Inloggen
Upload
Handleidingen
Merken
SSANGYONG Handleidingen
Automobielen
KORANDO 2019
SSANGYONG KORANDO 2019 Handleidingen
Handleidingen en gebruikershandleidingen voor SSANGYONG KORANDO 2019. We hebben
1
SSANGYONG KORANDO 2019 handleiding beschikbaar als gratis PDF-download: Gebruikershandleiding
SSANGYONG KORANDO 2019 Gebruikershandleiding (510 pagina's)
Merk:
SSANGYONG
| Categorie:
Automobielen
| Formaat: 61.48 MB
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
16
Gebruik de Onderdelen Van Het Voertuig Niet Voor andere Doeleinden
6
Het Belang Van Periodieke Controle
6
Informatie over Een Beroep Doen Op Een Erkend Servicecentrum Van Ssangyong
6
Introductie Van de Hoofdstukken
8
De Motor Opnieuw Starten Wanneer
16
Het Airconditioning Filter
24
Waarschuwingslampjes en Indicatoren
34
Voertuig Informatie en Veiligheidsvoorzorgen
37
Gebruik Geen Veiligheidsgordel Stopper
39
Voorzorgsmaatregelen Om Niet-Botsing Ongevallen te Verminderen
40
Rijgewoonten
41
Voorzorgsmaatregelen Voor Milieubescherming
41
Certificering
42
Afmetingen
45
Controle Voor Vertrek
52
Dagelijkse Inspectie
52
Motorkoelvloeistof Controleren
52
Motorolie Controleren
52
Banden Controleren
53
Remvloeistof Controleren
53
Riemen Controleren
53
Ruitensproeiervloeistof Controleren
53
De Parkeerrem Controleren
54
Parkeerrem Handmatig Type
54
Aanbevolen Rijpositie
55
De Pedalen Controleren
55
De Veiligheidsgordel Correct Dragen
56
Veiligheid en Voorzorg Voor Het Rijden
57
Voorzorgsmaatregelen Voor de Airbag
57
Slaap Niet in Een Afgesloten Voertuig
58
Voorzorgsmaatregelen Voor Baby's, Kinderen, Ouderen of Zwangere Vrouwen
58
Rijd Niet Met de Achterklep Open
59
Steek Geen Enkel Lichaamsdeel Door Het Raam of Zonnedak
59
Controleer Op Passerende Voertuigen en Voetgangers Wanneer U Uit Het Voertuig Stapt
60
De Motor Correct Opwarmen
60
Veilig Parkeren en Stoppen
60
In Het Hooggebergte
61
Niet Plots Starten, Accelereren of Remmen
61
Controleer Het Voertuig Na Het Oversteken
62
Gebruik Geen Mobiele Telefoon en Bekijk Geen DMB (Inclusief DVD) Tijdens Het Rijden
62
Op Een Helling Bergop of Bergaf Rijden
62
Rijden Op Een weg Met Plassen Water of Op Een Rivier
62
Een Kruispunt of Spoorwegovergang Oversteken
63
Gebruik Van de Motorrem
63
Rijden Op de Snelweg
63
Plaatsen Van Een Brandblusser
64
Vervoer Geen Gevaarlijke Materialen
64
Voorzorgsmaatregelen Voor Ventilatie Van Het Voertuig
64
Waarschuwingen en Voorzorgen Bij Het Controleren Van de Koelvloeistof
64
De Remmen Correct Inwerken Voor Een Nieuw Voertuig
65
Gebruik Van Originele Ssangyong-Onderdelen
65
Het Voertuig Onderhouden
65
Ssangyong Erkende Servicecentrums en Onderhouds-Partners
65
Het Voertuig Wassen
66
De Bumper Wassen
67
De Velgen Reinigen
67
Voorzorgsmaatregelen Bij Het Polijsten Van Het Voertuig
67
De Ruiten Reinigen en Onderhouden
68
Verzorging en Reiniging Van Het Interieur
68
Voorzorgsmaatregelen Bij Het Tinten Van de Ruiten
68
Afzetting Van Vreemde Materialen
69
Corrosiebescherming
69
Gordelverzorging
69
Voorzorgsmaatregelen Bij Het Gebruik Van de Sleutel
69
Brandstofaanbeveling
71
Systeem Veiligheidsmodus
71
Tanken Aan Vaten of Opslagcontainers
71
Ander Onderhoud
72
Gebruik Van Biodiesel en Brandstof Van Lage Kwaliteit
72
Diesel in de Winter
73
Veiligheidsonderdelen
75
Veiligheidsgordel Waarschuwing
76
De Veiligheidsgordel Omdoen
78
De Hoogte Van de Veiligheidsgordel Verstellen
79
De Veiligheidsgordel Gebruiken
79
De Veiligheidsgordel Losmaken
79
Opbergen Van de Veiligheidsgordel Achter
79
Opbergen Van de Veiligheidsgordel Sluitingen Achter
79
De (2-Punts-)Gordel Midden Achterin Bevestigen
80
Opbergen Van de Veiligheidsgordel Midden Achter
80
Veiligheidsgordel Midden Achter Losmaken
80
De (3-Punts-)Gordel Midden Achterin Bevestigen
81
De Veiligheidsgordel Voorspanner en Krachtbegrenzer
82
De Veiligheidsgordel Omdoen Voor Een Zwangere Vrouw
83
Gordelwaarschuwingen
83
De Veiligheidsgordel Gebruiken en Controleren en Het Belang Van Veilig Rijden
84
Veiligheid Van Baby's en Kinderen
86
Het Isofix/I-Size-Basisanker Gebruiken
91
Locatie Van de Isofix/I-Sizebasisankers en Het Topanker
91
Het Topanker Gebruiken
92
Waarschuwingslampje Airbag
94
Airbag Botsingsensor en Airbag Besturingsmodule
95
Configuratie Van de Airbag
95
Zij-Airbag Voorin
97
De Airbag Wordt Niet Ontplooid in Deze Gevallen
98
In Het Geval Van Een Botsing Achterop Het Voertuig
98
In Het Geval Van Een Lichte Botsing
98
In Het Geval Van Een Zijdelingse Botsing
98
In Het Geval Dat Het Voertuig Onder Een ander Voertuig Schuift
99
In Het Geval Van Een Botsing Met Een Smal Object
99
In Het Geval Van Een Diagonale Botsing
99
In Het Geval Dat Het Voertuig Omslaat
100
Werking Van de Airbag
102
De Bandenspanning Controleren
103
Weergave Van de Bandenspanning (TPMS) Status Op Het Instrumentenbord
105
Wanneer Het Systeem Een Lage Bandenspanning Detecteert
107
Wanneer U de Banden Geroteerd Heeft
107
Voorzorgsmaatregelen Voor Het (TPMS) Bandenspanning Controlesysteem
108
Diefstalpreventie en Waarschuwing Systeem
109
Waarschuwingslampje Startonderbreking/Smart Key
109
Bij Schade Aan de Transponder
110
Wanneer U de Sleutel Verliest
110
Activeren Van de Bewaking Modus
111
Activeren/Deactiveren Van Het Diefstal Alarm
112
Annuleren Van de Bewaking Modus
112
Het Diefstal Alarm Op Stand-By Zetten
112
Handige Uitrustingen
113
Deur Ver-/Ontgrendelingsknop
114
Hendel Deur Vergrendelen/ Ontgrendelen
114
Vergrendelen, Ontgrendelen en Het Openen Van de Deur
114
De Deur Auto-Lock Functie Tijdens Het Rijden
115
De Deur Auto-Lock Ontgrendelen Functie Bij Een Ongeluk
115
De Deuren Ver-/Ontgrendelen
116
Het Kinderslot Opheffen
116
Het Kinderslot Toepassen
116
De Hoofdsteun Verstellen
118
De Stoel Handmatig Verstellen
121
De Hoogte Van de Hoofdsteun Verstellen
122
Rugleuning Verstellen
123
De Achterbank Rugleuning Neerklappen
124
Stoelventilatie Voor
125
Bediening Slimme Stoelverwarming Voor
126
Stoelverwarming Voor
126
Stoelverwarming Achterbank
127
Stoelverwarming Achterbank Slimme Bediening
127
Waarschuwing en Opgelet Met Betrekking Tot de Stoelen
128
De Ramen Achter Openen/Sluiten
130
Knop Om Achterbank Ramen te Vergrendelen
131
Automatisch Openen
133
Automatisch Sluiten
133
Handmatig Openen
133
Handmatig Sluiten
133
Het Zonnedak Omhoog/ Omlaag Kantelen
134
Omhoog Kantelen (Het Achterste Deel Openen)
134
Omlaag Kantelen (Het Achterste Deel Sluiten)
134
Veiligheidsfunctie Zonnedak
134
Waarschuwing Zonnedak Open
134
Gevallen Waarin Het Nodig Is Om Het Zonnedak te Resetten
135
Het Zonnedak Resetten
135
Handmatig Bediende Achterklep
136
Elektrische Achterklep
137
Openen/Sluiten Met de Knop Op de Achterklep
138
Openen/Sluiten Met de Smart Key
138
Antiklembeveiliging Functie
139
De Elektrische Achterklep Resetten
139
De Openingshoogte Resetten
139
Activeren/Deactiveren Van de Smart Achterklep
140
Bedieningsstappen
141
De Smart Achterklep Functie Stoppen
141
De Achterklep Openen in Geval Van Nood
142
De Motorkap Openen
144
Controleren Voordat U de Motorkap Sluit
145
De Motorkap Sluiten
145
De Tankdop Afdekking Sluiten
147
Buiten Lichten/Lampen
148
Lichten en Lampen
148
Gevarenlicht
150
Het Standlicht Aan/Uit Zetten
150
Het Standlicht en Het Dimlicht Tegelijk Aan Doen (Passeren)
150
De Hoek Van de Koplampen Verstellen
151
De Lichtschakelaar Bedienen
154
Gevallen Waarin Het Standlicht Aan Gaat
154
Gevallen Waarin Het Standlicht Uit Gaat
154
Welkomstlicht
155
Welkomstmodus
155
Het Naar Huis Licht Bedienen
156
Het Van Huis Licht Bedienen
156
Van Huis/Naar Huis Licht
156
Van Huis/Naar Huis Licht Instellen
156
Auto Licht Sensor
157
Interieur Lampen
158
IP-Sfeerlicht (Overhead Console)
159
Schakelaar Voor Passagiersstoel
159
IP-Sfeerlicht Midden
160
Kofferbak Verlichting
160
Verbinding Functie Tussen de Smart Key
160
Zonneklep/Spiegel Verlichting
161
Sfeerverlichting Instelling
165
Verlichting in Handschoenkastje
165
Ruitenwissers
166
Ruitenwissers en Sproeiervloeistof
166
Voorruit en Verbinding Met de Sproeiervloeistof
166
Achterruit Verbinding Met de Sproeiervloeistof Functie
167
Ruitenwisser Achter
167
De Buitenspiegels In-/Uitklappen
168
De Buitenspiegels Verstellen
168
Manuele Dag-Nachtregelling
170
Verwarming en Airconditioning
171
Vervangen Van de A/C Koelvloeistof/Olie
172
De Verwarming en de Airconditioning Aan/Uit Zetten
175
Auto Modus
176
Handmatige Modus
176
De Blaasrichting Van de Lucht Selecteren
177
De Ruitverwarming Bedienen
177
De Ruiten Ontwasemen
178
AUTO Ontwasemen Systeem
179
De AUTO Ontwasemen Systeem Functie Activeren/Deactiveren
179
Werkingsniveaus Van Het Auto Ontwasemen Systeem
179
Verwarming en A/C Bediening (Type B)
180
De Temperatuur Regelen
181
De Ventilator Snelheid Bedienen
181
Verwarming en Airconditioning Instellen/Bedienen
181
Ruiten Ontijzen en Ontwasemen
182
Schakelen Tussen de Luchtrecirculatieen de Buitenluchtmodus
182
Ingangen Voor Multimedia
188
Stemherkenning Functie
188
De Modus Selecteren
189
Media Zoeken (SEEK)
189
Stroomaansluiting
190
De AC Omvormer Bedienen
191
Handige Uitrustingen in Het Interieur
193
Spiegel en Lamp
193
Bekerhouder Bij de Voorste/ Achterste Zitplaatsen
195
Handschoenkastje
196
Kaarthouder in de Deur
197
Rugleuning Opbergvak
198
Bagage Afdekking
199
De Bagage Afdekking Bevestigen
199
De Bagage Afdekking Positie Verstellen
199
De Bagage Afdekking Opbergen
200
Starten en Vertrekken
203
De Motor Opnieuw Starten Wanneer de Motor Niet Start
205
De Motor Starten
205
De Motor Starten in de Winter
206
De Motor Uitschakelen
206
De Motor Stoppen Tijdens Het Rijden (in Geval Van Nood)
207
Systeem Veiligheidsmodus
207
Opmerkingen over Het Gebruik Van de START/STOP Schakelaar
208
UIT-Stand (LOCK)
209
De Deuren Vergrendelen
213
Functie Van Iedere Knop
213
De Deuren Ontgrendelen (Wanneer Veilig Ontgrendelen Is Ingeschakeld)
214
De Achterklep Openen/Sluiten (a Type)
215
De Paniek Modus Activeren/ Deactiveren (B Type)
215
Aanvullende Functies
216
De Smart Door Auto-Lock Functie Activeren
216
De Smart Door Auto-Lock Functie Activeren (Activeren Met de Smart Key)
216
Ver-Ontgrendelen Met de Knop Op de Handgreep
217
Ontgrendelen Met de Handgreep Knop Deur Ver-/Ontgrendelen (Wanneer Veilig Ontgrendelen Is Uitgeschakeld)
217
Vergrendelen Met de Handgreep
217
Ontgrendelen Met de Handgreep Knop Deur Ver-/Ontgrendelen (Wanneer Veilig Ontgrendelen Is Ingeschakeld)
218
Voorzorgsmaatregelen Voor Gebruik Van de Smart Key / Sleutel Met Afstandsbediening
219
Voorzorgmaatregelen Voor Het Gebruik Van de Handgreep Knop Deur Ver-/ Ontgrendelen
220
De Deuren Ver-/Ontgrendelen Met de Noodreservesleutel
220
De Noodreservesleutel
220
De Noodreservesleutel Uit-/Inklappen
220
De Noodreservesleutel Gebruiken
220
De Batterij Van de Smart Key/ Sleutel Met Afstandsbediening Vervangen
221
De Motor Starten Met Een Smart Key
221
Instrumentenbord
223
Supervisie-Type
223
Standaardtype
224
Besturingsinformation Weergave
225
Motorkoelvloeistof Temperatuur
225
Rijsnelheid
225
Scherm
225
Toerental Motor (RPM)
225
Waarschuwingslampje Overdreven
225
Brandstofpeilmeter
226
Totale Kilometerstand
226
Automatische Versnellingsbak
227
Positie Van de Versnellingspook
227
Schakelindicator
227
En Indicatoren
228
Waarschuwingslampje
228
Waarschuwingslampje Airbag
228
Waarschuwingslampje Veiligheidsgordel
228
Waarschuwingslampjes
228
Motoroliedruk
229
Startonderbreking/Smart Key
229
Waarschuwingslampje
229
Waarschuwingslampje Accu
229
Waarschuwingslampje
230
Waarschuwingslampje Oververhitting Motor
230
Waarschuwingslampje SCR
230
Waarschuwingslampje Stuurbekrachtiging
230
Waarschuwingslampje Remmen
231
Waterafscheider
231
Waarschuwingslampje ABS (Antiblokkeerremsysteem)
232
Waarschuwingslampje Elektronische Parkeerrem (EPB)
232
Waarschuwingslampje Elektronische Remkrachtverdeling (EBD)
232
Auto Hold
233
Indicator/Waarschuwingslampje
233
Motorcontrole-Indicator
233
Stuurwiel Verwarming Indicator
233
Elektronisch Stabiliteit Controle Systeem (ESP) AAN Indicator/ Waarschuwingslampje
234
Elektronisch Stabiliteit Controle Systeem (ESP) UIT Indicator
234
Waarschuwingslampje Brandstofpeil Laag
234
Algemeen Waarschuwingslampje
235
Autonoom Noodrem Systeem (AEBS) Waarschuwingslampje
235
Autonoom Noodrem Systeem (AEBS) UIT Indicator
236
Voorgloei-Indicator
235
Autonoom Noodrem Systeem (AEBS)
236
Helling Afdaling Regelaar (HDC) AAN Indicator/Waarschuwingslampje
236
Indicator / Waarschuwingslampje LKAS (LDWS)
236
HBA-Indicator
237
Mistkoplampen AAN Indicator
237
Mistlicht Achter AAN Indicator
237
Verlichting on Indicator
237
Indicator Grootlicht
238
Indicator Wintermodus
238
Waarschuwingslampje Richtingaanwijzer/Gevarenlicht
238
Handen Los
239
ISG-Indicator/Waarschuwingslampje
239
SPORT Modus Indicator
239
4Wd Check
240
4WD LOCK ON-Indicator
240
Indicator ISG UIT
240
Waarschuwingslampje
240
Waarschuwingslampje Overdreven Snelheid (Enkel GCC)
241
Hoofdmenu
242
Starten en Vertrekken
242
Indicator Paneel Op Instrumentenbord
242
Boordcomputer Dagteller
243
Hoofdmenu Lijst
243
Informatie
243
Resterend Rijbereik/Gemiddeld Brandstofverbruik/Huidig Brandstofverbruik
243
Afstand/Gemiddelde Snelheid
244
Besturingsinformation Na Vertrek
245
Opmerkingen Voor de
247
Gebruikersinstelling
248
Bericht Op Het Scherm Van Het Instrumentenbord
254
Instrumentenbordverlichting Helderheid
302
Instrumentenbordverlichting Helderheid Aanpassen
302
Starten en Vertrekken
302
Versnellingspook Bij Handmatig Schakelen
303
Terugschakelen
304
Stand Van de Versnellingspook Tijdens Het Parkeren
304
Gebruik de Koppeling
304
Rijtips Voor Normaal Vertrekken Op Een Helling
304
Bediening Van de Parkeerrem Bij Het Oprijden Van Een Helling
305
Schakelhendels
306
Schakelaar Rijmodus
307
Schakelblokkering
307
Bediening Procedures Voor Schakelblokkering
307
P (Parkeerrem) Positie
308
R (Achteruit) Positie
308
N (Vrijloop) Positie
308
D (Rijstand) Positie
309
Schakelen
310
Weergave Van de Positie Van de Versnellingspook Op Het Instrumentenbord
311
Rijden in Een Voertuig Uitgevoerd Met Automatische Versnellingsbak
313
De Kickdown Functie Gebruiken
315
Veiligheidsmodus Van de Automatische Versnellingsbak
315
De Veiligheidsmodus Resetten
315
Omschakelen Naar 4WD LOCK
317
Rijmodus en Indicatoren
317
Waarschuwingslampje (Rood)
317
Voorzorgsmaatregelen Bij Het Gebruik Van Het 4WD Systeem
318
Starten en Vertrekken
320
Automatisch Uitschakelen Van de Motor
321
ISG-Systeem Uit
322
Voorwaarden Voor de Activering Van Het ISG-Systeem
322
Voorwaarden Voor Accu Sensor Inschakelen (BSC)
323
Voorwaarden Voor Het Gebruik Van Cruise Control
324
Cruise Control Schakelaar Snelheidsregelaar en Indicator
324
De Cruise Control Snelheid Instellen
326
Snelheid Opvoeren Met de Cruise Control
327
Wanneer Het Cruise Control Systeem Is Ingeschakeld
327
Wanneer Het Cruise Control Systeem Niet Is Ingeschakeld
327
Snelheid Afnemen Met de Cruise Control
328
De Cruise Control Uitschakelen
328
Omstandigheden Voor Deactivering
328
Andere Omstandigheden Voor Deactiveren Afhankelijk Van de Voertuig Omstandigheden
329
De Cruise Control Hervatten
329
De Intelligent Cruise Control Inschakelen Op Het Instrumentenbord
331
Snelheid Opvoeren
332
Snelheid Afnemen
332
Tijdelijk Accelereren (Override)
332
Deactiveren
333
Voorwaarden Voor Uitschakelen
333
Andere Voorwaarden Voor Uitschakelen
333
Hervatten
334
De Veilige Afstand Tot Voorliggend Voertuig Instellen
337
Optrekken Bij Druk Verkeer
338
Detectie Sensor Vooraan (Radar Voor+ Camera Voor)
338
Voertuig Detectie Kan Moeilijk Zijn Onder de Volgende Omstandigheden
339
Niet Gedetecteerde Voetganger Voor
340
Op Een Steile Opwaartse of Neerwaartse Helling
341
Van Rijstrook Wisselen
341
Voorliggend Voertuig Detecteren
342
Veilige Snelheidsregulering Instellen
343
Voorwaarden Voor Werking Veilige Snelheidsregulering
343
Bedieningsproces
344
De Snelheidslimiet in Het Instrumentenbord Instellen
348
De Snelheidslimiet AAN/UIT Zetten
348
Waarschuwingslampje en Indicator Met Betrekking Tot Remmen
350
Starten en Vertrekken
350
Controleren Op Vreemde Objecten Bij de Voetpedalen
351
De Remschijven/-Blokken Controleren en Vervangen
352
Waarschuwingslampje ABS
353
Elektronische Remkrachtverdeling (EBD)
353
Waarschuwingslampje EBD
353
Noodstopsignaal (Emergency Stop Signal (ESS))
354
Omstandigheden Voor Activering en Deactivering
354
Indicator/Waarschuwingslampje ESP
355
Wanneer Het Is Nodig Om de ESP Functie te Deactiveren
356
Helling Afdaling Regelaar (HDC)
357
De HDC Functie Activeren/Deactiveren
357
Indicator/Waarschuwingslampje HDC
358
Voorwaarden Voor Activeren HDC
358
Voorwaarden Voor Deactiveren HDC
358
HDC Bediening
358
Waarschuwingslampje Remmen
359
De Handmatige Parkeerrem Bedienen
359
De Handmatige Parkeerrem Loslaten
359
Elektronische Parkeerrem (EPB)
360
De EPB Aanbrengen
360
De EPB Loslaten
360
De EPB Automatisch Loslaten
361
Waarschuwingslampje Epb/Remmen
361
Waarschuwingslampje EPB
361
EPB in Geval Van Nood Modus
361
Wanneer U Parkeert Op Een Opwaartse Helling
362
De AUTO HOLD Functie Activeren
363
De AUTO HOLD Functie Deactiveren
363
De AUTO HOLD Functie Gebruiken
363
Indicator/Waarschuwingslampje AEBS
365
Indicator AEBS UIT
365
AEBS Is Geactiveerd
366
Instelling Voor de Gevoeligheid Voor Een Frontale Botsing Waarschuwing
366
AEBS Werking
367
Omstandigheden Voor Activering
368
De AEBS Kan Een Voertuig Niet Goed Herkennen
368
Bij Het Wisselen Van Rijstrook
370
Voorliggend Voertuig Herkennen
371
De AEBS Kan Een Voetganger Niet Herkennen
371
Scherm Van Het Activeren Van Waarschuwingssysteem Achteren Zijkant
373
Activeren/Deactiveren Van de Buzzer Van Het Waarschuwingssysteem Achter- en Zijkant
374
Blinde Hoek Detectie (BSD) Systeem
376
Melding Verkeer Schuin Achter (Rear Cross Traffic Alert (RCTA)) Systeem
377
De RCTA Waarschuwingsbuzzer Activeren/Deactiveren
377
Melding Verkeer Schuin Achter (Rear Cross Traffic Alert (RCTA)) Geluid In-/Uitschakelen
377
Gevallen Waarin Het RCTA Systeem Uitvalt
379
Exit Assist Functie (EAF)
380
EAF In-/Uitschakelen
380
EAF ALARM In-/Uitschakelen
380
Waarschuwingssysteem Afwijken Van Rijstrook (Lane Departure Warning Sysytem (LDWS))
381
Het LDWS Activeren/Deactiveren
381
Indicator LDWS AAN
381
LKAS In-/Uitschakelen
385
Indicator LKAS AAN
386
Wanneer Het Systeem Niet Is Ingeschakeld
387
Instelling
389
Obstakeldetectie Voor/Achter
390
Starten en Vertrekken
390
Obstakeldetectie Voor/Achter Systeem Activeren
391
Indicatie Op Het Scherm Van Het Instrumentenbord
391
Interval Van Waarschuwingssignaal
392
Sensor- en Systeemdefecten
392
Wanneer Het Detectie Bereik Van de Sensor Smaller Wordt
393
Voorzorgmaatregelen Met Betrekking Tot Het Obstakeldetectie Voor/Achter Systeem
394
Omgevingscamera Systeem Achter
394
Dubbel Parkeren (2-Rijen Diep Parkeren)
396
Voertuigen Met EPB
396
Noodmaatregelen in Geval Van Nood
397
Gevarendriehoek en Bandgereedschap
398
Opbergplek Van de Gevarendriehoek
398
Bandgereedschap
398
Locatie Waar Het Bandgereedschap Opgeborgen Ligt
399
Wanneer U de Motor Niet Kunt Starten Vanwege Een Lege Accu
400
De Motor Starten Met Behulp Van Een Startkabel
400
Wanneer de Motor Oververhit Is of er andere Problemen Optreden
402
Wanneer de Motor Oververhit Is Zodat Het Waarschuwingslampje Aan Gaat
402
Symptomen Bij Oververhitting Van de Motor
402
Noodmaatregelen Bij Oververhitting Van de Motor
402
Wanneer Het Waarschuwingslampje Waterafscheider Aan Gaat (Diesel Voertuig)
403
Bij Een Lekke Band
404
Onderdelen Van de Reparatiekit Voor Banden Reparatie
405
De Bediening Van de Reparatiekit Voor Banden Reparatie
406
Een Lekke Band Repareren
406
De Bandenspanning Controleren Na Het Repareren Van Een Lekke Band
410
Een Band Oppompen
411
De Band (Reservewiel) Verwijderen
412
De Band (Reservewiel) Verwisselen
413
Bij Het Verwisselen Van Een Voorband
413
Bij Het Verwisselen Van Een Achterband
414
Voorzorgsmaatregelen Bij Het Vervangen Van Een Band
416
Wanneer Uw Voertuig Weggesleept Moet Worden
417
Een Defect Voertuig Slepen
417
Voor 2WD-Modellen
417
Slepen Met Takelwagen
417
Voor 4WD-Modellen
417
De Sleephaak Bevestigen
418
Een Sleeptouw Gebruiken
419
Slepen Van Aanhangwagens
420
Aanhangwagenbelasting
420
Maximale Belasting
420
Gewicht Van de Trailer
421
Trekstangbelasting
421
Rijden Op Een Helling
423
Parkeren Op Een Heuvel
423
Weer Vertrekken Na Het Parkeren Op Een Helling
423
Onderhoud Bij Het Slepen Van Een Trailer
423
Wat te Doen Bij Een Ongeval
425
Tips Voor Wanneer Een Ongeval of Defect Optreedt Op de Autosnelweg
425
Wat te Doen Bij Brand
426
Een Brandblusser in Het Voertuig Plaatsen
426
De Brandblusser Gebruiken
426
De Brandblusser Controleren en Onderhouden
426
In Het Geval Van Zware Sneeuwval
427
Periodieke Controle en Onderhoud
429
Onderhoudsvoorschriften - Dieselmotor (EU)
430
Chassis en Carrosserie
431
Onderhoudsvoorschriften - Dieselmotor (GEN)
433
Onderhoudsvoorschriften (Extreme Omstandigheden) Dieselmotor
436
Het Motorcompartiment Controleren
445
Niveau Controleren
448
Functie Van Motorolie
449
Verbruik Van Motorolie
449
Motorverzorging
449
Interval Voor Verversen
450
Specificaties en Volumes
450
Waarschuwingen en Opgelet Bij Het Controleren
450
Luchtfilter
454
Waterafscheider Functie
456
Rem- en Koppelingsvloeistof (M/T)
457
Specificaties en Vervanging
457
Niveau Controleren en Bijvullen
457
Accuonderhoud
459
Specificaties
459
De Ruitenwissers Controleren en Vervangen
462
De Rubbers Van de Ruitenwissers Vervangen
462
De Rubbers Van de Ruitenwisser Achter Vervangen
462
Specificaties Van de Ruitenwisser Rubbers
462
De Zekeringen en Relais Controleren en Vervangen
464
Motorcompartiment Zekeringen Schakelaarkast
464
Zekering- en Schakelaarkast Interieur
464
De Zekeringen Controleren en Vervangen
465
De Lampjes Controleren en Vervangen
466
Specificaties Van de Lampjes en Controleren
466
Specificaties en Aantallen Van Lampjes en Peren
466
De Lampen Controleren
467
Positie Van Buitenverlichting en Lampen
468
De Buitenverlichting Vervangen
469
Nummerplaatverlichting Vervangen
469
Posities Van de Interieurverlichting
470
De Interieurverlichting Vervangen
471
IP-Sfeerlicht Vervangen
471
IP-Sfeerlicht Midden Vervangen
471
De Zonneklep/Spiegel Verlichting Vervangen
472
De Verlichting in Het Handschoenkastje Vervangen
473
Het Airconditioning Filter Vervangen
474
De Banden en Velgen Controleren
476
De Bandenspanning Controleren
476
De Voorgeschreven Bandenspanning
476
Wieluitlijning en Balans Tussen Band en Velg
476
De Banden Roteren
477
De Slijtage Aan de Banden Controleren
477
Winterband
477
Veiligheidskettingen
478
Voorzorgmaatregelen Voor de Banden en Velgen Controleren
478
De Motor Starten en Wegrijden
480
De Motorkoelvloeistof Onderhouden
480
De Motorolie Onderhouden
480
Het Voertuig Onderhouden
480
Ruitensproeiervloeistof Onderhouden
480
Winterbanden Plaatsen
480
Ander Onderhoud
481
De Airconditioning Beheren
481
Een Diesel Aangedreven Voertuig Onderhouden
481
Voorzorgsmaatregelen Voor Parkeren in de Winter
482
Voorzorgsmaatregelen Bij Het Gebruik Van Biodiesel
483
Opmerkingen over Het Rijden in Een Voertuig Uitgevoerd Met
484
Waarschuwingen Voor Zelf Onderhoud Plegen
485
Fijnstof Reductie Beheer Voor Diesel Voertuigen
486
Regulering Voor Uitlaatgas en Aanverwante Systemen
486
Als Het Lampje 'Engine CHECK
487
Emissiebeperking
487
Eu5
487
Knippert
487
Nox-Filter (Lean & Nox Trap, LNT) - Roetfilter (Diesel Particulate Filter, DPF) - EU6
487
Regeneratieproces
487
Uitlaatgas Nabehandeling Systeem II (SCR)
488
Waarschuwing Vanwege Een Laag Niveau Van Ureumoplossing
488
Waarschuwing Vanwege Een Verkeerd Ureumoplossing Systeem, Een Laag Niveau Van Ureumoplossing en Katalysator Efficiëntie
489
De Ureumoplossing Bijvullen
494
De Herstart Bescherming Opheffen
495
De Ureumoplossing Opbergen
495
Restricties Voor Opnieuw Starten Vanwege Een Laag Niveau Van Ureumoplossing
495
Voorzorgmaatregelen Bij Het Uitlaatgas Nabehandeling
496
Advertenties
Advertenties
Geralateerde Producten
SSANGYONG KORANDO e-motion 2021
SSANGYONG C300 2019
SSANGYONG E100 2021
SSANGYONG J100 2022
SSANGYONG TORRES 2022
SSANGYONG Categorieën
Automobielen
Meer SSANGYONG Handleidingen
Inloggen
Inloggen
OF
Inloggen met Facebook
Inloggen met Google
Handleiding uploaden
Uploaden vanaf harde schijf
Uploaden vanaf URL