Wanneer het systeem een lage
bandenspanning detecteert
Het algemene waarschuwingslampje (
de positie-indicator op het instrumentenbord
lichten op wanneer het systeem een veel te
lage bandenspanning detecteert.
Als dit gebeurt, dient u uw voertuig te laten
controleren en onderhouden bij een erkend
servicecentrum van SsangYong Motor.
Let op
• Als u door blijft rijden met lage
bandenspanning kan dit negatieve effecten
hebben op de levensduur van de banden, het
vermogen en de remkracht van het voertuig
en het brandstofverbruik.
• Als u uw voertuig niet naar een erkend
servicecentrum van SsangYong Motor kunt
brengen, vul dan lucht bij in de banden met
behulp van de reparatiekit voor banden
reparatie.
► Zie "Een band oppompen" (P. 5-13)
2-32
Veiligheidsonderdelen
Wanneer u de banden
geroteerd heeft
Wanneer u de banden geroteerd heeft zal het
) en
bandenspanningscontrolesysteem (TPMS) de
positie van elke band resetten.
Wanneer het voertuig wordt bestuurd met een
snelheid van 20 km/u of meer, dan wordt de
bandenspanning gereset binnen 5 minuten al
kan deze tijd enigszins afwijken afhankelijk van
de status van het systeem.
► Zie "De banden roteren" (P. 6-33)
Waarschuwing
Wanneer u een band vervangt die gerepareerd is
door de band met dichtmiddel te vullen, laat dan
altijd de bandenspanningcontrolemodule en het
controlesysteem controleren door een erkend
servicecentrum van SsangYong Motor.
• Als u de banden heeft geroteerd
of een wielmodule (inclusief de
bandenspanningssensor) heeft vervangen,
dan zal de band op die positie mogelijk niet
correct herkend worden wanneer u weer gaat
rijden en wordt mogelijk de oude bandendruk
weergegeven en kan het algemene
waarschuwingslampje (
tijdelijk en duidt niet op een defect.
• De tijd die nodig is voor het resetten van de
banden positie kan verschillen afhankelijk
van de rijomstandigheden van het voertuig.
Voorzorgsmaatregelen voor
het (TPMS) Bandenspanning
controlesysteem
• Als een wiel zonder wielmodule (bandenspanning-
• Vertrouw niet enkel op het bandenspannings-
• Het bandenspanningscontrolesysteem (TPMS)
• Op plaatsen met een sterk elektromagnetisch
Let op
• Als er een vreemd object vast komt te zitten op
) aangaan. Dit is
• Wanneer u rijdt met sneeuwkettingen
Let op
detectiesensor) wordt geïnstalleerd licht het
algemene waarschuwingslampje op en is het
TPMS-systeem niet actief.
controlesysteem (TPMS) en controleer de
bandenspanning altijd voor vertrek.
werkt door draadloos te communiceren met
de wielmodules in elk wiel. Daarom kan een
elektronisch apparaat zoals een radardetector
interferentie veroorzaken als deze wordt
geïnstalleerd in het voertuig en kan het
systeem mogelijk niet juist werken.
veld (politiebureaus, overheidsgebouwen,
radio- of televisiestations, militaire
faciliteiten, zendtorens etc.), werkt het TPMS
mogelijk niet juist en kan het algemene
waarschuwingslampje (
) aangaan.
de verzender bij de wielen wanneer u rijdt op een
weg met modder of sneeuw, of er sterke externe
radiogolven interferentie veroorzaken, of een
metalen object nabij de verzender zit, dan kan
dit mogelijk de communicatie met de ontvanger
belemmeren en wordt de bandenspanning
mogelijk niet tijdig of niet normaal getoond.
om de wielen, kunnen de kettingen de
communicatie tussen de wielmodule en
de antenne belemmeren en werkt het
bandenspanningscontrolesysteem (TPMS)
mogelijk niet normaal. Echter, zal dit de
werking van het voertuig niet beïnvloeden.