Technologische functies programmeren
9.1 Contour programmeren
9.1.4
Contour wijzigen
9.1.4.1
Overzicht
Functie
Een bestaande contour kunt u lager veranderen.
U kunt afzonderlijke contourelementen
● bijvoegen,
● wijzigen,
● toevoegen of
● wissen.
9.1.4.2
Contourelement wijzigen
Procedure contourelement wijzigen
Procedure contourelement wissen
198
1.
Open het te bewerken deelprogramma.
2.
Open de contour.
3.
Selecteer met de cursor het programmablok waar u de contour wilt wijzi‐
gen. Open de geometrieprocessor.
De afzonderlijke contourelementen worden in een lijst weergegeven.
4.
Positioneer de cursor op de plaats waar u wilt invoegen of wijzigen.
5.
Selecteer met de cursor het gewenste contourelement.
6.
Voer de parameters in het invoervenster in of wis het element en selec‐
teer een nieuw element.
7.
Druk op de softkey "Overnemen".
Het gewenste contourelement wordt ingevoegd of gewijzigd.
1.
Open het te bewerken deelprogramma.
2.
Open de contour.
3.
Plaats de cursor op het contourelement dat u wilt wissen.
4.
Druk op de softkey "Element wissen".
5.
Druk op de softkey "Wissen".
Bedieningshandboek, 10/2015, 6FC5398-0EP40-0JA2
Slijpen