Scherpstelbracketing (Live View-opnames)
256
4
Stel [Scherpstelstap] in.
Geef op hoeveel de scherpstelling
z
verplaatst moet worden. Deze
hoeveelheid wordt automatisch
aangepast volgens de diafragmawaarde
op het moment van de opnames.
Omdat bij grotere diafragmawaarden
de scherpstelverschuiving verhoogt,
dekt de scherpstelbracketing in dit geval
een groter bereik onder de instellingen
[Scherpstelstap] en [Aantal opnamen].
Druk na het voltooien van de instelling
z
op < 0 >.
5
Stel [Belicht.egalisatie] in.
U kunt wijzigingen in de beeldhelderheid
z
tijdens scherpstelbracketing onderdrukken
door [Belicht.egalisatie] in te stellen
op [Inschak.], om te compenseren
voor wijzigingen in de werkelijke
diafragmawaarde (werkelijk f-getal)
die afhangt van de scherpstelpositie.
6
Maak de opname.
Als u uw opnames in een nieuwe map
z
wilt opslaan, tikt u op [
u [OK].
Stel scherp op het dichtstbijzijnde
z
uiteinde van het scherpstelbereik van
uw voorkeur en druk de ontspanknop
helemaal in.
Zodra het maken van de opnames
z
begint, laat u de ontspanknop los.
De camera maakt continue opnames
z
waarbij de scherpstelpositie richting
oneindig wordt verplaatst.
Het maken van de opnames stopt na
z
het door u opgegeven aantal beelden
of op het verste uiteinde van het
scherpstelbereik.
] en selecteert