Het sleepoog bevestigen .............................. 5-20
Het topanker gebruiken ............................... 2-18
Het voertuig onderhouden ............................ 1-28
Het voertuig onderhouden in de winter......... 6-35
Het voertuig wassen ..................................... 1-29
Het zonnedak omhoog/omlaag kantelen ...... 3-20
Het zonnedak openen .................................. 3-19
Het zonnedak resetten ................................. 3-21
Het zonnedak sluiten .................................... 3-20
Hoe controleren of de deur vergrendeld/
ontgrendeld is ................................................ 3-2
Hoe instellen ............................................... 4-159
Hoofdmenu ................................................... 4-32
Hoofdmenulijst ............................................. 4-33
Hoofdsymbool............................................... 4-31
I
In het geval dat het voertuig omslaat ........... 2-25
In het geval dat het voertuig onder een
ander voertuig schuift .................................. 2-25
In het geval van een botsing achterop het
voertuig ........................................................ 2-24
In het geval van een botsing met een smal
object ........................................................... 2-25
In het geval van een diagonale botsing ....... 2-24
In het geval van een lichte botsing .............. 2-24
In het geval van een zijdelingse botsing ...... 2-24
In het geval van zware sneeuwval................ 5-29
In hooggebergte .......................................... 1-25
Indeling scherm geïntegreerd
bedieningspaneel zonder knoppen............... 3-60
Index ............................................................... 7-1
Informatie op het instrumentenbord.............. 4-32
Informatie over de installatie van ADR en
informatievoorziening ..................................... 1-2
Infotainmentsysteem .................................... 3-64
Ingangen voor multimedia ............................ 3-65
Installatie van de Ongeval Datarecorder
(ADR) en informatievoorziening .................... 1-2
Installatie van kinderbeveiligingssysteem
met de veiligheidsgordel .............................. 2-15
Instelling van de gevoeligheid van de
waarschuwing voor frontale botsing ........... 4-134
Instrumentenbord ......................................... 4-18
Intelligente cruisecontrol gereed................. 4-108
Intelligente cruisecontrol ingesteld
(ingeschakeld) ............................................ 4-108
Intelligente cruisecontrol instellen............... 4-109
Intelligente/ adaptieve cruisecontrol* .......... 4-108
Interieur vooraanzicht (geïntegreerd
bedieningspaneel zonder knoppen) ............ 0-23
Interieurverlichting ........................................ 3-41
Interieurverlichting midden ........................... 3-42
Interieurverlichting midden ........................... 6-28
Interieurverlichting voorin (plafondconsole) ... 3-42
Interval van waarschuwingszoemer ........... 4-162
ISG-systeem (Idle Stop & Go)*................... 4-100
ISG-systeem UIT ........................................ 4-101
Items die altijd moeten worden getoond ....... 3-60
K
Kaarthouder .................................................. 3-69
Kaarthouder in portier ................................... 3-73
Kentekenplaatverlichting vervangen............. 6-25
Keuzehendel automatische transmissie*...... 4-89
Kinderslot........................................................ 3-4
Kinderzitje .................................................... 2-12
Kinderzitje voor een baby of klein kind ......... 2-11
Knie-airbag bestuurderskant ....................... 2-22
Knop om achterste ramen te vergrendelen ... 3-17
Kofferbakverlichting ...................................... 3-43
Koplampdroogmiddel* .................................. 6-23
Koppeling ruitenwisser achter en
sproeiervloeistof ........................................... 3-46
Koppeling ruitenwisser voor en
sproeiervloeistof ........................................... 3-45
Krachtbegrenzer ............................................ 2-8
KRIKLABEL ................................................... 1-7
L
Laat de motor niet opwarmen of controleer
het voertuig niet in een afgesloten ruimte..... 1-26
Lampjes controleren en vervangen .............. 6-22
LCW-systeem (waarschuwing
rijstrookwissel) ............................................ 4-141
LDW (Waarschuwing voor onbedoeld
verlaten van de rijbaan)*............................. 4-147
Leg de motor niet stil tijdens het rijden ........ 1-24
Let op dat er geen lichaamsdeel bekneld
raakt wanneer u de elektrische ramen
gebruikt ........................................................ 1-23
Lichten aanhanger ........................................ 5-23
Lichten en lampen ........................................ 3-32
LKA (rijstrookassistent)* ............................. 4-151
Index
7-7