contouroproepcyclus CYCLE62 doorgegeven aan de profileringscyclus CYCLE495. Er wordt
geprofileerd tot de profileringstoegift afgewerkt is.
U kunt as- of contourparallel profileren:
● Bij de contourparallelle profilering wordt bij elke beweging de contour gevolgd. Afhankelijk
van het uitgangsmateriaal kunnen bij de bewerking contourdelen wegvallen.
● Bij het asparallelle profileren wordt het profiel aangemaakt d.m.v. langssneden parallel
t.o.v. de bewerkingsas.
De profileringsprocedure kan onderbroken worden en op het onderbrekingspunt weer
voortgezet worden. Tussen de onderbreking en het voortzetten mag echter geen andere
profilering gestart, geen schijf verwisseld en geen Power On uitgevoerd worden.
De actuele profileringstoegift wordt opgeslagen op de kanaalspecifieke GUD-variabelen
S_GC_CONT_R[2], voor diagnosedoeleinden / progressieweergave en voor het voortzetten.
Verloop
Hoofdprogramma:
● Selectie van het vlakschaafcoördinatenstelsel
– met CYCLE435 (Pagina 204)(,,,) of
– met OEM- of gebruikerscyclus
● Voorpositionering vlakschaaf
De positie van de vlakschaaf moet zo worden gekozen dat vervolgens een botsingvrije
beweging naar de slijpschijf mogelijk is voor het profileren.
● Contouroproep met CYCLE62(,,,) (Pagina 199)
Met de contouroproep wordt het profiel van de slijpschijf doorgegeven aan de
profileringscyclus.
● Profileren met CYCLE495(,,,)
Met CYCLE495 wordt de schijf geprofileerd.
● Deselectie van het vlakschaafcoördinatenstelsel
– met CYCLE435 (Pagina 204)(,,,) of
– met OEM- of gebruikerscyclus
Voorbeeld
;*Hoofdprogramma
T="WHEEL" D1
CYCLE435("WHEEL",1,"DRESSER_6",1,0,0,10,10,0,0,0)
G0 X10
Z-40
CYCLE62("KONTUR",0,,)
CYCLE495("WHEEL",1,.5,100,131,0.01,,,0.345,100,0,11,90,85)
CYCLE435()
M30
Slijpen
Bedieningshandboek, 10/2015, 6FC5398-0EP40-0JA2
Daarna moet het actieve gereedschap van het gereedschapstype vlakschaaf zijn.
Technologische functies programmeren
9.2 Profileren (CYCLE495)
203