Noodstopsignaal (ESS)
De ESS functie signaleert een gevaarlijke
situatie naar achterliggende voertuigen door
snel te knipperen met de noodstop remlichten bij
plotseling remmen of wanneer het ABS systeem
in werking treedt onder het rijden.
De ESS functie werkt wanneer de
voertuigsnelheid 50 km/u of meer bedraagt,
en werkt in deze volgorde "Input ESS
signaal" → "Noodstop remlichten werken" →
"waarschuwingsknipperlicht werkt ".
Omstandigheden voor activering en
deactivering
Noodremlichten
• Wanneer de rijsnelheid
50 km/u of hoger is
• Wanneer er plotseling wordt
Omstandig-
geremd waardoor het voertuig
heden voor
afremt met 6,5 m/s
activering
• Wanneer het ABS systeem in
werking is terwijl de rem wordt
gebruikt.
• Als er geen ESS komt van het
voertuig
Omstandig-
• Wanneer de waarschuwings-
heden voor
knipperlichten worden aangezet
deactivering
• Wanneer de ABS werking is
beëindigd
Omstandig-
heden voor
activering
Omstandig-
heden voor
deactivering
of meer
2
Elektronisch stabiliteits-
controlesysteem (ESC)
Het ESC-systeem is een aanvullend
rijveiligheidssysteem dat de remverdeling over
elk wiel regelt of het motorvermogen aanpast
om de stabiliteit van het voertuig te corrigeren
wanneer het onstabiel wordt door bijvoorbeeld
scherp te sturen, wat helpt om gevaarlijke
situaties te voorkomen.
Waarschuwingsknipperlichten
• Als de rijsnelheid 50 km/u
of minder is op het moment
dat de werking van de waar-
schuwingsknipperlichten
controlelampje is beëindigd
(geannuleerd)
• Als de waarschuwingsknip-
perlichten aan zijn geduren-
de 10 seconden.
• Wanneer de waarschu-
wingsknipperlichten worden
aangezet
• Wanneer 10 seconden zijn
verstreken sinds de waar-
schuwingsknipperlichten
werden aangezet
• Wanneer de rijsnelheid
toeneemt met meer dan
10 km/u nadat de waarschu-
wingsknipperlichten aan
werden gezet
De ESC-functie wordt alleen geactiveerd
wanneer het voertuig extreem onstabiel
wordt en wordt niet geactiveerd in normale
rijomstandigheden. Aan het knipperen van het
ESC-controlelampje op het instrumentenbord
is te zien dat deze functie actief is.
Controlelampje/
waarschuwingslampje ESC
• Controlelampje knippert: wanneer de ESC-
functie is geactiveerd
• Waarschuwingslampje gaat branden: in
geval van een storing in het ESC-systeem
Let op
• Als de ESC-controlelampje knippert, rijd dan
langzaam en accelereer niet.
• Als het ESC-waarschuwingslampje aan
gaat, laat uw voertuig dan controleren en
onderhouden bij een erkend servicecentrum
van SsangYong.
Opmerking
Wanneer het EBD-waarschuwingslampje
aangaat, laat dan uw voertuig controleren en
onderhouden bij een erkend servicecentrum
van SsangYong.
Starten en rijden
4
4-125