LDW AAN-controlelampje
Wanneer het systeem wordt geactiveerd, gaat
het controlelampje op het instrumentenbord aan.
• Witte controlelampje gaat aan: Het
waarschuwingssysteem afwijken van
rijstrook is in de gereed status (de
rijsnelheid is lager dan de voorwaarde
of de rijstrook wordt niet herkend).
• Groen controlelampje gaat aan:
Waarschuwingssysteem afwijken van
rijstrook werkt normaal.
• Geel waarschuwingslampje gaat aan/
knippert: wanneer er onregelmatigheden
zijn met het LDW-systeem
Omstandigheden voor activering
Wanneer aan de volgende voorwaarden is
voldaan wordt het LDW-systeem geactiveerd.
• Wanneer LDW is ingesteld
• Wanneer de voertuigsnelheid tussen
40 km/h en 175 km/h ligt
• Wanneer de camera voor de linker en
rechter rijstrook herkent
• Een rechte weg of matig bochtige weg
► Zie "Controlelampje/waarschuwings-lampje
LKA (LDW)*" (P. 4-28)
4-148
Starten en rijden
Opmerking
In- en uitschakelvoorwaarden afhankelijk van
voertuigsnelheid
• Inschakelvoorwaarden: 40 km/h of meer,
175 km/h of minder
• Uitschakelvoorwaarden: 35 km/h of minder,
185 km/h of meer
Waarschuwing
• Zorg dat u het stuurwiel stevig vasthoud.
• De bestuurder is zelf verantwoordelijk voor de
besturing van het voertuig om de veiligheid
van het voertuig te waarborgen.
• Stuur niet abrupt wanneer het
waarschuwingssysteem afwijken van rijstrook
is ingeschakeld.
• Het LDWS geeft alleen een
waarschuwingsbericht en laat een
waarschuwingstoon klinken. Daarom moet
de bestuurder het voertuig in de rijstrook
houden door bij te sturen en voorzichtig te
rijden.
• Het waarschuwingssysteem afwijken van
rijstrook kan worden uitgeschakeld of
mogelijk onnodig werken afhankelijk van
de rijomstandigheden en de omgeving.
Let daarom altijd goed op tijdens het rijden.
• Rijdt niet roekeloos om het
waarschuwingssysteem afwijken van rijstrook
te activeren.
Let op
• Breng geen sticker of tint folie aan of andere
accessoires bij het Camera voor module (FCM)
detectie gebied. Dit toch doen kan leiden tot
de verkeerde werking van het systeem of dat
het helemaal stopt met werken.
• Het waarschuwingssysteem afwijken van
rijstrook herkent de rijstrook met de camera,
als een rijstrook niet goed herkend wordt kan
het systeem worden uitgeschakeld of kan het
onnodig werken, dus pas op wanneer u het
systeem gebruikt.
• Als de rijstrook niet goed herkend wordt moet
de bestuurder zelf de situatie controleren.
• Verwijder geen enkel deel van de LDW en
oefen er geen kracht op uit.
• Plaats geen reflecterende objecten (wit papier,
spiegel, etc.) op het dashboard. Dit nalaten
kan leiden tot een defect door het weerkaatsen
van licht.
• De waarschuwingszoemer van de LDW-functie
kan mogelijk niet gehoord worden door luide
muziek uit het audiosysteem.