Advertenties
• Het kan mogelijk een voertuig detecteren
in een andere rijstrook in een bocht wat
invloed kan hebben op de snelheid van
uw voertuig. Wees u altijd bewust van het
verkeer om u heen en verminder vaart door
het rempedaal te gebruiken indien nodig.
• In dit geval dient u de verkeerssituatie in te
schatten en op et gaspedaal te trappen om
onnodig afremmen te voorkomen.
Op een steile opwaartse of
neerwaartse helling
• Het voertuig kan plotseling accelereren
naar de ingestelde snelheid wanneer het
een voorliggend voertuig in uw rijstrook niet
herkent op een opwaartse of neerwaartse
helling.
• Wanneer een voorliggend voertuig wordt
herkend kan de rijsnelheid plotseling
worden verminderd.
• Wees u altijd bewust van het verkeer
om u heen en verminder vaart door het
rempedaal te gebruiken indien nodig.
Van rijstrook wisselen
• Wanneer er een voertuig van een
aangrenzende rijstrook naar uw rijstrook
wisselt zal het systeem het mogelijk niet
herkennen totdat het voertuig volledig
binnen het detectiegebeid is.
• Wees dus voorzichtig omdat de sensor
een voertuig dat u afsnijdt te laat kan
herkennen.
• Verminder vaart om de tussenliggende
afstand tot een voertuig voor u te behouden
wanneer dit voertuig langzamer rijdt dan de
ingestelde snelheid.
• Behoud de tussenliggende afstand tot een
voertuig voor u door de ingesteld snelheid
aan te houden wanneer dit voertuig sneller
rijdt dan uw rijsnelheid.
Starten en rijden
4
4-117
Advertenties
