Versnellingspook bij handgeschakelde transmissie
De manuele transmissie in uw voertuig heeft
6 voorwaartse versnellingen en 1 achteruit.
Om te schakelen drukt u het koppelingspedaal
volledig in. Zet de versnellingspook vervolgens
in de gewenste versnelling.
Laat de koppeling tot slot langzaam los.
Beweeg de versnellingspook terwijl u de
:
schakelhendel voor achteruit optilt
Beweeg de versnellingspook terwijl u de
:
schakelhendel voor achteruit optilt
4-86
Starten en rijden
Achteruit
Versnelling om achteruit te rijden.
U moet de versnellingspook bewegen terwijl
u de hendel voor achteruit aan de onderkant
van de pook optilt.
1e versnelling
Stand om te vertrekken en voor een hoge
trekkracht.
Trap het koppelingspedaal volledig in en
verplaatst de pook naar stand '1'. Laat het
koppelingspedaal vervolgens langzaam los terwijl
u het gaspedaal zachtjes intrapt om te vertrekken.
3e versnelling
Voor lage tot middelhoge snelheden.
Let er bij het opschakelen van 2e naar 3e
versnelling op dat u de versnellingspook niet per
ongeluk te ver opzij drukt en zo de 5e versnelling
inschakelt.
5e versnelling
Versnelling voor hoge snelheden op een snelweg.
Let er bij het terugschakelen van 5e naar 4e
versnelling op dat u de versnellingspook niet per
ongeluk te ver opzij drukt en zo de 2e versnelling
inschakelt.
6e versnelling
Versnelling voor erg hoge snelheden op een
snelweg.
4e versnelling
Versnelling voor normale en hoge snelheden
2e versnelling
Versnelling voor lage snelheden
Opmerking
Uw auto is uitgerust met een schakelindicator,
die kan worden weergegeven op het LCD-
scherm. Zie hoofdstuk 5. Instrumentenbord voor
meer details.
Terugschakelen
Als u in druk verkeer of bij steile hellingen
moet vertragen, kunt u een versnelling
terugschakelen om de motorbelasting te
verminderen. Terugschakelen beperkt de kans
op stilvallen en verbetert de acceleraties als
u terug wilt versnellen. Op steile hellingen
biedt terugschakelen een veilige manier om
de snelheid te beperken en verlengt het de
levensduur van het remsysteem.
Stand van de versnellingspook
tijdens het parkeren
Trek de parkeerrem steeds volledig aan en leg
de motor stil na het parkeren. Zet de versnelling
in de 1e versnelling wanneer u parkeert op een
vlakke ondergrond of een oplopende helling, en
in de 'R' positie op een afdalende helling.