Gebruikersvariabelen activeren
6.13
G- en hulpfuncties weergeven
6.13.1
Geselecteerde G-functies
In het venster "G-functies" worden 16 geselecteerde G-groepen weergegeven.
Binnen een G-groep wordt telkens de G-functie weergegeven die op dat moment in de
besturing actief is.
Enkele G-codes (bijv. G17, G18, G19) zijn na het inschakelen van de machinebesturing
onmiddellijk actief.
Welke G-codes steeds actief zijn, hangt af van de instellingen.
Standaard weergegeven G-groepen
Groep
G-groep 1
G-groep 2
G-groep 3
G-groep 6
Slijpen
Bedieningshandboek, 10/2015, 6FC5398-0EP40-0JA2
6.
Definieer de gewenste gebruikersvariabele.
7.
Druk op de softkey "Sluiten" om de editor te sluiten.
1.
Druk op de softkey "Activeren".
Het systeem vraagt om bevestiging.
2.
Selecteer of de tot nu toe geldige waarden van de definitiebestanden
moeten behouden blijven
- OF -
Selecteer of de tot nu toe geldige waarden van de definitiebestanden
moeten worden gewist.
Daarbij worden de definitiebestanden met de oorspronkelijke waarden
overschreven.
3.
Druk op de softkey "OK" om de procedure verder te zetten.
Machinefabrikant
Raadpleeg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.
Betekenis
Modaal actieve bewegingscommando's (bijv. G0, G1, G2, G3).
Per blok actieve bewegingen, verblijftijd (bijv. G4, G74, G75).
Programmeerbare verschuivingen, werkveldbegrenzing en poolprogramme‐
ring (bijv. TRANS, ROT, G25, G110).
Niveaukeuze (bijv. G17, G18)
Werkstuk bewerken
6.13 G- en hulpfuncties weergeven
161