Advertenties
De motor starten ............................................. 4-3
De motor starten ............................................. 4-7
De motor starten en rijden ............................ 6-35
De motor starten met behulp van
de startkabels ................................................. 5-4
De motor starten met een smart
key met lege batterij of bij storing etc.
(in een noodgeval) ........................................ 4-16
De motor stilleggen......................................... 4-4
De motor stilleggen......................................... 4-8
De motor stilleggen tijdens het rijden
(in een noodgeval) .......................................... 4-4
De motorkap openen .................................... 3-29
De motorkap sluiten...................................... 3-29
De motorkoelvloeistof onderhouden ............. 6-35
De motorolie onderhouden ........................... 6-35
De noodreservesleutel gebruiken ................. 4-15
De noodreservesleutel uit-/inklappen ........... 4-15
De openingshoogte resetten ........................ 3-25
De paniekmodus activeren/deactiveren
(B-type) ......................................................... 4-11
De parkeerrem controleren .......................... 1-18
De pedalen controleren ............................... 1-19
De portieren ontgrendelen (wanneer
veilig ontgrendelen is ingeschakeld)............. 4-10
De portieren ontgrendelen (wanneer
veilig ontgrendelen is uitgeschakeld)............ 4-11
De portieren vergrendelen .............................. 4-9
De portieren vergrendelen/ontgrendelen ........ 3-4
De ramen bestuurdersstoel/voorste
passagiersstoel bedienen ............................. 3-16
De ramen bestuurdersstoel/voorste
passagiersstoel sluiten ................................ 3-16
De remmen van een nieuw voertuig
correct inremmen ......................................... 1-28
De remschijven/-blokken controleren
en vervangen .............................................. 4-123
De rugleuning verstellen ............................... 3-10
De ruiten ontvochtigen.................................. 3-57
De ruiten reinigen en onderhouden ............. 1-30
De ruitenwissers controleren en de
bladen vervangen ......................................... 6-19
De smart achterklep activeren/
deactiveren ................................................... 3-25
De smart achterklep openen ........................ 3-26
De smart achterklepfunctie stoppen ............. 3-26
De snelheid van de ruitenwissers
aanpassen .................................................... 3-45
De snelheidslimiet AAN/UIT zetten ............. 4-120
De snelheidslimiet in het
instrumentenbord instellen ......................... 4-119
De sproeiervloeistof onderhouden................ 6-35
De stoel handmatig verstellen ........................ 3-9
De tankdop openen ...................................... 3-30
De tankdop sluiten ........................................ 3-31
De veiligheidsgordel correct dragen ............ 1-20
De veiligheidsgordel gebruiken ..................... 2-5
De veiligheidsgordel losmaken ...................... 2-5
De veiligheidsgordel omdoen ........................ 2-4
De veiligheidsgordel omdoen voor
een zwangere vrouw ..................................... 2-8
De veiligheidsmodus resetten wanneer
de versnellingspook is vergrendeld in
een positie .................................................... 4-97
De velgen reinigen........................................ 1-30
De voorgeschreven bandenspanning .......... 6-32
De zonneklep-/spiegelverlichting
vervangen ..................................................... 6-28
Deactiveren ................................................ 4-110
Deactiveren .................................................4-111
Dempen ........................................................ 3-65
Detectiesensor voor (radar voor +
camera voor) .............................................. 4-115
Deuren vergrendelen in noodgevallen............ 3-3
Deuren vergrendelen met mechanische sleutel
(behalve portier aan bestuurderszijde) ........... 3-3
Draadloze telefoonoplader* .......................... 3-73
D-stand (rijden) ............................................. 4-92
Dubbel parkeren (in 2 rijen parkeren) ......... 4-165
E
ECM binnenspiegel* ..................................... 3-48
Eco-modus ................................................... 3-58
Een band (reservewiel) verwisselen
(tijdelijk) ........................................................ 5-15
Een band oppompen .................................... 5-13
Een brandblusser in het voertuig
plaatsen ........................................................ 5-28
Een defect voertuig slepen ........................... 5-19
Een kinderbeveiligingssysteem vastzetten
met het 'ISOFIX/i-Size-systeem' en
topankersysteem* ......................................... 2-17
Een kruispunt of spoorwegovergang
oversteken .................................................... 1-26
Een lekke band repareren ............................ 5-10
Index
7-5
Advertenties
