USB-oplaadpoort
USB-oplaadpoort (voorzijde van bekerhouder voorstoel)
USB-oplaadpoort (achterzijde van middenconsole)
U kunt apparaten zoals een smartphone of tablet
opladen via de USB-oplaadpoort.
• Om op te laden, sluit u de oplaadkabel
van het op te laden apparaat aan op de
USB-oplaadpoort (5V / 2,1 A, 10,5 W) aan
de voorkant van de bekerhouder van de
voorste stoel met de motor gestart.
• Sluit, met ingeschakelde motor, de
laadkabel van een apparaat dat u wilt
opladen aan op de USB-oplaadpoort
(5 V-2,1 A) aan de achterzijde van de
middenconsole.
• Raadpleeg het display van het apparaat dat
wordt opgeladen voor informatie over de
voltooiing en voortgang van het opladen.
Let op
• Sluit een apparaat dat u wilt opladen aan op
de USB-oplaadpoort nadat u de motor hebt
gestart en verwijder het apparaat voordat u de
motor uitschakelt. Doet u dat niet, dan kan het
apparaat dat wordt opgeladen schade oplopen
door plotse spanningsschommelingen bij het
starten of afzetten van de motor.
• Let op: het gebruik van de USB-oplaadpoort
terwijl de motor is uitgeschakeld, kan de accu
doen leeglopen.
• Laad een apparaat met een stroomverbruik
van meer dan 2,1 A niet op met de USB-
oplaadpoort. Als u dat wel doet, kan het
opladen worden uitgeschakeld, waardoor de
oplaadtijd langer wordt of de USB-oplaadpoort
en het aangesloten apparaat worden
beschadigd.
• Let op: een onjuiste aansluiting van de USB-
oplaadkabel de zekeringen in het voertuig of
het aangesloten apparaat kan beschadigen
door kortsluiting.
• Let op: als er vreemd materiaal of vloeistof,
zoals water, in de USB-oplaadpoort
terechtkomt, kunnen de oplaadpoort
en het toestel beschadigd raken.
Opmerking
De oplaadsnelheid van de USB-oplaadpoort
kan variëren afhankelijk van het type en de
compatibiliteit met het aangesloten apparaat, de
oplaadkabel en andere voertuigomstandigheden.
Handige uitrustingen
3
3-67