Advertenties
Controle voor vertrek
Dagelijkse inspectie
• Controleer het voertuig dagelijks voor
u vertrekt.
• Controleer de motorkoelvloeistof, motorolie,
remvloeistof, ruitensproeiervloeistof, en
gordels op onregelmatigheden.
• Controleer de accu en radiator op lekkages.
• Controleer de onderkant van het voertuig op
olie- of vloeistoflekkages.
• Controleer de voorruit en achterruit, de
ruiten achter, de buitenspiegels en de
binnenspiegel.
• Controleer of de verschillende lichten
werken.
• Controleer of er zich geen voorwerpen in de
gevarenzone rond het voertuig bevinden.
1-16
1-16
Voertuig informatie en veiligheidsvoorzorgen
Het motorcompartiment controleren
Motorkoelvloeistof controleren
• Controleer de motorkoelvloeistof wanneer het
voertuig stilstaat op een vlakke ondergrond en
de motor voldoende is afgekoeld.
• Het koelvloeistofpeil moet tussen
de streepjes 'MIN' en 'MAX' op het
koelvloeistofreservoir staan. Als het niveau
onder het streepje 'MIN' staat, dient
u koelvloeistof bij te vullen.
Motorolie controleren
• Controleer de motorolie nadat de motor
is uitgeschakeld en het voertuig meer
dan 5 minuten stilstaat op een vlakke
ondergrond.
• Het oliepeil moet tussen de streepjes 'MIN'
en 'MAX' op de oliepeil meter staan. Als het
niveau onder het streepje 'MIN' staat, dient
u olie bij te vullen.
Advertenties
