KLIMAAT
Algemene informatie over de
klimaatregeling
De auto is voorzien van elektronische klimaatre-
geling. De klimaatregeling zorgt ervoor dat de
lucht in het interieur gekoeld, verwarmd of van
vocht ontdaan wordt.
Er zijn twee soorten klimaatregelingen:
•
Elektronische temperatuurregeling (ETC)
(p. 134)
•
Elektronische klimaatregeling (ECC) (p. 133)
N.B.
Airconditioning (AC) (p. 138) uitschakelen,
maar voor optimaal klimaatcomfort in de pas-
sagiersruimte en om te voorkomen dat de rui-
ten beslaan dient u de airconditioning altijd te
laten aanstaan.
Waar u op moet letten
•
Voor optimale werking van de airconditioning
moet u de zijruiten gesloten houden.
•
Bij warm weer kunt u de doorluchtfunctie
(p. 179) gebruiken om alle zijruiten tegelijk
korte tijd te openen en weer te sluiten en op
die manier snel voor frisse lucht in de auto te
zorgen.
•
Veeg sneeuw en ijs van de luchtinlaat voor
de klimaatregeling (de opening tussen de
motorkap en de voorruit).
128
•
In warme weersomstandigheden kan er ter
hoogte van de airconditioning een plasje
water onder de auto ontstaan. Dit is volko-
men normaal.
•
Wanneer de motor het maximale vermogen
nodigt heeft (bijvoorbeeld als u volgas
optrekt), is het mogelijk dat de airconditio-
ning tijdelijk wordt uitgeschakeld. Er kan dan
een tijdelijke temperatuurstijging optreden.
•
Maak in eerste instantie gebruik van de ont-
wasemingsfunctie (p. 138) om condens van
de binnenkant van de ruiten te verwijderen.
Houd de binnenzijde van de ruiten schoon
om de kans te beperken dat ze beslaan.
Auto's met Start/Stop*
Bij automatische motorstop (p. 287) gelden er
mogelijk beperkingen voor de werking van
bepaalde apparatuur (zoals het ventilatortoerental
(p. 136) van de klimaatregeling).
Auto's met ECO*
Als de functie ECO (p. 296) wordt geactiveerd,
kan de functie van bepaalde uitrusting tijdelijk
worden gereduceerd of uitgeschakeld, bijvoor-
beeld de airconditioning (p. 138).
N.B.
Bij activering van de ECO-functie worden
enkele parameters in de instellingen van de
klimaatregeling gewijzigd en gelden functie-
beperkingen voor bepaalde elektrische ver-
bruikers. Bepaalde instellingen zijn handmatig
te herstellen, maar de volledige functionaliteit
is alleen te verkrijgen door de ECO-functie te
deactiveren.
Gerelateerde informatie
•
Werkelijke temperatuur (p. 129)
•
Sensoren - klimaat (p. 129)
•
Menu-instellingen - klimaat (p. 131)
•
Luchtverdeling passagiersruimte (p. 131)
•
Luchtkwaliteit (p. 129)
•
Elektrische stoelverwarming voor* (p. 135)
•
Elektrische achterbankverwarming* (p. 135)
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.