Advertenties
Movie-opname
Tijdens movie-opnames kunt u de sluitertijd, het diafragma of de ISO-snelheid
o
beter niet aanpassen. Als u dit wel doet, kan de veranderde belichting
zichtbaar zijn in de opname of tot meer ruis leiden bij hoge ISO-snelheden.
Bij het opnemen van een movie of een bewegend onderwerp wordt een
o
sluitertijd van circa 1/25 seconde tot 1/125 seconde aanbevolen. Hoe korter
de sluitertijd, hoe minder vloeiend de beweging van het onderwerp eruit zal
zien.
Als u de sluitertijd verandert terwijl u opnames maakt bij TL- of ledverlichting,
o
kan er een flikkerend beeld worden opgenomen.
Met ISO auto kan belichtingscompensatie worden ingesteld in een bereik van
o
±3 stops.
Wanneer ISO auto is ingesteld, kunt u op de knop < A > drukken om de ISO-
o
snelheid te vergrendelen. Als u de ISO-snelheid hebt vergrendeld tijdens
de movie-opname, kunt u dit annuleren door op de knop < S > te drukken.
(De ISO-snelheid blijft vergrendeld tot u op de knop < S > drukt.)
Wanneer u op de knop < A > drukt en vervolgens een nieuwe beeldcompositie
o
maakt, kunt u op de belichtingsniveau-indicator het verschil in het
belichtingsniveau zien in vergelijking met de eerste keer dat u op de knop
< A > drukte.
Als de camera klaar is om opnames te maken in de modus < 4 >, kunt u het
o
histogram weergeven door op de knop < B > te drukken.
ISO-snelheid in de modus < a >
U kunt de ISO-snelheid handmatig instellen of [AUTO] selecteren.
Zie = 620 voor informatie over de ISO-snelheid.
280
Advertenties
