Tijdens het reinigen van de sensor mag u geen van de onderstaande
o
handelingen verrichten. Als de stroom wordt onderbroken, gaat de
sluiter dicht en wordt de reflexspiegel weer neergeklapt. Dit kan ertoe
leiden dat de beeldsensor, de sluitergordijnen en de reflexspiegel
beschadigd raken.
• De aan-uitschakelaar op < 2 > zetten.
• De accu verwijderen/plaatsen.
Het oppervlak van de beeldsensor is zeer kwetsbaar. Reinig de sensor
o
voorzichtig.
Gebruik een gewoon blaasbalg zonder borsteltje. Een borsteltje kan het
o
oppervlak van de sensor beschadigen.
Steek de blaasbalg niet verder dan de lensvatting in de camera. Als de stroom
o
wordt onderbroken, gaat de sluiter dicht en kunnen de sluitergordijnen of de
reflexspiegel beschadigd raken.
Gebruik nooit perslucht of -gas om de sensor schoon te maken. Perslucht kan
o
de sensor beschadigen en de gasnevel kan op de sensor bevriezen en deze
bekrassen.
Als het accuniveau laag wordt terwijl u de sensor reinigt, klinkt er een pieptoon
o
als waarschuwing. Stop het reinigen van de sensor.
Als er vuil blijft zitten dat niet met een blaasbalg kan worden verwijderd, kunt
o
u de sensor het beste door een Canon Service Center laten reinigen.
Sensorreiniging
531