Controleer het voertuig na het
oversteken
• Als er water in het remsysteem komt, neemt
de effectiviteit van de remmen af. Na het
oversteken van een weg met plassen water of
een rivier moet u rustig rijden en een aantal
maal het rempedaal intrappen. Rijd weer
normaal nadat de remmen zijn gedroogd dat
de warmte van de frictie en u gecontroleerd
heeft dat de remkracht weer normaal is.
• Controleer de onderdelen aan de onderkant
van het voertuig waar olie en vloeistoffen
worden geïnjecteerd. Als u problemen
tegenkomt laat uw voertuig dan onmiddellijk
controleren.
• Controleer alle lampen en elektrische
voorzieningen en vervang ze indien nodig.
• Controleer de carrosserie en de onderkant
van het voertuig op schade. Als u problemen
tegenkomt laat uw voertuig dan onmiddellijk
controleren.
• Als uw voertuig zwaar bevuild is, was deze
dan om de carrosserie te beschermen.
Waarschuwing
Gebruik geen mobiele telefoon en
bekijk geen DMB tijdens het rijden
• Wanneer u tijdens het rijden uw mobiele
telefoon gebruikt of DMB (inclusief DVD)
bekijkt, kunt u afgeleid raken en een ongeval
veroorzaken. Stop indien nodig op een veilige
plaats om uw mobiele telefoon te gebruiken.
1-26
Afbeeldingen inhoudsopgave
Waarschuwing
Rijden op de snelweg
• Voordat u vertrekt, controleer het weerbericht
en het brandstofpeil, rem systeem, koelsysteem,
slijtage van de banden en bandenspanning, en
onderhoud uw voertuig goed.
• Indien mogelijk rijd langzaam gedurende de
eerste 2km na het starten.
• Houd u altijd aan de snelheidslimiet en rijd niet
te hard.
• Houd steeds een veilige afstand tussen het
voertuig voor u.
• In het geval van slecht weer, verdubbel
de afstand tussen het voertuig voor u ten
opzichte van de normale veilige afstand en
verminder uw snelheid met meer dan de helft.
• Laat geen onnodige spullen in uw voertuig
slingeren.
• Controleer en onderhoud het voertuig
periodiek om de optimale conditie van uw
voertuig te bewaren.
Een kruispunt of
spoorwegovergang oversteken
• Wanneer u een kruispunt of
spoorwegovergang oversteekt, stop dan voor
de kruising en controleer of het veilig is, steek
dan vlug over in een lagere versnelling, indien
mogelijk zonder te schakelen.
• Als de motor stopt op een kruispunt of
spoorwegovergang verplaats het voertuig
dan snel naar een veilige plaats. Indien nodig,
vraag omstanders om hulp.
Waarschuwing
Bedien het stuurwiel niet abrupt
• Als u het stuurwiel abrupt bedient kan het
voertuig onstabiel worden, wat een risico
vormt voor een ongeval.
Warm de motor niet op of
controleer het voertuig niet
in een afgesloten ruimte
• Warm de motor niet op, of controleer het
voertuig niet in een afgesloten ruimte. Het
uitlaatgas van het voertuig kan leiden tot
vergiftiging.
Gebruik van de motorrem
• Gebruik op een lange afdaling zowel
de motorrem als de voetrem. Wanneer
u terugschakelt naar aanleiding van de
rijomstandigheden zal de motorrem werken.
• Het rempedaal (voetrem) overdadig gebruiken
kan fading- of gasbel-verschijnselen door
oververhitting van het remsysteem, wat de
prestaties van de remmen vermindert.