSID die in stap 4 is gemarkeerd. “_Canon0A” wordt weergegeven aan het einde van de SSID.
Pagina 78
Een Wi-Fi-verbinding tot stand brengen Handelingen op de computer-2 Start de EOS Utility. Klik in EOS Utility op [Pairing over Wi-Fi/LAN/Koppelen via Wi-Fi/LAN]. Als een bericht wordt weergegeven met betrekking tot de firewall, selecteert u [Yes/Ja]. Klik op [Connect/Verbinden]. Selecteer de camera waarmee ...
Een Wi-Fi-verbinding tot stand brengen Het scherm [DWi-Fi aan] Verbreken, afsluiten Verbreekt de Wi-Fi-verbinding. Bevestig instellingen U kunt de instellingen controleren. Foutdetails Als een Wi-Fi-verbindingsfout optreedt, kunt u de details van de fout controleren. Druk op de knop <M> om over te schakelen naar het menu. De Wi-Fi-verbinding met een computer is nu voltooid.
De camera met EOS Utility bedienen Raadpleeg de EOS Utility instructiehandleiding voor informatie over bedieningsprocedures voor EOS Utility. Naast het maken van opnamen op afstand zijn er nog diverse andere camerafuncties beschikbaar. Raadpleeg de Camera-instructiehandleiding om te weten te komen hoe u de EOS Utility instructiehandleiding kunt verkrijgen.
Verbinden met een printer via Wi-Fi In dit gedeelte wordt beschreven hoe u beelden kunt afdrukken door de camera rechtstreeks met een printer te verbinden via Wi-Fi. Zet vooraf [Wi-Fi] op [Inschakelen] op het scherm [Instellingen Wi-Fi] (pag. 12). Om een Wi-Fi-verbinding tot stand te brengen, moet u een ...
Een Wi-Fi-verbinding tot stand brengen Selecteer [Wi-Fi-functie]. Selecteer [Wi-Fi-functie] op het scherm [Inst. draadloze communicatie] en druk vervolgens op <0>. Selecteer [l] (Afdrukken van Wi-Fi-printer). Als de geschiedenis (pag. 126) wordt weergegeven, wissel het scherm met de <Y> <Z> knoppen. Selecteer [Registreer apparaat v.
Pagina 83
Een Wi-Fi-verbinding tot stand brengen Maak vanaf de printer verbinding met de camera via Wi-Fi. Selecteer in het Wi-Fi-instellingenmenu van de printer de SSID die u hebt gemarkeerd. “_Canon0A” wordt weergegeven aan het einde van de SSID. Als wachtwoord het in stap 4 ...
Beelden afdrukken Afzonderlijke beelden printen U kunt beelden afzonderlijk selecteren en printen. Selecteer een beeld dat u wilt printen. Draai aan het hoofdinstelwiel <5> om het gewenste beeld te selecteren en druk vervolgens op <0>. Wanneer u op de knop <1> drukt ...
Beelden afdrukken Opties opgeven bij printen U kunt bij het printen de gewenste afdrukopties opgeven. Druk op <0>. Selecteer [Printopties]. Het scherm [Printopties] wordt weergegeven. Stel de gewenste afdrukopties in. Raadpleeg voor meer informatie over de instellingsprocedure het gedeelte “Digital Print Order Format (DPOF)”...
Pagina 86
Beelden afdrukken Selecteer [OK]. Wanneer het printen is voltooid, wordt het scherm van stap 3 weer weergegeven. Verbreek de Wi-Fi-verbinding. Druk op de knop <M> om het bevestigingsdialoogvenster weer te geven. Selecteer [OK] en druk vervolgens op <0> om de Wi-Fi- verbinding te verbreken.
Afdrukinstellingen Geef desgewenst instellingen op voor het afdrukken. De schermweergave en instellingsopties verschillen per printer. Sommige instellingen zijn mogelijk niet beschikbaar. Raadpleeg de instructiehandleiding van de printer voor meer informatie. Scherm met Hiermee stelt u de afdrukeffecten in (pag. 89). printinstellingen Hiermee schakelt u het afdrukken van datum of bestandsnummer in of uit (pag.
Afdrukinstellingen Q Het papierformaat instellen Selecteer het formaat van het papier dat in de printer is geplaatst en druk vervolgens op <0>. Het scherm met papiersoort wordt weergegeven. Y De papiersoort instellen Selecteer het type papier dat in ...
Afdrukinstellingen De afdrukeffecten instellen (Beeld optimaliseren) De schermweergave kan per printer verschillen. Selecteer de optie en druk vervolgens op <0>. Selecteer het gewenste afdrukeffect en druk vervolgens op <0>. Afdrukeffect Omschrijving De prints kunnen per printer verschillen. Raadpleeg de EStandaard instructiehandleiding van de printer voor meer informatie.
Afdrukinstellingen Het afdrukken van de datum en het bestandsnummer instellen Selecteer [ ] en druk vervolgens op <0>. Stel de afdrukinstellingen naar wens in en druk vervolgens op <0>. Het aantal exemplaren instellen Selecteer [ ] en druk vervolgens ...
Afdrukinstellingen De opname bijsnijden U kunt het beeld bijsnijden en alleen een vergrote versie van het bijgesneden gedeelte afdrukken, net alsof de compositie opnieuw is bepaald. Stel het bijsnijden in vlak voordat u het beeld afdrukt. Als u de afdrukinstellingen wijzigt nadat u het bijsnijden hebt ingesteld, moet u het bijsnijden wellicht opnieuw instellen voordat u kunt afdrukken.
Pagina 92
Afdrukinstellingen Afhankelijk van de printer is het mogelijk dat het bijgesneden beeldgebied niet wordt afgedrukt zoals u hebt opgegeven. De afgedrukte foto wordt korreliger naarmate u het bijsnijdkader verkleint. Printerproblemen oplossen Als het afdrukken niet wordt hervat nadat u een printerfout hebt opgelost (geen inkt, geen papier, enzovoort) en [Doorgaan] hebt geselecteerd, gebruik dan de knoppen op de printer om het afdrukken te hervatten.
Beelden naar een webservice verzenden In dit gedeelte wordt beschreven hoe u webservices gebruikt om beelden te verzenden. Zet vooraf [Wi-Fi] op [Inschakelen] op het scherm [Instellingen Wi-Fi] (pag. 12).
geregistreerde webservices, kan de werking afwijken van de beschrijving in deze handleiding of is besturing niet mogelijk. Uw registratie als lid vindt u in de Help van de CANON iMAGE GATEWAY-site. Voor webservices die met de Wi-Fi-functies van deze camera’s kunnen...
Voorbereiding voor webservices Instellingen voor het gebruik van webservices configureren Start EOS Utility op de computer, meld u aan bij CANON iMAGE GATEWAY en configureer de instellingen op de camera voor toegang tot webservices. Raadpleeg de EOS Utility instructiehandleiding voor meer informatie.
Een Wi-Fi-verbinding tot stand brengen Selecteer [Wi-Fi-functie]. Selecteer [Wi-Fi-functie] op het scherm [Inst. draadloze communicatie] en druk vervolgens op <0>. Selecteer de webservice die u hebt geregistreerd op pagina 95. Als de geschiedenis (pag. 126) wordt weergegeven, wissel het scherm met de <Y>...
Beelden naar een webservice verzenden U kunt beelden met uw familie en vrienden delen door deze vanaf de camera naar een op de camera geregistreerde webservice te sturen of door koppelingen van de online albums te verzenden. Afzonderlijke beelden verzenden U kunt beelden afzonderlijk selecteren en verzenden.
Pagina 98
Beelden naar een webservice verzenden Meerdere geselecteerde beelden verzenden U kunt meerdere beelden tegelijk selecteren en verzenden. Druk op <0>. Selecteer [Gesel. verz.]. Selecteer de beelden die u wilt verzenden. Draai aan het hoofdinstelwiel <5> om het te verzenden beeld te selecteren en druk vervolgens op <0>.
Pagina 99
Beelden naar een webservice verzenden Selecteer [Beeldf. wijz.]. Stel dit naar wens in. Wanneer YouTube als bestemming is geselecteerd, wordt [Beeldf. wijz.] niet weergegeven. Selecteer op het getoonde scherm een beeldformaat en druk vervolgens op <0>. Selecteer [Verzend.]. ...
Pagina 100
Beelden naar een webservice verzenden Een opgegeven bereik aan beelden verzenden Geef het bereik op van beelden om alle beelden binnen dit bereik in een keer te verzenden. Druk op <0>. Selecteer [Reeks verzend.]. Geef het bereik van de beelden op. Selecteer het eerste beeld ...
Pagina 101
Beelden naar een webservice verzenden Selecteer [Beeldf. wijz.]. Stel dit naar wens in. Selecteer op het getoonde scherm een beeldformaat en druk vervolgens op <0>. Selecteer [Verzend.]. De beelden worden verzonden. Selecteer op het scherm voor het ...
Pagina 102
Beelden naar een webservice verzenden Alle beelden op de kaart verzenden Verzend alle beelden op de kaart in een keer. Druk op <0>. Selecteer [Alle op krt vrz.]. Selecteer [Beeldf. wijz.]. Stel dit naar wens in. Selecteer op het getoonde scherm ...
Pagina 103
Beelden naar een webservice verzenden Selecteer [Verzend.]. De beelden worden verzonden. Selecteer op het scherm voor het voltooien van de beeldverzending [OK] om de Wi-Fi-verbinding te verbreken en terug te keren naar het scherm waarop u een webservice kunt selecteren.
Pagina 104
Beelden naar een webservice verzenden Beelden verzenden die aan de zoekcriteria voldoen Verzend alle beelden tegelijk die aan de zoekcriteria voldoen als ingesteld in [Beeldzoekvoork. instellen]. Raadpleeg voor [Beeldzoekvoork. instellen] “Beelden filteren voor afspelen” in de camera-instructiehandleiding. Druk op <0>. Selecteer [Alle gev.
Pagina 105
Beelden naar een webservice verzenden Selecteer [Verzend.]. De beelden worden verzonden. Selecteer op het scherm voor het voltooien van de beeldverzending [OK] om de Wi-Fi-verbinding te verbreken en terug te keren naar het scherm waarop u een webservice kunt selecteren.
Pagina 106
RAW-opnamen kunnen niet worden verzonden. Wanneer u een beeld naar een andere webservice dan CANON iMAGE GATEWAY verzendt, wordt soms een verzendfoutmelding niet weergegeven, zelfs niet wanneer het verzenden van de webservice is mislukt.
Geavanceerde Wi-Fi-verbinding In dit gedeelte wordt voornamelijk uitgelegd hoe u een verbinding tot stand brengt met behulp van een access point. Zet vooraf [Wi-Fi] op [Inschakelen] op het scherm [Instellingen Wi-Fi] (pag. 12). Wanneer u de camera met een smartphone verbindt via ...
(EOS Utility) Wi-Fi-printer smartphone versturen De Wi-Fi-instellingen van de camera instellen (pag. 12) Camera • Registreren bij Connect EOS Utility CANON iMAGE installeren op installeren op GATEWAY een computer een smartphone (pag. 94) (pag. 17) • Webservices vastleggen op de camera (pag.
Het type access point controleren Controleer ten eerste of het access point ondersteuning biedt voor WPS*, waarmee u een gemakkelijke Wi-Fi-verbinding tussen Wi-Fi-apparaten tot stand kunt brengen. Als u niet weet of het gebruikte access point WPS-compatibel is, raadpleegt u de instructiehandleiding of andere documentatie die bij het access point hoort.
Een Wi-Fi-verbinding opzetten met WPS (PBC-modus) Deze Wi-Fi-verbindingsmodus is beschikbaar bij gebruik van een access point dat compatibel is met WPS. In Pushbutton Connection- modus (PBC-modus) kunt u de camera met het access point verbinden door eenvoudig op de WPS-knop van het access point te drukken. Als meerdere access points in het omliggende gebied actief zijn, ...
Pagina 111
Een Wi-Fi-verbinding opzetten met WPS (PBC-modus) Selecteer [Registreer apparaat v. verbind.]. Niet weergegeven als een webservice is geselecteerd in stap 2. Ga door naar stap 5. Als [q] (Verbinden met smartphone) is geselecteerd, verschijnt het hier links weergegeven scherm. Als Camera Connect al is geïnstalleerd, selecteer dan [Niet weergeven] en druk op <0>.
Pagina 112
Een Wi-Fi-verbinding opzetten met WPS (PBC-modus) Selecteer [WPS (PBC-modus)]. Selecteer [OK] en druk op <0> om naar het volgende scherm te gaan. Maak verbinding met een access point via Wi-Fi. Druk op de WPS-knop van het access point. Voor informatie over waar u de knop vindt en hoe lang u deze moet indrukken, raadpleegt u de instructiehandleiding van het...
Een Wi-Fi-verbinding opzetten met WPS (PBC-modus) Instellingen voor de Wi-Fi-functie opgeven In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de schermen voor de Wi-Fi- functie instelt. Lees de pagina waarop de geselecteerde Wi-Fi-functie wordt beschreven. qCommuniceren met een smartphone Ga naar stap 7 op pagina 35. DDe camera op afstand bedienen met EOS Utility ...
Een Wi-Fi-verbinding opzetten met WPS (PIN-modus) Deze Wi-Fi-verbindingsmodus is beschikbaar bij gebruik van een access point dat compatibel is met WPS. Bij de verbindingsmethode met PIN-code (PIN-modus) wordt er een 8-cijferig identificatienummer dat op de camera is opgegeven, op het access point ingesteld om een Wi-Fi-verbinding tot stand te brengen.
Pagina 115
Een Wi-Fi-verbinding opzetten met WPS (PIN-modus) Selecteer [Registreer apparaat v. verbind.]. Niet weergegeven als een webservice is geselecteerd in stap 2. Ga door naar stap 5. Als [q] (Verbinden met smartphone) is geselecteerd, verschijnt het hier links weergegeven scherm. Als Camera Connect al is geïnstalleerd, selecteer dan [Niet weergeven] en druk op <0>.
Pagina 116
Een Wi-Fi-verbinding opzetten met WPS (PIN-modus) Geef bij het access point de PIN-code op. Voer bij het access point de 8-cijferige PIN-code in die op het LCD-scherm van de camera wordt weergegeven. Voor instructies over het instellen van een PIN-code bij het access point raadpleegt u de instructiehandleiding van het access point.
Pagina 117
Een Wi-Fi-verbinding opzetten met WPS (PIN-modus) Instellingen voor de Wi-Fi-functie opgeven In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de schermen voor de Wi-Fi-functie instelt. Lees de pagina waarop de geselecteerde Wi-Fi-functie wordt beschreven. qCommuniceren met een smartphone Ga naar stap 7 op pagina 35. DDe camera op afstand bedienen met EOS Utility ...
Handmatig verbinding maken met een gedetecteerd netwerk via Wi-Fi Breng een verbinding tot stand door de SSID (of ESS-ID) van het access point waarmee u verbinding wilt maken, te selecteren in een lijst met actieve access points in de buurt. Het access point selecteren Selecteer [Wi-Fi-functie].
Pagina 119
Handmatig verbinding maken met een gedetecteerd netwerk via Wi-Fi Selecteer [Ander netwerk]. Deze optie wordt weergegeven wanneer [q], [D] of [l] is geselecteerd in stap 2. Selecteer een access point. (2) (3) Druk op de pijltjestoetsen <W> <X> om het access point waarmee u via Wi-Fi verbinding wilt maken te selecteren in een lijst met actieve...
Handmatig verbinding maken met een gedetecteerd netwerk via Wi-Fi Het wachtwoord voor het access point invoeren Voer het wachtwoord in dat voor het access point is gespecificeerd. Voor informatie over het gespecificeerde wachtwoord raadpleegt u de instructiehandleiding van het access point. De schermen die in stap 6 t/m 7 hieronder zijn weergegeven, ...
Handmatig verbinding maken met een gedetecteerd netwerk via Wi-Fi Het IP-adres instellen Selecteer [Autom. instellen]. Selecteer [OK] en druk op <0> om het instellingenscherm voor de Wi-Fi- functie weer te geven die u in stap 2 hebt geselecteerd (pag. 122). Als [Autom.
Pagina 122
Handmatig verbinding maken met een gedetecteerd netwerk via Wi-Fi Instellingen voor de Wi-Fi-functie opgeven In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de schermen voor de Wi-Fi-functie instelt. Lees de pagina waarop de geselecteerde Wi-Fi-functie wordt beschreven. qCommuniceren met een smartphone ...
Handmatig verbinding maken met een gedetecteerd netwerk via Wi-Fi Scherm Verzenden naar Afhankelijk van de webservice geselecteerd in [Wi-Fi-functie] kan een scherm verschijnen waarin u een bestemming selecteert. Het registreren van bestemmingen of het opgeven van instellingen dient op een computer te gebeuren. Raadpleeg de EOS Utility instructiehandleiding voor meer informatie.
Opnieuw verbinden via Wi-Fi In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de camera opnieuw verbindt met een apparaat waarvoor reeds u een Wi-Fi-verbinding tot stand hebt gebracht en hoe u meerdere verbindingsinstellingen kunt vastleggen.
Opnieuw verbinden via Wi-Fi Verbind de camera opnieuw via Wi-Fi met een apparaat of webservice waarmee u eerder een verbinding hebt gemaakt en verbindingsinstellingen hebt vastgelegd. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Selecteer [Wi-Fi-functie] op het scherm [Inst. draadloze communicatie] en druk vervolgens op <0>. Selecteer een item.
Pagina 127
Opnieuw verbinden via Wi-Fi D EOS Utility Start EOS Utility op de computer. Als het doel van de verbinding van de computer is gewijzigd, herstelt u deze om Wi-Fi verbinding te kunnen maken met de camera of hetzelfde access point als de camera. ...
Verbinding maken met een Bluetooth-smartphone via Wi-Fi Volg met een Bluetooth-verbinding tussen de camera en een smartphone de volgende stappen om via Wi-Fi de verbinding met de smartphone te herstellen. Android Start Camera Connect. Tik op het Camera Connect-pictogram op de smartphone om de toepassing te starten.
Pagina 129
Verbinding maken met een Bluetooth-smartphone via Wi-Fi Start Camera Connect. Selecteer een Camera Connect-functie. Controleer de SSID. Controleer de SSID (netwerknaam) van de camera die op de smartphone wordt weergegeven. Werk met de smartphone om Scherm van smartphone een Wi-Fi-verbinding tot stand (voorbeeld) te brengen.
Meerdere verbindingsinstellingen vastleggen U kunt maximaal 20 verbindingsinstellingen voor de Wi-Fi-functie vastleggen. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Selecteer [Wi-Fi-functie] op het scherm [Inst. draadloze communicatie] en druk vervolgens op <0>. Selecteer een item. Als het scherm links verschijnt, druk dan op de toetsen <Y> <Z> om van scherm te wisselen.
Verbindingsinstellingen controleren en bedienen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de verbindingsinstellingen wijzigt of verwijdert, hoe u de instellingen voor de draadloze communicatiefunctie wist, enz.
Verbindingsinstellingen wijzigen of verwijderen Instellingen die op de camera zijn opgeslagen, kunt u wijzigen en verwijderen. Als u verbindingsinstellingen wilt wijzigen of verwijderen, verbreekt u eerst de Wi-Fi-verbinding. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Selecteer [Wi-Fi-functie] op het scherm [Inst. draadloze communicatie] en druk vervolgens op <0>.
Verbindingsinstellingen wijzigen of verwijderen Controleer of wijzig de verbindingsinstellingen. Selecteer een item en druk op <0>. Controleer of wijzig vervolgens de verbindingsinstellingen op het getoonde scherm. Bijnaam apparaat veranderen (pag. 158) Met het virtueel toetsenbord kunt u de bijnaam van het apparaat veranderen (pag.
Standaardinstellingen voor draadloze communicatie-instellingen herstellen Alle draadloze communicatie-instellingen kunnen worden gewist. Door de draadloze communicatie-instellingen te wissen, kunt u voorkomen dat anderen ermee aan de haal gaan wanneer u de camera uitleent. Selecteer [Inst. draadloze communicatie]. Selecteer op het tabblad [51] de optie ...
Scherm Info bekijken Op het scherm [Info bekijken] kunt u de inhoud van de foutmelding en het MAC-adres van de camera controleren. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Selecteer [Wi-Fi-functie] op het scherm [Inst. draadloze communicatie] en druk vervolgens op <0>. Selecteer een beeldstijl en druk vervolgens op <B>.
Reageren op foutmeldingen Wanneer een fout optreedt, kunt u op een van de volgende manieren meer informatie over de fout weergeven. Verhelp vervolgens de oorzaak van de fout aan de hand van de voorbeelden in dit hoofdstuk. Druk op het scherm [Info bekijken] op <0> (pag. 135). ...
Pagina 139
Reageren op foutmeldingen 11: Verbindingsdoel niet gevonden Controleer in het geval van [q] of Camera Connect wordt uitgevoerd. Maak verbinding met behulp van Camera Connect (pag. 35). Kijk in het geval van [l] of de printer is ingeschakeld. ...
Pagina 140
Reageren op foutmeldingen 21: Geen adres toegewezen door DHCP server Controleren op de camera Het IP-adres op de camera is ingesteld op [Autom. instellen]. Is dit de juiste instelling? Als u geen DHCP-server gebruikt, stelt u het IP-adres op de ...
Pagina 141
Reageren op foutmeldingen 22: Geen respons van DNS server Controleren op de camera Komt het IP-adres van de DNS-server op de camera overeen met het werkelijke IP-adres van de DNS-server? Stel het IP-adres in op [Handm. Instellen]. Stel vervolgens ...
Reageren op foutmeldingen 23: Device met zelfde IP-adres bestaat op geselecteerd netwerk Controleren op de camera Hebben de camera en een ander apparaat dan via W-Fi met hetzelfde netwerk is verbonden, hetzelfde IP-adres? Wijzig het IP-adres van de camera om te voorkomen dat twee ...
Pagina 143
Reageren op foutmeldingen 61: Geselecteerd SSID LAN network niet gevonden Zijn er obstakels tussen de camera en de antenne van het access point? Verplaats de antenne van het access point zo dat deze duidelijk te zien is vanaf het punt waar u de camera gebruikt (pag. 153). Controleren op de camera Zijn de SSID-instelling van de camera en die van het access ...
Reageren op foutmeldingen 63: Wireless LAN-verificatiefout Zijn de camera en het access point zo ingesteld dat ze dezelfde verificatiemethode gebruiken? De camera ondersteunt de volgende verificatiemethoden: [Open systeem], [Shared key] en [WPA/WPA2-PSK] (pag. 109). Zijn de camera en het access point zo ingesteld dat ze ...
Reageren op foutmeldingen 65: Wireless LAN-verbinding verbroken Zijn er obstakels tussen de camera en de antenne van het access point? Verplaats de antenne van het access point zo dat deze duidelijk te zien is vanaf het punt waar u de camera gebruikt (pag. 153). De Wi-Fi-verbinding is om een of andere reden verbroken en ...
Pagina 146
Reageren op foutmeldingen 68: Kan niet verbinden met wireless LAN-terminal Start opnieuw. Hebt u de WPS-knop (Wi-Fi Protected Setup) op het access point lang genoeg ingedrukt? Houd de WPS-knop zo lang ingedrukt als in de instructiehandleiding van het access point is opgegeven. Probeert u verbinding te maken in de buurt van het access point? ...
Pagina 147
Reageren op foutmeldingen 102: Kon geen bestanden verzenden Heeft de kaart in de camera waarnaar u de gegevens wilt verzenden genoeg ruimte? Controleer de kaart in de camera waarnaar u de gegevens wilt verzenden. Vervang de kaart of zorg ervoor dat er genoeg ruimte beschikbaar is.
Reageren op foutmeldingen 105: Kon geen bestanden ontvangen. Kaart schrijfbeveiligd Is de kaart in de camera waarnaar u de gegevens wilt verzenden vergrendeld? Controleer de kaart in de camera waarnaar u de gegevens wilt verzenden. Maak de vergrendeling ongedaan. Probeer vervolgens de gegevens opnieuw te verzenden.
Controleer de verbindingsstatus van het netwerk. 126: Kon geen verbinding maken met server Er wordt onderhoud gepleegd aan CANON iMAGE GATEWAY of de belasting is tijdelijk geconcentreerd. Probeer later opnieuw verbinding te maken met de webservice. ...
Pagina 150
Reageren op foutmeldingen 127: Er is een fout opgetreden Tijdens het verbinden met de webservice heeft zich een ander probleem voorgedaan dan foutnummercode 121 t/m 126. Probeer de Wi-Fi-verbinding met de webservice te herstellen. 141: Printer is bezig. Probeer opnieuw verbinding te maken.
Raadpleeg bij problemen met de camera eerst dit gedeelte Problemen oplossen. Als u het probleem hiermee niet kunt oplossen, neem dan contact op met uw dealer of Canon Service Center. Kan geen gebruik maken van een apparaat dat via een interfacekabel is aangesloten.
Pagina 152
Problemen oplossen Kan niet koppelen met een smartphone. Een eerder gekoppelde smartphone kan niet opnieuw met de camera worden gekoppeld als de registratie van de camera op de smartphone is behouden. Verwijder in dat geval de registratie van de camera die is behouden in de Bluetooth-instellingen op de smartphone en probeer opnieuw te koppelen (pag.
Opmerkingen over de draadloze communicatiefunctie Als de transmissiesnelheid afneemt, de verbinding wordt verbroken of andere problemen optreden bij het gebruik van draadloze communicatiefuncties, kunt u de volgende suggesties voor oplossingen proberen. Afstand tussen camera en smartphone Als de camera te ver uit de buurt is van de smartphone, wordt een Wi-Fi-verbinding mogelijk niet opgezet, zelfs als een Bluetooth-verbinding mogelijk is.
Opmerkingen over de draadloze communicatiefunctie Gebruik van een Eye-Fi-kaart Wanneer [Wi-Fi] wordt ingesteld op [Inschakelen], wordt beeldoverdracht via een Eye-Fi-kaart uitgeschakeld. De draadloze afstandsbediening BR-E1 gebruiken Als [Bluetooth-functie] is ingesteld op [Afstandsbed.] om de draadloze afstandsbediening BR-E1 te gebruiken, kan de camera geen verbinding maken met een smartphone via Bluetooth.
Beveiliging Als de beveiligingsinstellingen niet correct zijn ingesteld, kunnen de volgende problemen optreden. Bekijken van de overdracht Derden met slechte bedoelingen kunnen de Wi-Fi-overdrachten opsporen en proberen om de gegevens op te halen die u verzendt. Ongeoorloofde netwerktoegang Derden met slechte bedoelingen kunnen ongeoorloofde toegang krijgen tot het netwerk dat u gebruikt en informatie stelen, wijzigen of vernietigen.
Netwerkinstellingen controleren Windows Open de [Opdrachtprompt] van Windows, typ ipconfig/all en druk op de <Enter>-toets. Behalve het aan de computer toegewezen IP-adres, worden ook het subnetmasker, de gateway en de DNS-server getoond. Mac OS Open in Mac OS X de toepassing [Terminal], typ ifconfig -a en druk op <Return>.
Het scherm [Inst. draadloze communicatie] Op het scherm [Inst. draadloze communicatie] kunt u de volgende draadloze communicatiefuncties instellen. Druk op de knop <M>, selecteer [Inst. draadloze communicatie] op het tabblad [51] en druk op <0>. Instellingen Wi-Fi Zie de volgende pagina. ...
Het scherm [Instellingen Wi-Fi] Wi-Fi U kunt instellen of u de draadloze communicatiefunctie wilt [Inschakelen] of [Uitschakelen]. Als het gebruik van elektronische en draadloze apparaten is verboden, zoals in een vliegtuig of ziekenhuis, stelt u deze optie in op [Uitschakelen]. NFC-verbinding (pag.
Het virtuele toetsenbord gebruiken Het invoergebied wijzigen Druk op de knop <Q> om tussen het bovenste en onderste invoergebied te wisselen. De cursor verplaatsen Druk op de pijltjestoetsen <Y> en <Z> in het bovenste gebied om de cursor te verplaatsen. Tekst invoeren ...
Het IP-adres handmatig instellen Stel de IP-adresinstellingen handmatig in. De items die worden weergegeven, variëren afhankelijk van de Wi-Fi-functie. Selecteer [Handm. Instellen]. Selecteer [OK] en druk op <0> om naar het volgende scherm te gaan. Selecteer het item dat u wilt instellen.
Pagina 162
Het IP-adres handmatig instellen Selecteer [OK]. Wanneer u alle nodige items hebt ingesteld, selecteert u [OK] en drukt u op <0>. Het instellingenscherm voor de Wi-Fi- functie wordt weergegeven (pag. 113). Indien u niet zeker weet wat u moet ...
Status draadloze verbinding De status van de draadloze verbinding wordt weergegeven op het LCD-scherm en het LCD-paneel van de camera. LCD-scherm LCD-paneel Scherm Snel instellen Scherm informatiedisplay tijdens weergave Wi-Fi-functie Sterkte van Bluetooth- draadloos functie signaal Wi-Fi-functie Bluetooth-functie Sterkte van draadloos signaal LCD-scherm LCD-paneel Communicatiestatus...
Pagina 164
Status draadloze verbinding Indicator Bluetooth-functie Bluetooth-functie Verbindingsstatus LCD-scherm LCD-paneel Bluetooth verbonden Anders dan [Uitschakelen] Bluetooth niet verbonden Bluetooth niet [Uitschakelen] Niet weergegeven Niet weergegeven verbonden * Bluetooth is niet verbonden terwijl een Wi-Fi-verbinding is opgezet. In Camera Connect Bluetooth verbonden Wi-Fi verbonden...
Compatibiliteit met Conform NFC Forum Type 3/4 Tag (dynamisch) standaarden: Bluetooth Compatibiliteit met Conform Bluetooth Specification Version 4.1 standaarden: (Bluetooth lage energie-technologie) Overdrachtsmethode: GFSK-modulatie Alle bovenstaande gegevens zijn gebaseerd op de testnormen van Canon. ...
Kijk op de website van Canon waar het gebruik van draadloze communicatiefuncties is toegestaan, zodat u de regelgeving hieromtrent niet overtreedt. Canon is niet aansprakelijk voor eventuele problemen die het gevolg zijn van het gebruik van een draadloze communicatiefunctie in andere landen en regio's. 9Modelnummer...
-woordmerk en -logo's zijn gedeponeerde handelsmerken eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en elk gebruik van deze merken door Canon Inc. is onder licentie. Andere handelsmerken en handelsnamen zijn die van hun respectievelijke eigenaars. Het N-Mark is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van ...