In het geval van een botsing met
een smal object
In het geval van een botsing met een smal object
zoals een lantaarnpaal, telefoonpaal of boom zal
de kracht van de impact die op de sensor wordt
uitgeoefend mogelijk niet genoeg zijn, dus zullen
de airbags niet ontplooien.
In het geval dat het voertuig onder
een ander voertuig schuift
In het algemeen zullen bestuurders plots
remmen wanneer een ongeval zich voordoet,
waardoor de neus van het voertuig omlaag
gaat. Daarom kan het voertuig onder een hoger
voertuig waarmee het botst zoals een bus of
vrachtwagen schuiven. De airbag wordt mogelijk
niet ontplooid in dit geval.
In het geval dat het voertuig omslaat
Als het voertuig omslaat of omrolt kunnen de
inzittenden niet volledig worden beschermt door
alleen de airbags. De airbag wordt mogelijk niet
ontplooid in dit geval.
Echter, de gordijnairbags of zij-airbags zullen
mogelijk ontplooien afhankelijk van de kracht die
uitgeoefend wordt op de zijkant van het voertuig
wanneer deze omslaat.
Secundaire letsels door
airbagontplooiing
Wanneer de airbagbesturingsmodule de impact
tijdens een ongeval detecteert, geeft ze opdracht
om de airbags te ontplooien. Door dat signaal
ontploft het poeder dat in de airbagmodule is
verwerkt en worden de airbags op heel korte tijd
ontplooid om de inzittenden te beschermen. Het
ontplooien van de airbags gaat gepaard met veel
lawaai, fel licht en rook. De ontplooiing van de
airbag kan secundaire letsels veroorzaken zoals
schaafwonden, kneuzingen, brandwonden of
letsels door glasscherven.
Veiligheidsonderdelen
2
2-25