• Rijd voorzichtig op bergwegen, aangezien de
buitenkant van de weg kan instorten.
• Wanneer u bergafwaarts rijdt, schakel terug en
rijd rustig door te laten remmen op de motor.
In het hooggebergte
• De werkingsstabiliteit van een dieselmotor kan
niet worden gegarandeerd in een gebied dat
hoger dan 2.500 meter boven de zeespiegel ligt.
Een korte rit op grote hoogte, bijvoorbeeld het
doorrijden van een tunnel, vormt geen probleem.
U blijft echter beter niet gedurende langere
tijd op dergelijke hoogte rijden. Als u dat wel
doet, kunt u schade berokkenen aan de motor.
Het motorvermogen, het klimvermogen en de
uitstoot hangen af van de hoogte.
Rijden op besneeuwde of
bevroren wegen
• Indien mogelijk, rijd langzaam.
• Aangezien de remweg langer dan gebruikelijk
is, houd voldoende afstand van voorliggers.
• Plotseling accelereren of remmen kan uw
voertuig doen slippen, wat tot een ongeval leidt.
• Wanneer u rijdt op een bevroren of besneeuwd
of glad wegdek, maak gebruik van remmen op
de motor om af te remmen. Plotseling remmen
kan uw voertuig doen slippen, wat tot een
ongeval leidt.
• Gebruik de rem pas nadat u het voertuig
voldoende heeft laten afremmen door te
remmen op de motor.
• Gebruik sneeuwbanden om veiliger te rijden
op besneeuwde of bevroren wegen.
Rijden op zanderige of modderige
wegen
• Houd een constante, zo laag mogelijke
snelheid aan.
• Plots accelereren of stoppen tijden het rijden
kan ertoe leiden dat uw voertuig vast komt te
zitten in het zand of modder.
• Als het voertuig vast komt te zitten in zand
of modder, plaats een steen of houten plank
onder de wielen en probeer uit het zand of
de modder te rijden. Of, trapt lichtjes op het
gaspedaal en probeer het voertuig los te
wiegen door rustig vooruit en achteruit te
rijden.
• Als u het gaspedaal overdadig gebruikt om
weg te rijden uit zand of modder kunnen de
banden slippen, wat schade kan veroorzaken
aan de versnellingsbak en aandrijf systemen.
Laat, indien mogelijk uw voertuig slepen door
een ander voertuig.
Op een helling bergop of bergaf
rijden
• Plaats de versnellingspook in de beste
verhouding naargelang de omstandigheden.
• Als u plotseling remt op de motor tijdens
het bergop of bergaf rijden kan de motor
beschadigd raken. Verminder vaart en
schakel terug naar een lagere versnelling.
• Gebruik op een lange afdaling zowel de
motorrem als de voetrem. Continu op het
rempedaal trappen terwijl u een lange
helling bergaf rijdt kan het remsysteem doen
oververhitten, wat leidt tot vermindering in
remkracht en kan een ongeval veroorzaken.
Waarschuwing
Rijden op een weg met plassen
water of in een rivier
• Vermeid indien mogelijk te rijden op een weg
met plassen water of op een rivier. Als er
water in de motor en de elektrische systemen
terechtkomt, kan dit uw voertuig ernstig
beschadigen.
• Als u toch een weg met plassen of een rivier
moet oversteken, kies dan een ondiep deel
waar de uitlaatpijp nooit onder water zal
komen en rijdt met een rustige, constante
snelheid.
• Controleer steeds de bodem alvorens u met
uw auto een rivier oversteekt. Rijd niet door
het water als de bodem bedekt is met zand of
grote rotsen.
• Als meerdere voertuigen samen de rivier
oversteken, kan het pad waar andere
voertuigen zijn overgestoken ingestort zijn.
Kies indien mogelijk een ander pad om over
te steken.
Voorzorgsmaatregelen bij het
oversteken
• Als de motor stilvalt tijden het rijden op
een weg met plassen water of op een rivier,
probeer niet opnieuw te starten en laat uw
voertuig slepen.
• Let erop dat er geen water in de motor komt
via de luchtfilter.
• Schakel nooit tussen versnellingen tijden het
rijden op een weg met plassen water of op een
rivier.
Afbeeldingen inhoudsopgave
1
1-25