Opmerking
Zorg ervoor dat de contour volledig behouden blijft en de overgang naar het volgende element
verzekerd is.
9.1.5
Contouroproep (CYCLE62)
9.1.5.1
Functie
Functie
Door deze invoer wordt een verwijzing naar de geselecteerde contour ingesteld.
Er staan vier selectiemogelijkheden voor de contouroproep ter beschikking:
1. Contournaam
De contour bevindt zich in het op te roepen hoofdprogramma.
2. Labels
De contour bevindt zich in het op te roepen hoofdprogramma en wordt door de ingevoerde
labels begrensd.
3. Subprogramma
De contour staat in een subprogramma in hetzelfde werkstuk.
4. Labels in subprogramma
De contour bevindt zich in een subprogramma en wordt door de ingevoerde labels
begrensd.
9.1.5.2
Oproepen van de cyclus
Procedure
Slijpen
Bedieningshandboek, 10/2015, 6FC5398-0EP40-0JA2
1.
Het deelprogramma dat moet worden bewerkt, is gegenereerd en u be‐
vindt zich in de editor.
2.
Druk op de softkeys "Contour" en "Contouroproep".
Het invoervenster "Contouroproep" wordt geopend.
3.
Voer de parameters van de contourselectie in.
Technologische functies programmeren
9.1 Contour programmeren
199