Advertenties
• AAN
– Gaat aan wanneer er een tijdelijke storing
is in het 4WD systeem of een storing in
een gerelateerd systeem.
– Een tijdelijk probleem zal worden
verholpen door te wachten of door de
motor opnieuw te starten. In dit geval,
is het 4WD systeem normaal.
• Knippert
– Het 4WD CONTROLEREN waarschuwings-
lampje knippert om schade aan het 4WD
systeem door oververhitting te voorkomen.
Als het waarschuwingslampje knippert, stop
dan met het gaspedaal gebruiken en laat
het 4WD systeem voldoende afkoelen.
– Als het 4WD systeem voldoende is
afgekoeld en het waarschuwingslampje
niet meer knippert zal het 4WD systeem
normaal werken.
Controlelampje 4WD LOCK AAN*
Het 4WD LOCK-controlelampje gaat aan en
dooft weer ongeveer 4 seconden later, wanneer
de contactschakelaar aan wordt gezet.
Druk op de 4WD LOCK-schakelaar om het 4WD
LOCK-controlelampje aan te doen.
Druk nogmaals op de 4WD LOCK-schakelaar
om het 4WD LOCK-controlelampje uit te doen en
het systeem uit te schakelen.
Waarschuwingslampje overdreven
snelheid (enkel GCC)
Het waarschuwingslampje knippert terwijl het
alarm herhaaldelijk (5 keer) weerklinkt wanneer
de auto meer dan 120 km/u rijdt.
Als het waarschuwingslampje knippert, dient u te
vertragen voor uw eigen veiligheid.
Waarschuwingslampje portier open
Het waarschuwingslampje portier open gaat
branden wanneer een portier of de achterklep
is geopend of niet volledig is gesloten.
Waarschuwing
Controleer of alle portieren en de achterklep
volledig gesloten zijn voordat u rijdt. Rijden met
het voertuig terwijl een portier of de achterklep
geopend is, kan een ernstig gevaar voor de
veiligheid van de inzittenden opleveren.
Symbool gebruikersinstelling
Waarschuwingslampje deur open
Als het portier of de achterklep open of niet
volledig gesloten is, verschijnt op het lcd-scherm
(positie symbool gebruikersinstelling) het
waarschuwingslampje deur open.
(Het symbool gebruikersinstelling verandert in
waarschuwingslampje deur open.)
Hoofdsymbool
Als het voertuig een waarschuwingsbericht
heeft, gaat het hoofdsymbool branden. Als het
waarschuwingssymbool hoofdsymbool brandt,
moet u de waarschuwingsberichten van het
voertuig bekijken.
Opmerking
• U kunt de waarschuwingsmelding(en)
van het voertuig controleren in de Gebrui-
kersinstellingen in het instrumentenbord.
• Wanneer het waarschuwingsbericht niet wordt
gevonden, wordt het bijbehorende item niet
weergegeven.
Starten en rijden
4
4-31
Advertenties
