3
Stel de gewenste
verwerkingsopties in.
Opname-instellingen gebruiken
Beelden worden verwerkt met
z
beeldinstellingen op het moment
van vastleggen.
RAW-verwerking aanpassen
Selecteer een item met < j > < 9 >.
z
Draai het instelwiel < 6 > of < 5 >
z
om de instelling te verwisselen.
Druk op < 0 > om het scherm met
z
functie-instellingen te openen.
Druk op de knop < L > om terug te keren
z
naar de instellingen van de opname
zoals ze waren toen de opname werd
gemaakt.
Vergelijkingsscherm
U kunt wisselen tussen de schermen
z
[Na wijziging] en [Opname-
instellingen] door op de knop < B >
te drukken en het instelwiel < 5 > te
draaien.
Items in oranje op het scherm
z
[Na wijziging] zijn bewerkt sinds
het moment van vastleggen.
Druk op de knop < M >.
z
4
Sla de opname op.
Selecteer als u [RAW-verwerking
z
aanp.] gebruikt [ W ] (Opslaan).
Lees de melding en selecteer [OK].
z
Selecteer [Ja] om andere beelden te
z
verwerken en herhaal de stappen 2 tot 4.
RAW-beeldverwerking
365