Voertuig detectie kan moeilijk
zijn onder de volgende
omstandigheden:
• Wanneer het voertuig rijdt op een steile
helling of een scherpe bocht
• Het voertuig rijdt onder omstandigheden
waardoor er ernstige vibratie ontstaat
• Wanneer een voertuig of voetganger plots
voor u doorsteekt
• Er is een naderend of achteruitrijdend
voertuig of er is een voertuig met een
onregelmatige vorm
• Een voertuig dichtbij de rand van de
rijstrook rijdt
• Een voertuig zeer langzaam rijdt of plots
afremt
• Een voertuig stil staat
• Een voertuig dat niet een normale breedte
heeft (aanhanger, motorfiets, fiets, etc.)
• Rijden op een smalle of bochtige weg
• Wanneer u het stuurwiel bedient
• Wanneer een voertuig naar achteren helt
door het overbeladen van bagage
• De sensor wordt geblokkeerd door sneeuw,
regen, mist, etc.
• Een voertuig haaks ten opzichte van uw
eigen rijrichting beweegt
4-116
Starten en rijden
Let op
Het systeem kan voorliggende voertuigen
mogelijk niet herkennen in de hierboven
genoemde omstandigheden. Hier is bijzondere
oplettendheid geboden. Wees u altijd bewust van
het verkeer om u heen en verminder vaart door
het rempedaal te gebruiken indien nodig.
Niet gedetecteerde voetganger voor
• De Intelligente Cruisecontrol kan
voetgangers mogelijk niet herkennen.
• Wanneer u rijdt met een bepaalde afstand
tot een voorliggend voertuig en er een
voetganger voor uw voertuig verschijnt,
wat een gevaarlijke situatie creëert.
Bochtige weg
• Het systeem kan op een bochtige weg
mogelijk het voorliggende voertuig niet
herkennen en plotseling accelereren naar
de ingesteld snelheid.
• Wanneer een voorliggend voertuig wordt
herkend kan de rijsnelheid plotseling
worden verminderd.
• Wees u altijd bewust van het verkeer
om u heen en verminder vaart door het
rempedaal te gebruiken indien nodig.