Procedure
Opmerking
Instelbare nulpuntverschuivingen
De tekst van de softkeys voor de instelbare nulpuntverschuivingen varieert: de instelbare
nulpuntverschuivingen die aan de machine zijn geconfigureerd, worden weergegeven
(voorbeelden: G54...G57, G54...G505, G54...G599).
Raadpleeg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.
4.7.2
Vlakslijpen
4.7.2.1
Overzicht
Het referentiepunt bij de programmering van een werkstuk is steeds het werkstuknulpunt. De
bepaling van het werkstuknulpunt voert u uit aan de werkstukkant.
Slijpen
Bedieningshandboek, 10/2015, 6FC5398-0EP40-0JA2
1.
Selecteer in bedieningsbereik "Machine" de bedrijfsmodus "JOG".
2.
Druk op de softkey "Nulp. Werkst".
Het venster "Meten: kant" wordt geopend.
3.
Selecteer "Alleen meten" als u de gemeten waarden alleen wilt weerge‐
ven.
- OF -
Selecteer in het veld "Nulpuntversch." de gewenste nulpuntverschuiving,
waarin het nulpunt moet worden opgeslagen (bijv. basisreferentie).
- OF -
Druk op de softkey "NPV selecteren" en kies in het te openen venster
"Nulpuntverschuiving - G54 ... G599" de nulpuntverschuiving waarin het
nulpunt moet worden opgeslagen. Druk op de softkey "In manueel".
U keert naar het venster "Meten: kant" terug.
4.
Verplaats het gereedschap in X- resp. Z-richting en kras tegen het werk‐
stuk.
5.
Voer de doelpositie van de werkstukkant X0 resp. Z0 in en druk op de
softkey "NPV instellen".
Machine instellen
4.7 Werkstuknulpunt meten
95