Verkorte handleiding
1
2
3
Witte markering
4
5
6
Plaats de accu ( = 47).
z
Bevestig de lens ( = 54).
Rode markering
z
Stel de scherpstelmodusknop
op de lens in op <AF> ( = 54).
Zet de aan-uitschakelaar op
< 1 > en stel vervolgens het
programmakeuzewiel in op
< A > ( = 52).
z
z
Laad na aankoop de accu om deze
te kunnen gebruiken ( = 44).
Plaats de kaart ( = 48).
Plaats de kaart in de
z
kaartsleuf met de etiketzijde
naar de achterzijde van de
camera gericht.
Zorg ervoor dat de bevestigings-
markeringen op de lens en die op de
camera (rood of wit) zich op één lijn
bevinden om de lens te bevestigen.
Draai het programmakeuzewiel
terwijl u het midden ingedrukt houdt.
Alle noodzakelijke camera-instellingen
worden automatisch ingesteld.