Opnames maken met de interne flitser
Flitsbelichtingscorrectie M
Net zoals de belichtingscompensatie instelbaar is, kunt u ook de flitsoutput
van de interne flitser aanpassen.
Als [ z : Auto Lighting Optimizer/ z : Auto optimalisatie helderheid]
o
( = 218) is ingesteld op iets anders dan [Uitschakelen], kan de opname
nog steeds licht zijn, zelfs als er negatieve compensatie is ingesteld.
De belichtingscompensatiewaarde blijft van toepassing, zelfs nadat u de
o
aan-uitschakelaar op < 2 > hebt gezet.
U kunt de flitsbelichtingscompensatie ook instellen met de optie [Func.inst.
o
int. flitser] onder [ z : Flitsbesturing] ( = 168).
De camera kan ook worden gebruikt om de flitsbelichtingscompensatie van de
o
externe Speedlite net zo in te stellen als voor de interne flitser.
166
1
Druk op de knop <Q>.
2
Selecteer [y].
3
Stel de waarde voor de
compensatie in.
Om de flitsbelichting helderder te maken,
z
stelt u de compensatiehoeveelheid in
de richting van [Helderder] in (positieve
compensatie), of om deze donkerder
te maken, stelt u het in de richting van
[Donkerder] in (negatieve compensatie).
Nadat u uw opnames hebt gemaakt, volgt
z
u stap 1-3 om de compensatiehoeveelheid
terug te zetten op nul.