Advertenties
ISO-snelheidsinstellingen voor foto's
Stel de ISO-snelheid (de lichtgevoeligheid van de beeldsensor) in op het
gewenste omgevingslichtniveau. In de basismodi wordt de ISO-snelheid
automatisch ingesteld.
Raadpleeg = 620 voor meer informatie over de ISO-snelheid tijdens
movie-opnames.
Richtlijnen voor de ISO-snelheid
Lage ISO-snelheden beperken de beeldruis maar kunnen het risico
z
vergroten op trillen van camera/onderwerp of het gebied waarop is
scherpgesteld beperken (minder scherptediepte) onder sommige
opnameomstandigheden.
Hoge ISO-snelheden maken opnemen bij weinig licht, een groter
z
scherpstelgebied (meer scherptediepte) en een groter flitsbereik
mogelijk maar ze kunnen ook de beeldruis versterken.
1
Druk op de knop <i> (9).
U kunt ook op de knop < Q > drukken
z
en deze instelling configureren vanuit
het Quick Control-scherm.
2
Stel de ISO-snelheid in.
Draai aan het instelwiel < 6 > of < 5 >.
z
Selecteer [A] of [AUTO] om de ISO-
z
snelheid automatisch in te stellen
( = 614).
M
213
Advertenties
