14.5
Sjablonen maken
U kunt eigen sjablonen maken voor het genereren van deelprogramma's en werkstukken. Die
sjablonen dienen dan als basis die verder kan worden aangepast.
Hiervoor kunt u deelprogramma's of werkstukken naar keuze gebruiken die u zelf heeft
gemaakt.
Opslagplaats van de sjablonen
De sjablonen voor het genereren van deelprogramma's of werkstukken worden in de volgende
directories opgeslagen:
HMI-Gegevens/Sjablonen/Fabrikant/Deelprogramma's of werkstukken
HMI-Gegevens/Sjablonen/Gebruiker/Deelprogramma's of werkstukken
Procedure
Slijpen
Bedieningshandboek, 10/2015, 6FC5398-0EP40-0JA2
5.
Plaats de cursor op het gewenste programma en druk op de softkey "OK".
Het geselecteerde programma wordt met padweergave in de eerste regel
van de lijst opgenomen.
- OF -
Voer de programmanaam rechtstreeks in de lijst in.
Let er bij het manueel invoeren op dat u het exacte pad (bijv. //NC/
WKS.DIR/MIJNPROGRAMMA.WPD/MIJNPROGRAMMA.MPF) opgeeft.
Eventueel worden //NC en de extensie (.MPF) aangevuld.
Bij meerkanalige machines kunt u opgeven in welk kanaal het programma
telkens moet worden geselecteerd.
6.
Om een programma uit de lijst te verwijderen, moet u de cursor in de
desbetreffende regel plaatsen en op de softkey "Wissen" drukken.
- OF -
Om alle programma's uit een programmalijst te wissen, moet u op de
softkey "Alle wissen" drukken.
1.
Selecteer het bedieningsbereik "Inbedrijfstelling".
2.
Druk op de softkey "Systeemgegevens".
3.
Plaats de cursor op het gewenste bestand, dat u als sjabloon wilt opslaan
en druk op de softkey "Kopiëren".
Programma's beheren
14.5 Sjablonen maken
305