Advertenties
Flitsfunctie-instellingen
Sluitersynchronisatie
z
Gewoonlijk stelt u deze optie in op [Synchronisatie 1e gordijn] zodat
direct na de belichting wordt geflitst.
Stel deze optie in op [Synchronisatie 2e gordijn] en gebruik lage
sluitertijden voor natuurlijk ogende opnames van bewegingssporen van het
onderwerp, zoals de koplampen van een auto.
Stel deze optie in op [Hogesnelheidssynchronisatie] voor flitsfotografie bij
hogere sluitertijden dan de maximale flitssynchronisatietijd. Dit is effectief bij
het maken van opnames met een open diafragma in de modus < f > om
bijvoorbeeld bij daglicht de achtergrond achter onderwerpen buitenshuis te
vervagen.
Stel tijdens het gebruik van 2e-gordijnsynchronisatie de sluitertijd in op
o
1/80 seconde of langzamer. Als de sluitertijd korter dan 1/80 sec. is, wordt
automatisch 1e-gordijnsynchronisatie gebruikt, zelfs als [Synchronisatie 2e
gordijn] is ingesteld.
Flitsbelichtingscorrectie
z
Als flitsbelichtingscompensatie op de Speedlite is ingesteld, kunt u de
o
flitsbelichtingscompensatie niet op de camera instellen. Merk op dat de
instelling van de Speedlite voorrang heeft op die van de camera's als beide
tegelijkertijd zijn ingesteld.
176
Net zoals de belichtingscompensatie
instelbaar is, kunt u ook de flitsoutput
van externe Speedlites aanpassen.
Advertenties
