(1) (2)
Aangezien bewerkingen in tussenstappen van circa 1 sec. worden uitgevoerd
o
(op de positie aangegeven met [ ] onderin het scherm) kan de exacte
positie, waar movies worden bijgesneden, afwijken van de positie die u hebt
aangegeven.
Movies die met een andere camera zijn opgenomen, kunnen niet met deze
o
camera worden bewerkt.
U kunt geen movies bewerken wanneer de camera is aangesloten op een
o
computer.
Comprimeren en opslaan zijn niet beschikbaar voor movie-opnameformaten
o
van L6V (NTSC) of L5V (PAL).
Zie "Videosnapshotalbums bewerken" ( = 374) voor instructies over het
o
bewerken van videosnapshotalbums.
De eerste en laatste beelden van een movie bewerken
5
Sla de opname op.
Selecteer [ W ] (1).
z
Het scherm Opslaan wordt
z
weergegeven.
Om het resultaat als nieuwe movie
z
op te slaan, kiest u [Nieuw bestand].
Om het op te slaan en de originele
film te overschrijven, selecteert
u [Overschrijven].
Selecteer [
z
gecomprimeerde versie van het bestand
op te slaan. 4K-movies worden vóór
de compressie geconverteerd naar
Full HD-movies.
Selecteer [OK] op het
z
bevestigingsscherm om de bewerkte
film op te slaan en terug te keren naar
het movieweergavescherm.
] (2) om een
341