ten onder Instellingen van de auto, Audio en
media, Klimaat enzovoort
Met de knoppen en bedieningselementen op de
middenconsole en de rechter stuurknoppenset*
kunt u functies activeren en deactiveren en tal
van instellingen verrichten.
Bij het bedienen van MY CAR worden alle instel-
lingen getoond die verband houden met het
besturen en bedienen van de auto, zoals City
Safety, sloten en alarm, automatische ventilator-
snelheid, klokinstelling enzovoort.
Bij het indrukken van RADIO, MEDIA, TEL*,
*,NAV* en CAM
14
kunt u andere bronnen, syste-
men en functies activeren, zoals AM, FM, CD,
®
*, navigatie* en parkeer-
DVD*, TV*, Bluetooth
hulpcamera*.
Voor meer informatie over alle functies/syste-
men, zie de desbetreffende paragrafen in de
gebruikershandleiding of het bijbehorende sup-
plement.
Geldt voor bepaalde automodellen.
14
Overzicht
Bedieningspaneel op middenconsole. De afbeelding is
schematisch – het aantal functies en de locatie van de
knoppen is afhankelijk van de gekozen uitrusting en de
desbetreffende markt.
Navigatie* - NAV, zie apart supplement (Sen-
sus Navigation).
Audio en media - RADIO, MEDIA, TEL*, zie
desbetreffend supplement (Sensus Infotain-
ment).
*, zie desbetreffend sup-
Connected Car -
plement (Sensus Infotainment).
Klimaatregeling (p. 128).
Fabrieksinstellingen - MY CAR, zie MY CAR
(p. 115).
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING
Sleutelstanden
Met de transpondersleutel is het elektrische sys-
teem van de auto in verschillende standen te zet-
ten om het gebruik van verschillende functies/
systemen mogelijk te maken, zie Contactslot-
standen - functies in verschillende standen
(p. 82).
Contactslot met transpondersleutel uitgetrokken/inge-
duwd.
N.B.
Bij auto's met passieve start en vergrende-
ling* hoeft u de sleutel niet in het contactslot
te steken, maar kunt u deze bijvoorbeeld in
een binnenzak laten zitten. Voor meer infor-
matie over de passieve start en vergrendeling,
zie Keyless Drive* (p. 172).
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
}}
81