Opmerking
U kunt blokken ook met de muis of met de cursortoetsen openen en sluiten:
● <Cursor rechts> opent het blok waarop de cursor staat
● <Cursor links> sluit het blok als de cursor op het begin of het einde van het blok staat.
● <ALT> en <Cursor links> sluit het blok als de cursor in het blok staat
Opmerking
DEF-instructies in programmablokken of blokvormingen in het DEF-deel van een
deelprogramma/cyclus zijn niet toegelaten.
6.10.7
Instellingen voor de editor
In het venster "Instellingen" voert u de voorinstellingen in die bij het openen van de editor
automatisch actief zijn.
Voorinstellingen
Instelling
Automatisch numme‐
ren
Eerste bloknummer
Staplengte
Verborgen regels
weergeven
Blokeinde als sym‐
bool weergeven
Slijpen
Bedieningshandboek, 10/2015, 6FC5398-0EP40-0JA2
9.
Open het blok.
10.
Plaats de cursor op het einde van het blok.
11.
Druk op de softkey "Blok annuleren".
Betekenis
● Ja: Na elke regelwissel wordt automatisch een nieuw bloknummer
toegekend. Daarbij zijn de bepalingen van kracht die onder "Eerste
bloknummer" en "Staplengte" zijn vastgelegd.
● Nee: Geen automatische nummering
Bepaalt het beginbloknummer van een nieuw gegenereerd programma.
Het veld is alleen zichtbaar wanneer onder "Automatisch nummeren" de invoer
"Ja" aanwezig is.
Bepaalt de stapwaarde van de bloknummers
Het veld is alleen zichtbaar wanneer onder "Automatisch nummeren" de invoer
"Ja" aanwezig is.
● Ja: Verborgen regels die met "*HD*" (hidden) zijn gemarkeerd, worden
weergegeven.
● Nee: Er worden geen met ";*HD*" gemarkeerde regels weergegeven.
Opmerking:
Bij de functie "Zoeken" resp. "Zoeken en vervangen" wordt alleen rekening
gehouden met zichtbare programmaregels.
Het symbool "LF" (Line feed) ¶ wordt aan het blokeinde weergegeven.
Werkstuk bewerken
6.10 Programma wijzigen
143