Download Print deze pagina

Advertenties

V40
Instructieboekje
WEB EDITION

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Volvo V40 2013

  • Pagina 1 Instructieboekje WEB EDITION...
  • Pagina 3 BESTE VOLVO-BEZITTER, DANK U DAT U GEKOZEN HEBT VOOR VOLVO! Wij hopen dat u jarenlang rijplezier van uw Volvo Om nog meer plezier van uw auto te hebben, zult hebben. Bij het ontwerp hebben veiligheid en raden wij u aan om vertrouwd te raken met de uit- comfort van u en uw passagiers vooropgestaan.
  • Pagina 4 Inhoud 00 Inleiding 01 Veiligheid 02 Sloten en alarm Belangrijke informatie......... 6 Veiligheidsgordels ........16 Transpondersleutel/sleutelblad....44 Volvo en het milieu........10 Airbags............19 Batterij vervangen transpondersleutel/ PCC*............51 Airbag activeren/deactiveren*....22 Keyless*............ 53 SIPS-airbags (zij-airbags) ......24 Vergrendelen/ontgrendelen...... 57 Opblaasgordijnen (IC-systeem) ....
  • Pagina 5 Stabiliteits- en tractieregelsysteem, Menu- en meldingsfuncties....212 DSTC............142 Instrumenten, schakelaars en bediening.. 68 Menugroep MY CAR....... 215 Road Sign Information – RSI*....145 Volvo Sensus ........... 80 Klimaatregeling........224 Snelheidsbegrenzer*....... 148 Sleutelstanden.......... 81 Motor- en interieurverwarming*....235 Cruisecontrol*......... 150 Stoelen en achterbank......
  • Pagina 6 Inhoud 06 Infotainment 07 Tijdens het rijden 08 Wielen en banden Algemene informatie over infotainment.. 258 Rijadviezen..........310 Algemeen ..........338 Radio............269 Tanken............ 313 Wielen verwisselen ......... 342 Mediaspeler..........277 Brandstof..........315 Bandenspanning ........346 Externe geluidsbron via AUX/ Lading vervoeren........
  • Pagina 7 Inhoud 09 Onderhoud en service 10 Specificaties 11 Alfabetisch register Motorruimte..........356 Type-aanduidingen......... 394 Alfabetisch register......... 430 Gloeilampen..........363 Maten en gewichten........ 396 Wisserbladen en sproeiervloeistof..370 Motorspecificaties........400 Accu............373 Motorolie..........401 Zekeringen..........377 Vloeistoffen en smeermiddelen....404 Verzorging..........386 Brandstof..........
  • Pagina 8 Neem bij twijfel over de standaarduitrusting of lezen, idealiter voordat u uw eerste rit maakt. Tekstmeldingen kunnen worden weergegeven opties/accessoires contact op met een Volvo- op het instrumentenpaneel op het beeld- Zo maakt u kennis met nieuwe functies, krijgt dealer.
  • Pagina 9 Inleiding Belangrijke informatie Gevaar voor lichamelijk letsel Gevaar voor materiële schade Informatie G031590 Zwarte ISO-symbolen in een oranje waar- Witte ISO-symbolen en een witte tekst/ Witte ISO-symbolen en een witte tekst/ schuwingsveld, witte tekst/afbeelding in een afbeelding in een zwart of blauw waarschu- afbeelding in een zwart tekstveld.
  • Pagina 10 Als voor de instructies bij een reeks mingslijst. en anderzijds om ervoor te zorgen dat Volvo afbeeldingen de onderlinge volgorde niet voldoet aan de geldende wet- en regelgeving. Bijvoorbeeld:...
  • Pagina 11 Als een auto met Volvo On Call van eigenaar verandert, is het uitermate belangrijk dat deze tuur vereist die alleen beschikbaar is bij Volvo, en de werkplaatsen die een contract diensten worden beëindigd of overgeschre-...
  • Pagina 12 Brandstofverbruik Milieuzorg is een van de kernwaarden van combineert met een uitermate efficiënte uit- Volvo Car Corporation die van invloed zijn op laatgasreiniging. In veel gevallen liggen uit- De auto’s van Volvo zijn concurrerend in hun alle activiteiten. We zijn ervan overtuigd dat laatgasemissies ver onder de geldende nor- klasse wat het brandstofverbruik betreft.
  • Pagina 13 Wanneer u de reparaties en het onderhoud snelheid neemt de luchtweerstand met aan de auto toevertrouwt aan de werkplaat- een factor vier toe. sen van Volvo, wordt de auto een onderdeel • Hanteer afvalstoffen die schadelijk voor van ons systeem. Volvo stelt duidelijke milieu- het milieu zijn, zoals accu’s en olie, op...
  • Pagina 14 Inleiding Volvo en het milieu...
  • Pagina 15 Inleiding...
  • Pagina 16 Veiligheidsgordels .................. 16 Airbags....................19 Airbag activeren/deactiveren*..............22 SIPS-airbags (zij-airbags) ............... 24 Opblaasgordijnen (IC-systeem) ............. 25 WHIPS ....................26 Activering van de veiligheidssystemen ..........28 Safety mode.................... 29 Voetgangersairbag (Pedestrian Airbag)..........31 Kinderen en veiligheid................33 Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
  • Pagina 17 V E I L I G H E I D...
  • Pagina 18 01 Veiligheid Veiligheidsgordels Algemene informatie Goede positie veiligheidsgordel. Hoogte-instelling van de veiligheidsgordel. Druk de knop in en zet de gordel hoger of lager. Zet de gordel zo hoog mogelijk zonder dat de gordel Remmen kan ernstige gevolgen hebben als daarbij langs de nek schuurt. de veiligheidsgordel niet wordt gedragen.
  • Pagina 19 Breng nooit zelf wijzigingen in de veilig- • als de auto sterk overhelt. heidsgordels aan en probeer ze nooit zelf te repareren. Volvo adviseert u daarvoor Let erop dat: contact op te nemen met een erkende • u geen klemmen of andere accessoires Volvo-werkplaats.
  • Pagina 20 01 Veiligheid Veiligheidsgordels Gordelspanners Achterbank onder controle hebben (wat inhoudt dat ze met gemak bij het stuur en de pedalen moe- De functie van de gordelwaarschuwing voor De veiligheidsgordels aan de bestuurders- ten kunnen komen). Streef ernaar de afstand de achterbank is tweeledig: zijde, de passagierszijde en op de buitenste tussen de buik en het stuur zo groot mogelijk zitplaatsen achterin zijn voorzien van gordel-...
  • Pagina 21 Het symbool kan ook duiden op een sto- ring in het airbagsysteem, de gordelspan- ners, het SIPS- en het IC-systeem of op een andere storing in het systeem. Volvo Airbagsysteem, van bovenaf gezien bij een auto Digitaal instrumentenpaneel. adviseert u zo spoedig mogelijk contact op met het stuur rechts.
  • Pagina 22 Volvo adviseert u om voor reparatie con- De andere airbag (op kniehoogte) zit onder in tact op te nemen met een erkende Volvo- Airbags aan de bestuurderszijde werkplaats. Een verkeerde ingreep in het het dashboard aan de bestuurderszijde. Het...
  • Pagina 23 01 Veiligheid Airbags Airbag aan de passagierszijde Uw auto heeft behalve de veiligheidsgordel WAARSCHUWING aan de passagierszijde ook een airbag in het Vervoer kinderen nooit in een kinderzitje of stuurwiel. Deze zit opgevouwen in een ruimte op een comfortkussen voorin, wanneer de boven het dashboardkastje.
  • Pagina 24 1,40 m gedeactiveerd is. Dit duidt op een ernstige pagina 49. beslist niet. storing. Bezoek zo spoedig mogelijk een werkplaats. Volvo adviseert u daarvoor WAARSCHUWING contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats. Het niet opvolgen van de bovenstaande aanbevelingen kan levensgevaarlijke situ- aties voor de passagiers opleveren.
  • Pagina 25 01 Veiligheid Airbag activeren/deactiveren* Geactiveerde airbag Gedeactiveerde airbag WAARSCHUWING Geactiveerde airbag (passagiersstoel): Vervoer kinderen nooit in een kinderzitje of op een comfortkussen op de passagiers- stoel, wanneer de airbag aan die kant geactiveerd is. Laat evenmin personen die kleiner zijn dan 1,40 m op deze stoel plaatsnemen.
  • Pagina 26 WAARSCHUWING • Volvo adviseert u de reparatie uitslui- Bestuurdersplaats, auto met het stuur links. tend door een erkende Volvo-werk- Bij een aanrijding in de zij wordt een groot plaats te laten uitvoeren. Een ver-...
  • Pagina 27 Schroef of bevestig geen onderdelen op de plafondbekleding, portierstijlen of de zijpanelen van de auto. Ze kunnen daarbij hun beschermende werking verliezen. Volvo adviseert u uitsluitend originele Volvo-onderdelen, bestemd voor montage op deze plaatsen, te gebruiken. De opblaasgordijnen maken deel uit van het WAARSCHUWING IC-systeem (Inflatable Curtain).
  • Pagina 28 Plaats geen voorwerpen op de vloer achter de Voer zelf nooit wijzigingen of reparaties bestuurders- of passagiersstoel die het WHIPS- aan de stoel of het WHIPS-systeem uit. systeem kunnen hinderen. Volvo adviseert u daarvoor contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats.
  • Pagina 29 WHIPS-systeem worden de voorstoel. Denk eraan dat u de werking gecontroleerd. Volvo adviseert om dit door van het WHIPS-systeem niet hindert. een erkende Volvo-werkplaats te laten controleren.
  • Pagina 30 De middelste zitplaats van de achterbank is niet voorzien geactiveerd kunnen worden. Laat de auto van een gordelspanner. wegslepen. Volvo adviseert u de te auto te Het is mogelijk dat de airbags niet worden opgeblazen, laten wegslepen naar een erkende Volvo- ondanks dat de carrosserie van de auto danig vervormd raakt.
  • Pagina 31 Safety mode heeft gestaan. Dit kan aanleiding geven tot letsel dat er geen brandstof lekt, kunt u proberen of een slechte functie van de auto. Volvo de motor te starten. adviseert u de auto altijd in een erkende...
  • Pagina 32 01 Veiligheid Safety mode WAARSCHUWING Als de auto nog in de Safety mode staat, mag deze niet worden gesleept. De auto moet door een berger worden opgehaald. Volvo adviseert u de auto te laten wegsle- pen naar een erkende Volvo-werkplaats.
  • Pagina 33 Eigenschappen WAARSCHUWING WAARSCHUWING Monteer geen accessoires op de voorkant Volvo adviseert u om, na activering van de van de auto en breng evenmin wijzigingen airbag, onmiddellijk contact opneemt met in dit gebied aan. Een onjuiste ingreep in een erkende Volvo-werkplaats.
  • Pagina 34 01 Veiligheid Voetgangersairbag (Pedestrian Airbag) 2. Verzamel eerst de stof van de airbag aan de bestuurderszijde in de lengterichting en vouw daarna de verzamelde stof naar het midden. Wikkel het klittenband (dub- belzijdig) rond zoveel mogelijk stof en maak de band vast. 3.
  • Pagina 35 Bij gebruik van kinderveiligheidsproducten zeker dat de producten passen en eenvoudig Volvo adviseert u kinderen zo lang mogelijk te is het belangrijk om de meegeleverde in het gebruik zijn. vervoeren in een achterstevoren gemonteerd montagehandleiding te lezen.
  • Pagina 36 01 Veiligheid Kinderen en veiligheid Sticker airbag opgeblazen, kan een kind op de passagiers- WAARSCHUWING stoel ernstig letsel oplopen. Comfortkussens/kinderzitjes met stalen beugels of andere constructies die tegen WAARSCHUWING de openingsknop van de gordelsluiting aan kunnen liggen, mogen niet worden Zet nooit een kind in een kinderzitje op de gebruikt aangezien ze ervoor kunnen zor- passagiersstoel als de airbag (SRS) is...
  • Pagina 37 Gewicht Voorstoel (met gedeactiveerde airbag) Buitenste zitplaats achterbank Middelste zit- plaats ach- terbank Groep 0 Volvo-babyzitje (Volvo Infant Seat) - achterstevoren gemonteerd kinderzitje bevestigd met ISOFIX-systeem. max. 10 kg Typegoedkeuring: E1 04301146 Groep 0+ max. 13 kg Groep 0 Volvo-babyzitje (Volvo Infant Seat) – achterstevoren Volvo-babyzitje (Volvo Infant Seat) –...
  • Pagina 38 Groep 0+ max. 13 kg Groep 1 Achterstevoren gemonteerd/omkeerbaar Volvo-kin- Achterstevoren gemonteerd/omkeerbaar Volvo-kinder- derzitje (Volvo Convertible Child Seat) – achterste- zitje (Volvo Convertible Child Seat) – achterstevoren 9–18 kg voren gemonteerd kinderzitje bevestigd met veilig- gemonteerd kinderzitje bevestigd met veiligheidsgordel heidsgordel en bevestigingsband.
  • Pagina 39 Groep 2 Achterstevoren gemonteerd/omkeerbaar Volvo-kin- Achterstevoren gemonteerd/omkeerbaar Volvo-kinder- derzitje (Volvo Convertible Child Seat) – in rijrichting zitje (Volvo Convertible Child Seat) – in rijrichting gemon- 15–25 kg gemonteerd kinderzitje bevestigd met veiligheids- teerd kinderzitje bevestigd met veiligheidsgordel. gordel. Typegoedkeuring: E5 04191...
  • Pagina 40 01 Veiligheid Kinderen en veiligheid Kinderslot achterportieren Houd u altijd aan de montage-instructies van Afme- Beschrijving de fabrikant, wanneer u een kinderzitje/baby- De bedieningsknoppen voor de ruiten in de tingsca- zitje aan de ISOFIX-bevestigingspunten vast- achterportieren en de openingshandgrepen tegorie zet.
  • Pagina 41 01 Veiligheid Kinderen en veiligheid N.B. Volvo raadt u aan contact op te nemen met een erkende Volvo-dealer om te weten te komen welk ISOFIX-kinderzitje Volvo aanbeveelt. Verschillende soorten ISOFIX-kinderzitjes Type kinderzitje Gewicht Afmetingscatego- Zitplaatsen voor montage ISOFIX-kinderzitje Voorstoel Buitenste zitplaats achter-...
  • Pagina 42 IL: Geschikt voor specifieke ISOFIX-kinderzitjes. Deze kinderzitjes kunnen bestemd zijn voor een bepaald automerk, voor een beperkte groep merken of semi-universeel zijn. IUF: Geschikt voor in rijrichting gemonteerd ISOFIX-kinderzitje met universele goedkeuring voor deze gewichtscategorie. Volvo adviseert een achterstevoren gemonteerd kinderzitje voor deze categorie.
  • Pagina 43 Volvo adviseert u kleine kinderen zo lang aan het bevestigingspunt vast te zetten. mogelijk in een achterstevoren gemonteerd kinderzitje te blijven vervoeren.
  • Pagina 44 Transpondersleutel/sleutelblad............... 44 Batterij vervangen transpondersleutel/PCC*.......... 51 Keyless*....................53 Vergrendelen/ontgrendelen..............57 Kinderslot....................63 Alarm*...................... 64 Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
  • Pagina 45 S L O T E N E N A L A R M...
  • Pagina 46 Er zijn vier varianten transpondersleutels: een nieuwe bestellen bij een werkplaats – Voor een beschrijving van het menusysteem, • Transpondersleutel in standaarduitvoe- geadviseerd wordt een erkende Volvo-werk- zie pagina 215. ring plaats. Neem de resterende transpondersleu- Zie voor transpondersleutels met Keyless- tels mee naar de werkplaats.
  • Pagina 47 02 Sloten en alarm Transpondersleutel/sleutelblad Vergrendelingsindicatie om aan te geven dat de auto op de juiste De onderstaande foutmeldingen op het infor- manier vergrendeld/ontgrendeld is. matiedisplay van het instrumentenpaneel houden verband met de elektronische start- • Vergrendelen – eenmaal oplichten en de blokkering: buitenspiegels worden ingeklapt •...
  • Pagina 48 WAARSCHUWING op met een werkplaats. Geadviseerd wordt een Als de ruiten met de transpondersleutel erkende Volvo-werkplaats. worden gesloten, moet u controleren of er geen handen bekneld raken. Voor het starten van de auto, zie pagina 116. Ontgrendelen – Ontgrendelt de portie- ren en de achterklep en deactiveert het alarm.
  • Pagina 49 02 Sloten en alarm Transpondersleutel/sleutelblad Unieke PCC-functies* Bij lang indrukken (ten minste 4 seconden) nen 3 seconden indrukt, worden de richting- worden alle zijruiten tegelijkertijd geopend. aanwijzers, de interieurverlichting en de cla- xon geactiveerd. De gelijktijdige ontgrendeling van alle portie- ren is dusdanig te wijzigen dat bij eenmaal U kunt deze functie met dezelfde toets weer indrukken van de knop eerst het bestuurders-...
  • Pagina 50 Als de PCC op dermate grote afstand van de nemen met een werkplaats – geadviseerd Continu groen licht: de auto is vergren- auto is dat er geen informatie over de auto wordt een erkende Volvo-werkplaats. deld. kan worden uitgelezen, wordt de laatst bekende status van de auto weergegeven...
  • Pagina 51 De unieke code van de sleutelbladen is 1. Ontgrendel het linker voorportier met het bekend bij de erkende Volvo-werkplaatsen, sleutelblad in de slotcilinder van de por- waar ook nieuwe sleutelbladen kunnen wor- tierhandgreep. den besteld.
  • Pagina 52 02 Sloten en alarm Transpondersleutel/sleutelblad 2. Schakel het alarm uit door de transpon- dersleutel in het contactslot te steken. Voor auto’s met Keyless drive, zie pagina 55.
  • Pagina 53 02 Sloten en alarm Batterij vervangen transpondersleutel/PCC* Batterij vervangen N.B. Vervang de batterijen, als: Keer de transpondersleutel met de knop- • pen naar boven om te voorkomen dat de het informatiesymbool op het instrumen- batterijen eruit vallen als deze wordt tenpaneel oplicht en Afst.bediening geopend.
  • Pagina 54 02 Sloten en alarm Batterij vervangen transpondersleutel/PCC* Batterijtype Gebruik batterijen met de code CR2430, 3 V. In elkaar zetten 1. Druk de afdekking weer op de transpon- dersleutel vast. 2. Houd de transpondersleutel met de gleuf omhoog en laat het sleutelblad in de gleuf zakken.
  • Pagina 55 02 Sloten en alarm Keyless* Vergrendelings- en startsysteem Beide transpondersleutels van de auto heb- play van het instrumentenpaneel een waar- zonder sleutel* ben de Keyless-functie. Er kunnen meer schuwingsmelding en klinkt er een geluidssig- transpondersleutels worden bijbesteld, zie zie naal. Algemeen pagina 44.
  • Pagina 56 02 Sloten en alarm Keyless* delen – de auto wordt anders niet vergren- Vergrendelen BELANGRIJK deld. Wanneer u het portier met het sleutelblad N.B. ontgrendeld hebt en vervolgens opent, gaat het alarm af. Als u (terwijl de motor is afgezet) de trans- pondersleutel met keyless-functie uit de Storingen in de functie van de auto haalt en de auto niet vergrendelt door...
  • Pagina 57 02 Sloten en alarm Keyless* de achterklep drukt – open het portier of de rijen bijvoorbeeld leeg zijn), kunt u het linker Sleutelgeheugen – bestuurdersstoel, achterklep op de normale manier. voorportier openen met het afneembare sleu- buitenspiegels en stuurbekrachtiging telblad van de transponder (zie pagina 49). Geheugenfunctie in transpondersleutel N.B.
  • Pagina 58 02 Sloten en alarm Keyless* Vergrendelingsinstellingen Achterbumper, in het midden De Keyless-drive-functie is aan te passen Portierhandgreep, linksachter door in het menusysteem MY CAR aan te geven welke portieren er ontgrendeld moeten Bagageruimte, in het midden, helemaal worden; dit onder Auto-instellingen voorin, onder de vloer Slotinstellingen...
  • Pagina 59 02 Sloten en alarm Vergrendelen/ontgrendelen Van de buitenzijde Het linker voorportier is te vergrendelen met N.B. de bijbehorende slotcilinder en het afneem- Met de transpondersleutel kunt u alle portie- Let erop dat het alarm afgaat, wanneer het bare sleutelblad van de transpondersleutel, ren, de achterklep en de tankvulklep vergren- portier na ontgrendeling met het sleutel- zie pagina 55.
  • Pagina 60 02 Sloten en alarm Vergrendelen/ontgrendelen Van de binnenzijde Ontgrendelen pening en druk de sleutel er helemaal in, ca. 12 mm. Een portier kan op twee manieren van de bin- Centrale vergrendeling nenkant worden ontgrendeld: Het portier is zowel vanaf de buitenzijde •...
  • Pagina 61 02 Sloten en alarm Vergrendelen/ontgrendelen Automatische vergrendeling 1. Druk lichtjes op het breedste van de met Dashboardkastje vergrendelen: rubber beklede drukplaatjes onder de Bij het wegrijden worden de portieren en de Duw het sleutelblad in de slotcilinder van buitenhandgreep - de vergrendeling achterklep automatisch vergrendeld.
  • Pagina 62 02 Sloten en alarm Vergrendelen/ontgrendelen Ontgrendelen met transpondersleutel Eenmaal drukken – De klep wordt weliswaar Van de binnenzijde openen ontgrendeld maar blijft dichtstaan – druk lichtjes tegen op het met rubber bekleding drukplaatje onder de buitenhandgreep en open de klep. Als de klep niet binnen 2 minu- ten na ontgrendeling wordt geopend, wordt de klep weer vergrendeld en het alarm opnieuw geactiveerd.
  • Pagina 63 02 Sloten en alarm Vergrendelen/ontgrendelen Tankvulklep Tijdelijk deactiveren N.B. Met de knop op de transpondersleutel Als er binnen deze vertragingsperiode een wordt de tankvulklep geopend. De tankvul- van de portieren wordt geopend, wordt de klep blijft ontgrendeld totdat de auto wordt functie geannuleerd en het alarm gedeacti- veerd.
  • Pagina 64 02 Sloten en alarm Vergrendelen/ontgrendelen tailleerde beschrijving van het menusys- functie en de bewegingsmelders en teem (zie pagina 215)). niveausensoren van het alarmsysteem opnieuw ingeschakeld. 2. Kies Eén keer activeren Als u geen wijzigingen in het vergrende- > Op het instrumentenpaneel verschijnt lingssysteem wenst Sloten en alarm de melding...
  • Pagina 65 02 Sloten en alarm Kinderslot Handmatig kinderslot op Het portier is niet vanaf de binnenzijde te Het kinderslot is in alle slotstanden anders achterportieren openen. dan 0 - zie pagina 81 te activeren/deactive- ren en dat binnen 2 minuten na het afzetten Het kinderslot voorkomt dat kinderen een Het portier is zowel vanaf de buitenzijde van de motor, op voorwaarde dat er geen...
  • Pagina 66 Neem dan contact op met een werkplaats – N.B. • geadviseerd wordt een erkende Volvo-werk- De led is uit – het alarm is uitgeschakeld Probeer niet zelf de onderdelen van het plaats. •...
  • Pagina 67 02 Sloten en alarm Alarm* • Alarm deactiveren Transpondersleutel defect Er klinkt een sirene totdat u het alarm uit- schakelt. Bij inactiviteit gaat de sirene na – Druk op de ontgrendelingstoets op de Als u het alarm niet kunt uitschakelen met de 30 seconden lang automatisch uit.
  • Pagina 68 Instrumenten, schakelaars en bediening..........68 Volvo Sensus ..................80 Sleutelstanden..................81 Stoelen en achterbank................83 Stuurwiel....................88 Verlichting....................89 Wissers en -sproeiers................101 Ruiten en spiegels................. 104 Kompas*....................110 Alcoholslot*................... 112 Motor starten..................116 Motor starten, hulpaccu................ 118 Versnellingsbakken................120 Start/Stop*....................
  • Pagina 69 B E D I E N I N G S I N S T R U C T I E S B E S T U U R D E R...
  • Pagina 70 03 Bedieningsinstructies bestuurder Instrumenten, schakelaars en bediening Instrumentenoverzicht Auto met het stuur links.
  • Pagina 71 03 Bedieningsinstructies bestuurder Instrumenten, schakelaars en bediening Functie Pagina Functie Pagina Menu- en meldings- 212, 95, Alarmlichten functies, richtingaan- 91, 242 Bedieningspaneel 259, 261, wijzers, groot licht/ voor infotainment en dimlicht, boordcom- menufuncties puter Bedieningspaneel Cruisecontrol* 150,153 voor klimaatregeling Claxon, airbag 88,20 Keuze-/schakelhendel Instrumentenpaneel...
  • Pagina 72 03 Bedieningsinstructies bestuurder Instrumenten, schakelaars en bediening Auto met het stuur rechts.
  • Pagina 73 03 Bedieningsinstructies bestuurder Instrumenten, schakelaars en bediening Informatiedisplay instrumentenpaneel Functie Pagina Functie Pagina Wissers en -sproeiers 101,102 Bedieningspaneel voor klimaatregeling Menufuncties, bedie- 215, 259, Keuze-/schakelhendel ning audio, bediening 261, 288 telefoon* Parkeerrem Claxon, airbag 88,19 Menu- en meldings- 212, 95, Instrumentenpaneel functies, richtingaan- 91, 242...
  • Pagina 74 03 Bedieningsinstructies bestuurder Instrumenten, schakelaars en bediening Druk om een thema te kiezen op de knop OK boordcomputer en meldingen. De informatie ook boordcomputer pagina 242, en tan wordt weergegeven in de vorm van symbolen ken pagina 313. op de linker stuurhendel en kies daarna en tekst.
  • Pagina 75 03 Bedieningsinstructies bestuurder Instrumenten, schakelaars en bediening ook boordcomputer pagina 242, en tan- voor een laag brandstofpeil branden. Zie ring , gaat het oranje controlesymbool ken pagina 313. ook boordcomputer pagina 242, en tan- voor een laag brandstofpeil branden. Zie ken pagina 313.
  • Pagina 76 03 Bedieningsinstructies bestuurder Instrumenten, schakelaars en bediening Eco guide Geadviseerd wordt een optimale snelheid (50–80 km/h) en een laag toerental aan te Deze meter geeft een beeld van hoe zuinig er houden. Bij gas geven en remmen dalen de in de auto wordt gereden. wijzers.
  • Pagina 77 03 Bedieningsinstructies bestuurder Instrumenten, schakelaars en bediening Controle- en nen 5 seconden alle symbolen uit behalve het waarschuwingssymbolen lampje voor storingen in het uitlaatgasreini- gingssysteem en dat voor een lage oliedruk. Controlesymbolen Symbool Betekenis Storing in ABL Uitlaatgasreinigingssysteem Storing in ABS Controle- en waarschuwingssymbolen, digitaal instrument.
  • Pagina 78 Het lampje brandt, wanneer u het groot licht teem kan het lampje gaan branden. Rijd voor staat dat de achtertrein een gecontroleerde een controle naar een werkplaats. Volvo advi- voert of grootlichtsignalen geeft. vorm van slippen vertoont voordat het ingrijpt...
  • Pagina 79 03 Bedieningsinstructies bestuurder Instrumenten, schakelaars en bediening Waarschuwingssymbolen adviseert dat u daarvoor een erkende Volvo- plaats tot stilstand en controleer het peil in werkplaats bezoekt. het remvloeistofreservoir, zie pagina 362. Symbool Betekenis Parkeerrem ingeschakeld Als de waarschuwingssymbolen voor het Lage oliedruk...
  • Pagina 80 Voer de handeling uit die de melding Het remvloeistofverlies moet door een op het display u voorschrijft. Wis de mel- Dagtellers werkplaats worden gecontroleerd. Volvo ding met de knop OK. adviseert u daarvoor contact op te nemen Waarschuwing, portieren niet gesloten met een erkende Volvo-werkplaats.
  • Pagina 81 03 Bedieningsinstructies bestuurder Instrumenten, schakelaars en bediening 6. Draai aan TUNE om het vakje voor Bij lang indrukken (totdat er een wijziging markeren en druk op OK/MENU – de plaatsvindt) van de knop RESET op de linker instelling is gereed. stuurhendel wordt de getoonde dagteller gereset.
  • Pagina 82 Park Assist-camera - CAM*, zie instructieboekje. pagina 195. Volvo Sensus is te beschouwen als het besturingssysteem van uw auto, het middel- punt van uw persoonlijke Volvo-beleving. Volvo Sensus presenteert tal van functies van uiteenlopende autosystemen op overzichte-...
  • Pagina 83 03 Bedieningsinstructies bestuurder Sleutelstanden Transpondersleutel aanbrengen en BELANGRIJK Niveau Functies verwijderen Vreemde voorwerpen in het contactslot Kilometerteller, klok en tempe- kunnen tot functiestoringen leiden of ratuurmeter worden verlicht. schade aan het slot toebrengen. Elektrisch bedienbare stoelen De transpondersleutel niet verkeerd om kunnen worden bediend.
  • Pagina 84 03 Bedieningsinstructies bestuurder Sleutelstanden N.B. Niveau Functies Om niveau I of II te realiseren zonder dat De koplampen worden ontsto- de motor wordt gestart, trapt u niet het ken. rem-/koppelingspedaal in als u deze sleu- telstanden wilt selecteren. Waarschuwings-/controlelamp- jes branden 5 seconden lang. Sleutelstand II Meerdere andere systemen •...
  • Pagina 85 03 Bedieningsinstructies bestuurder Stoelen en achterbank Voorstoelen De hoofdsteun kan in drie verschillende stan- WAARSCHUWING den worden afgesteld. De stand van de bestuurdersstoel instellen voordat u gaat rijden en nooit tijdens het Rugleuning voorstoel omklappen* rijden. Controleer of de stoel vergrendeld staat om letsel te voorkomen bij hard afremmen of een aanrijding.
  • Pagina 86 03 Bedieningsinstructies bestuurder Stoelen en achterbank Elektrisch bedienbare stoel* Voorbereidingen 4. Duw de stoel zo ver naar voren dat de hoofdsteun onder het dashboardkastje Tot enige tijd nadat u het portier met de “vast” komt te zitten. transpondersleutel hebt ontgrendeld blijft het mogelijk de stoel te verstellen, ook al steekt Houd voor het rechtop zetten de omgekeerde er geen sleutel in het contactslot.
  • Pagina 87 03 Bedieningsinstructies bestuurder Stoelen en achterbank • Stel de stoel naar wens in. 2. Houd de knop voor vastlegging van de de ontgrendelingsknop op de transponder- instelling ingedrukt, terwijl u op de geheu- sleutel te bedienen. Het bestuurdersportier • Vergrendel de auto zoals gebruikelijk door genknop van uw keuze drukt.
  • Pagina 88 03 Bedieningsinstructies bestuurder Stoelen en achterbank Achterbank Buitenste hoofdsteunen achterbank Ruggedeelte achterbank omklappen handmatig omklappen Middelste hoofdsteun achterbank BELANGRIJK Als de rugleuning moet worden neerge- klapt, mogen de bekerhouders van de achterbank niet open zijn en mogen er geen voorwerpen op de achterbank liggen. De veiligheidsgordels mogen evenmin zijn ingestoken.
  • Pagina 89 03 Bedieningsinstructies bestuurder Stoelen en achterbank N.B. Duw bij het neerklappen van de ruggedeel- ten de hoofdsteunen naar voren om te voorkomen dat ze in contact komen met het zitgedeelte. Houd voor het rechtop zetten de omgekeerde volgorde aan. N.B. Als de rugleuning is teruggeklapt, mag de rode indicatie niet langer zichtbaar zijn.
  • Pagina 90 03 Bedieningsinstructies bestuurder Stuurwiel Instellen Claxon WAARSCHUWING Stel het stuurwiel vóór vertrek in en zet deze vast. Bij auto’s met snelheidsafhankelijke stuurbe- krachtiging* is de vereiste stuurkracht in te stellen, zie pagina 250. Toetsensets* Stuurwiel afstellen. Claxon. Ontgrendelingshendel, stuurwielafstelling Druk op het midden van het stuurwiel om te claxonneren.
  • Pagina 91 03 Bedieningsinstructies bestuurder Verlichting Bedieningspaneel verlichting Standen draaiknop Stand Betekenis Stand Betekenis Dagrijlicht en stadslichten/ parkeerlichten/sidemarkers Dagrijlicht wanneer het elektri- overdag, wanneer het elektri- sche systeem van de auto in sche systeem van de auto in sleutelstand II staat of als de sleutelstand II staat of als de motor warm is.
  • Pagina 92 2. Draai het duimwiel omhoog of omlaag om de koplampen hoger of lager af te stellen. Grootlichtsignalering mogelijk. Aangebracht in of onder de voorbumper. Volvo adviseert u de stand te gebruiken zolang de verkeerssituatie of de weersge- steldheid niet ongunstig zijn voor ‘Actief groot licht‘*.
  • Pagina 93 03 Bedieningsinstructies bestuurder Verlichting Groot licht/dimlicht de sleutelstand van het elektrische systeem WAARSCHUWING van de auto. Dit is een stroombesparingsfunctie die niet in alle gevallen kan bepalen wanneer de Dagrijlicht DRL omgevingsverlichting voldoende of onvol- doende is bij mist en regen bijvoorbeeld. Als bestuurder bent u verplicht om de ver- lichting van de auto altijd af te stemmen op de heersende omstandigheden en de gel-...
  • Pagina 94 03 Bedieningsinstructies bestuurder Verlichting Grootlichtsignalen Wanneer er geen invallend licht van voor-/ deactiveren van het groot licht wordt direct tegenliggers meer wordt waargenomen, overgeschakeld naar dimlicht. Trek de stuurhendel voorzichtig tot in de schakelt de verlichting enkele seconden later stand voor grootlichtsignalen naar het stuur- Auto met analoog instrumentenpaneel weer over naar groot licht.
  • Pagina 95 03 Bedieningsinstructies bestuurder Verlichting Active high beam Tijdelijk Actieve xenonkoplampen ABL* Als de melding BELANGRIJK niet beschikb. Schakel handmat. op het Voorbeelden van situaties waarin u moge- informatiedisplay van het instrumentenpaneel lijk moet wisselen tussen groot licht en verschijnt, moet u handmatig overschakelen dimlicht: tussen groot licht en dimlicht.
  • Pagina 96 De remlichten gaan automatisch branden niet verdwijnt. Service wanneer u remt. Voor informatie over de Volvo adviseert u vereist noodremlichten en de automatische alarm- contact op te lichten, zie pagina 133. nemen met een erkende Volvo- Alarmlichten werkplaats.
  • Pagina 97 03 Bedieningsinstructies bestuurder Verlichting Verlichting in interieur Korte serie knippersignalen het instrumentenpaneel knipperen bij gebruik van de alarmlichten. Haal de stuurhendel omhoog of omlaag naar de eerste stand en laat de hendel Wanneer de auto dermate hard is afgeremd vervolgens los. De richtingaanwijzers lich- dat de noodremlichten in werking zijn getre- ten driemaal op.
  • Pagina 98 03 Bedieningsinstructies bestuurder Verlichting Leeslampjes voorin* Vloerverlichting en Automatische bediening voor De leeslampjes worden in- en uitgeschakeld achtergrondverlichting* interieurverlichting met een korte druk op de bijbehorende knop Voor een betere interieurverlichting tijdens het De automatische bediening is geactiveerd op de plafondconsole. wanneer het lampje in de knop AUTO brandt.
  • Pagina 99 03 Bedieningsinstructies bestuurder Verlichting ‘Follow Me Home’-verlichting ‘Approach’-verlichting sole voor een zwakke sfeerverlichting tijdens de rit. Bovendien kunt u door de verlichting in Het is mogelijk om een deel van de buitenver- U activeert de ‘Approach’-verlichting met de het donker de voorwerpen in de opbergvak- lichting enige tijd ingeschakeld te houden en transpondersleutel, zie pagina 46, om de ver- ken enz.
  • Pagina 100 03 Bedieningsinstructies bestuurder Verlichting Lichtbundel aanpassen aanpassen voor links- en rechtsrijdend ver- 2. Breng de mallen over op een stuk zelfkle- keer. vend en watervast materiaal en knip ze uit. Actieve xenonkoplampen* 3. Neem de designstrepen op de koplamp- De lichtbundel hoeft niet te worden aange- glazen als uitgangspunt, zie de lijnen op past.
  • Pagina 101 03 Bedieningsinstructies bestuurder Verlichting Positie van de mallen Bovenste regel: auto met stuur links, mallen A en B. Onderste regel: auto met stuur rechts, mallen C en D.
  • Pagina 102 03 Bedieningsinstructies bestuurder Verlichting Mallen voor halogeenkoplampen...
  • Pagina 103 03 Bedieningsinstructies bestuurder Wissers en -sproeiers Intervalstand Regensensor* Ruitenwissers Met het duimwiel kunt u het aantal De regensensor registreert de hoeveelheid wisslagen per eenheid van tijd regen op de voorruit en schakelt automatisch instellen wanneer u de intervalstand de ruitenwissers op de voorruit in. De gevoe- hebt geselecteerd.
  • Pagina 104 03 Bedieningsinstructies bestuurder Wissers en -sproeiers Koplamp- en ruitensproeiers Deactiveren Gereduceerde sproeifunctie Deactiveer de regensensor met een druk op Wanneer er nog ca. 1 liter sproeiervloeistof in het reservoir zit en op het instrumentenpaneel de knop of haal de hendel omlaag naar de melding verschijnt dat u sproeiervloeistof een ander wisprogramma.
  • Pagina 105 Deze functie (intervalstand tijdens het achteruitrijden) kunt u desgewenst uitschakelen. Bezoek een werkplaats. Volvo adviseert u daarvoor contact op te nemen met een erkende Volvo-dealer.
  • Pagina 106 03 Bedieningsinstructies bestuurder Ruiten en spiegels Algemeen Warmtereflecterende voorruit* Voor optimale werking van dient de elektroni- sche uitrusting dan ook gemonteerd te wor- Gelaagd glas den op dat deel van de voorruit waar geen Het glas is verstevigd voor een ver- warmtereflecterende film is aangebracht (zie beterde inbraakbeveiliging en gemarkeerd veld op bovenstaande afbeel-...
  • Pagina 107 03 Bedieningsinstructies bestuurder Ruiten en spiegels Bediening enkele minuten bedienen, maar niet wanneer WAARSCHUWING er een portier is geopend. Controleer of er geen passagier op de ach- De ruiten komen tot stilstand en worden terbank bekneld raakt als de ramen vanaf geopend, als ze tijdens het sluiten in hun het bestuurdersportier worden gesloten.
  • Pagina 108 03 Bedieningsinstructies bestuurder Ruiten en spiegels Buitenspiegels los. De bijbehorende zijruit gaat automatisch Stand vastleggen volledig open of dicht. De stand van de buitenspiegels en de bestuurdersstoel worden vastgelegd, wan- Bediening met transpondersleutel en neer u de auto met de transpondersleutel ver- centrale vergrendeling grendelt.
  • Pagina 109 03 Bedieningsinstructies bestuurder Ruiten en spiegels Automatisch kantelende buitenspiegel In neutrale stand terugzetten ‘Approach’-verlichting en ‘Follow Me Spiegels die uit positie zijn geraakt door Home’-verlichting bij parkeren invloeden van buitenaf, moeten eerst elek- De lampjes op de buitenspiegels gaan bran- Bij het inschakelen van de achteruitversnel- trisch in de neutrale stand worden teruggezet den, als u de ‘Approach’-verlichting of de...
  • Pagina 110 03 Bedieningsinstructies bestuurder Ruiten en spiegels Achteruitkijkspiegel Bij eenmaal indrukken van de desbetreffende automatisch gedimd. Bij een spiegel met knop gaat de verwarming van start. Het bran- autodimfunctie ontbreekt het hendeltje voor dende lampje in de knop geeft aan dat de handmatig dimmen.
  • Pagina 111 03 Bedieningsinstructies bestuurder Ruiten en spiegels Glazen dak* BELANGRIJK Het glazen dak zit vast, maar het rolgordijn • Raak het rolgordijn niet met de handen kan in de sleutelstand I of II worden bediend aan, omdat dit dan beschadigd kan met de bedieningsknoppen in de plafondcon- raken.
  • Pagina 112 03 Bedieningsinstructies bestuurder Kompas* Bediening Het kompas wordt gedeactiveerd als de elek- trische voorruitverwarming wordt geactiveerd. Als de elektrische voorruitverwarming wordt gedeactiveerd, schakelt het kompas weer in. Kalibreren De aarde is in 15 magnetische zones ver- deeld. Het kompas is ingesteld op het geo- grafische gebied waarin de auto werd afgele- verd.
  • Pagina 113 03 Bedieningsinstructies bestuurder Kompas* 7. Herhaal de bovenstaande procedure zo nodig. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
  • Pagina 114 03 Bedieningsinstructies bestuurder Alcoholslot* Algemene informatie over het Functies Bediening alcoholslot Batterij Het alcoholslot voorkomt dat bestuurders Het controlelampje (4) van de blaasunit geeft die onder invloed zijn in de auto kunnen rij- de ladingstoestand van de batterij aan: den. Voordat de motor kan worden gestart, moet u een blaastest afgeven om vast te stel- Controle- Ladingstoestand bat-...
  • Pagina 115 03 Bedieningsinstructies bestuurder Alcoholslot* Bewaren 1. Wanneer het controlelampje (6) groen Resultaat van de blaastest oplicht, is de blaasunit klaar voor gebruik. Controle- Betekenis 2. Neem de blaasunit uit de houder. Als de lampje (5) + blaasunit zich buiten de auto bevindt tij- tekstmelding dens het ontgrendelen, dan dient u de unit eerst te activeren met de schakelaar...
  • Pagina 116 Op het instrumentenpaneel verschijnt auto. tenpaneel. Als er niet binnen 30 dagen gekali- Alcoguard Stroom kabel aansluiten . Sluit Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
  • Pagina 117 U blies te kort – blaas Deze functie is eenmaal te gebruiken en moet Blaas langer langer. daarna gereset worden in een werkplaats Alcoguard U blies te hard – blaas Blaas zach- minder hard. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
  • Pagina 118 03 Bedieningsinstructies bestuurder Motor starten Benzine- en dieselmotoren 2. Houd het koppelingspedaal volledig inge- N.B. drukt . (Bij auto’s met automatische ver- Voor bepaalde motortypen kan het statio- snellingsbak – bedien het rempedaal.) naire toerental bij een koude start duidelijk 3.
  • Pagina 119 03 Bedieningsinstructies bestuurder Motor starten • Druk op START/STOP ENGINE – de motor slaat af. • Als de auto een automatische versnel- lingsbak heeft en de keuzehendel niet in stand P staat of als de auto rijdt – druk tweemaal op de knop of houd de knop START/STOP ENGINE ingedrukt totdat de motor afslaat.
  • Pagina 120 03 Bedieningsinstructies bestuurder Motor starten, hulpaccu Starten met hulpaccu 4. Bevestig de ene klem van de rode start- rental dat iets hoger ligt dan normaal, kabel aan de pluspool (1) van de hulp- ca. 1500 omw/min. accu. 11. Start de motor in de auto met de uitge- putte accu.
  • Pagina 121 03 Bedieningsinstructies bestuurder Motor starten, hulpaccu WAARSCHUWING • De startaccu kan het zeer explosieve knalgas produceren. Eén enkele vonk, veroorzaakt door een onjuiste aanslui- ting van een startkabel, kan volstaan om de accu tot ontploffing te brengen. • De startaccu bevat tevens zwavelzuur dat ernstige chemische brandwonden kan veroorzaken.
  • Pagina 122 03 Bedieningsinstructies bestuurder Versnellingsbakken Algemeen Handgeschakelde versnellingsbak Blokkering achteruitversnelling De blokkering van de achteruitversnelling BELANGRIJK beperkt het risico dat u tijdens het vooruitrij- den op normale snelheid onbedoeld de ach- Om schade aan onderdelen van de aan- teruitversnelling inschakelt. drijflijn te voorkomen wordt de bedrijfstem- •...
  • Pagina 123 03 Bedieningsinstructies bestuurder Versnellingsbakken Handgeschakelde versnellingsbak Schakelstanden In het midden van het instru- mentenpaneel ‘Analog’ wor- Schakelindicator voor hand- De automatische schakel- den de schakelstanden en geschakelde versnellingsbak. standen worden rechts op richtingaanwijzerpijlen Er brandt slechts één lamp het instrumentenpaneel getoond.
  • Pagina 124 03 Bedieningsinstructies bestuurder Versnellingsbakken • Geartronic - Handmatig schakelen (+/–) Zet de hendel helemaal naar links in BELANGRIJK stand D. Met de automatische versnellingsbak De auto moet stilstaan als stand P wordt Geartronic kunt u ook handmatig schakelen. gekozen. N.B. Bij het loslaten van het gaspedaal wordt de auto op de motor afgeremd.
  • Pagina 125 03 Bedieningsinstructies bestuurder Versnellingsbakken Geartronic - Winterstand Mechanische schakelblokkering Gebruik de kickdown om zo snel mogelijk te accelereren zoals bij het inhalen. Om bij gladheid gemakkelijker weg te kunnen komen is het soms beter handmatig de 3e Beveiligingsfunctie versnelling in te schakelen. Om overtoeren van de motor te voorkomen, 1.
  • Pagina 126 03 Bedieningsinstructies bestuurder Versnellingsbakken • Automatische versnellingsbak Houd uw voet op het rempedaal terwijl u Automatische schakelblokkering de keuzehendel verzet. Powershift* deactiveren Elektrische schakelblokkering, Shiftlock parkeerstand (P) Om de keuzehendel uit stand P te kunnen halen, moet u het rempedaal bedienen terwijl de transpondersleutel in stand II staat, zie pagina 81.
  • Pagina 127 03 Bedieningsinstructies bestuurder Versnellingsbakken lingsbak, zoals besproken in het voorgaande Een te warme versnellingsbak uit zich in een BELANGRIJK gedeelte. auto die gaat schudden en trillen, een waar- Bedien de bedrijfsrem om de auto stil te schuwingssymbool dat gaat branden en een Powershift of Geartronic? houden op oplopende hellingen –...
  • Pagina 128 03 Bedieningsinstructies bestuurder Versnellingsbakken Symbool Melding Rijeigenschappen Maatregel Oververh versnb zet Problemen om snelheid constant te hou- Versnellingsbak oververhit. Houd de auto stil met het rem- auto stil den bij hetzelfde toerental. pedaal. Oververh versnb Auto rijdt met hevige schokkerige bewe- Versnellingsbak oververhit.
  • Pagina 129 Milieuzorg vormt een van de kernwaarden Voor automatische motorafslag geldt het vol- van Volvo Car Corporation en geeft richting gende: Met het Start/Stop-systeem kunt u actiever aan al onze activiteiten. Dit resulteerde in uit-...
  • Pagina 130 03 Bedieningsinstructies bestuurder Start/Stop* Beperkingen Automatische motorstart HSA zorgt ervoor dat de pedaaldruk enkele seconden lang op peil blijft als u uw voet van Voorwaarden Automatische motorstop werkt niet het rempedaal naar het gaspedaal verplaatst Ook als het Start/Stop-systeem geactiveerd voordat u wegrijdt na een automatische is, zal de automatische motorstop niet wer- motorstop.
  • Pagina 131 03 Bedieningsinstructies bestuurder Start/Stop* Voorwaarden Voorwaarden Voorwaarden er achteruit wordt gereden met de M + A het bestuurdersportier is geopend de buitentemperatuur zakt onder M + A auto. met de keuzehendel in stand D. het vriespunt of komt boven de ca.
  • Pagina 132 In het menusysteem MY CAR vindt u onder de keuzehendel staat in stand P en DRIVe het kopje een introductie van Volvo’s het bestuurdersportier is open – de Start-Stop-systeem en adviezen voor een motor moet op de normale manier energiezuinige rijtechniek - zie pagina 216.
  • Pagina 133 M + A Auto Start/Stop Service ver- Start/Stop werkt niet. Neem contact op met een werkplaats – geadviseerd wordt een M + A eist erkende Volvo-werkplaats. Motormanagement Er vindt een automatische controle van de werking plaats. M + A Autostart Motor loopt Wordt geactiveerd, als u het bestuurdersportier opent na auto-stop van de motor.
  • Pagina 134 M = handbak, A = automaatbak. Als een tekstmelding na het uitvoeren van de voorgestelde maatregel niet verdwijnt, dient u contact op te nemen met een werkplaats – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werk- plaats. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
  • Pagina 135 03 Bedieningsinstructies bestuurder Bedrijfsrem Algemeen blokkeren tijdens het remmen. Zo blijft de u weer optrekt tot minimaal 20 km/h, zie auto bestuurbaar, waardoor het bijvoorbeeld pagina 94. De auto is uitgerust met twee remcircuits. Als makkelijker is om obstakels te ontwijken. Bij een van de remcircuits defect raakt, betekent Remschijven schoonmaken activering van deze functie kunt u trillingen in...
  • Pagina 136 Brandt tijdens het starten van van Volvo aan te houden zoals omschreven in de motor 2 seconden continu het Service- en garantieboekje van Volvo, zie - automatische functietest.
  • Pagina 137 03 Bedieningsinstructies bestuurder Parkeerrem Algemeen > Het waarschuwingssymbool op het > Het waarschuwingssymbool op het instrumentenpaneel gaat branden. instrumentenpaneel dooft. WAARSCHUWING Als u vergeet de auto van de parkeerrem te N.B. halen, wordt u daar niet alleen op gewezen Gebruik altijd de parkeerrem bij parkeren via het brandende waarschuwingslampje op een hellende ondergrond - een inge- - Het waarschuwingssymbool op...
  • Pagina 138 03 Bedieningsinstructies bestuurder ® HomeLink Algemeen ® HomeLink programmeren WAARSCHUWING • ® Als u HomeLink gebruikt voor bedie- N.B. ning van een garagedeur of toegangs- hek, let er dan op dat er zich niemand Bij bepaalde auto’s moet het contact zijn ingeschakeld of in de ‘accessoirestand’...
  • Pagina 139 03 Bedieningsinstructies bestuurder ® HomeLink Bediening groen licht is gegaan. Bij rood licht - doe een systeem met rollende code (veelal een nieuwe poging en houd de originele een garagedeuropener). ® Zodra HomeLink geprogrammeerd is, vormt afstandsbediening op een andere afstand het een vervanging voor de afzonderlijke ori- 5.
  • Pagina 140 03 Bedieningsinstructies bestuurder ® HomeLink ® HomeLink -knoppen herstellen www.homelink.com of bel 00 8000 466 354 65 (of het betaalnummer ® U kunt de HomeLink -knoppen alleen alle- +49 6838 907 277). maal tegelijk herstellen en dus niet slechts één ervan. Herprogrammeren van slechts één knop is echter wel mogelijk, zie het volgende gedeelte “Afzonderlijke knop programmeren”.
  • Pagina 141 03 Bedieningsinstructies bestuurder...
  • Pagina 142 Stabiliteits- en tractieregelsysteem, DSTC........... 142 Road Sign Information – RSI*............... 145 Snelheidsbegrenzer*................148 Cruisecontrol*..................150 Adaptieve cruisecontrol*............... 153 Afstandswaarschuwing*................ 165 City Safety™..................168 Collision Warning met Auto Brake en voetgangersbescherming.*..174 Driver Alert System*................183 Driver Alert System – DAC*..............184 Driver Alert System - Rijbaanassistent*..........
  • Pagina 143 B E S T U U R D E R S O N D E R S T E U N I N G...
  • Pagina 144 04 Bestuurdersondersteuning Stabiliteits- en tractieregelsysteem, DSTC Algemene informatie over DSTC Tractieregeling DSR is voornamelijk bedoeld om u te helpen de auto in de juiste richting te sturen, wan- Deze regeling is actief op lage snelheden en De stabiliteits- en tractieregeling DSTC neer de auto eenmaal slipt.
  • Pagina 145 • Breng de auto zo spoedig mogelijk tot stilstand, zet de motor af en start deze opnieuw. • Bezoek een werkplaats als de melding niet verdwijnt – geadviseerd wordt een erkende Volvo- werkplaats. ‘Melding’ Er staat een melding op het instrumentenpaneel – lees deze!
  • Pagina 146 04 Bestuurdersondersteuning Stabiliteits- en tractieregelsysteem, DSTC Melding Betekenis Symbool Brandt 2 seconden lang Systeemtest bij het starten van de motor. continu. Knippert. Het DSTC-systeem grijpt in. De Sport-stand is geactiveerd. De symbolen zijn schematisch.
  • Pagina 147 04 Bestuurdersondersteuning Road Sign Information – RSI* Algemene informatie over RSI Samen met het symbool WAARSCHUWING voor de geldende snelheids- RSI werkt niet in alle situaties, maar is uit- beperking kan (indien van sluitend bedoeld als een aanvullend hulp- toepassing) ook een bord middel.
  • Pagina 148 04 Bestuurdersondersteuning Road Sign Information – RSI* Instelling in MY CAR Vervolgens wordt er geen verkeersbordinfor- Op bepaalde markten wordt matie weergegeven, totdat het volgende snel- de geldende snelheid op een De beschikbare opties voor het RSI vindt u in heidsbord wordt geregistreerd.
  • Pagina 149 04 Bestuurdersondersteuning Road Sign Information – RSI* Beperkingen Speed Alert De camerasensor van het RSI-systeem kent ongeveer dezelfde beperkingen als het men- selijk oog – kijk voor meer informatie op pagina 179. Borden die indirect informeren over snel- heidsbeperkingen, zoals naamborden van steden/dorpen, worden niet geregistreerd door het RSI-systeem.
  • Pagina 150 04 Bestuurdersondersteuning Snelheidsbegrenzer* Algemene informatie over Bij stilstand Activeren en maximumsnelheid aanpas- snelheidsbegrenzer sen. 1. Druk op de stuurtoets om de snel- Een snelheidsbegrenzer (Speed Limiter) is te Ingestelde snelheid heidsbegrenzer in te schakelen. beschouwen als een omgekeerde cruisecon- 2. Druk meerdere malen op de toets tot- Snelheidsbegrenzer actief trol –...
  • Pagina 151 04 Bestuurdersondersteuning Snelheidsbegrenzer* > De markering (5) op het instrumenten- WIT naar GROEN (Digital) of van snelheid is vervolgens uit het geheu- paneel verkleurt van GROEN naar WIT GRIJS naar WIT (Analog) en de maxi- gen gewist, waarna deze niet meer te (Digital) of van WIT naar GRIJS (Ana- mumsnelheid van de auto is opnieuw hervatten is met de toets...
  • Pagina 152 Cruisecontrol actief – WIT symbool (GRIJS = stand-by). Activeren en snelheid instellen Om de cruisecontrol aan te zetten: • Druk op de stuurtoets Een Volvo-dealer kan u informeren over wat er op uw markt geldt. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
  • Pagina 153 04 Bestuurdersondersteuning Cruisecontrol* • de snelheid daalt tot onder ca. 30 km/h > Het cruisecontrolsymbool (6) op het Wanneer u tijdelijk gas geeft via het gaspe- instrumentenpaneel verkleurt van GRIJS daal zoals bij een inhaalmanoeuvre, blijft de • het koppelingspedaal meer dan 1 minuut naar WIT om aan te geven dat de cruise- instelling van de cruisecontrol ongewijzigd –...
  • Pagina 154 04 Bestuurdersondersteuning Cruisecontrol* Uitschakelen De cruisecontrol wordt gedeactiveerd bij gebruik van de stuurtoets (1) of bij het afzet- ten van de motor – de ingestelde snelheid wordt uit het geheugen verwijderd en valt niet langer te hervatten met de toets Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
  • Pagina 155 Laat het onderhoud van de onderdelen van Radarsensor de adaptieve cruisecontrol over aan een werkplaats – geadviseerd wordt een De adaptieve cruisecontrol bestaat uit een erkende Volvo-werkplaats. cruisecontrol die gekoppeld is aan een afstandshouder. Automatische versnellingsbak Bij auto’s met een automatische versnellings- bak is de adaptieve cruisecontrol uitgebreid N.B.
  • Pagina 156 04 Bestuurdersondersteuning Adaptieve cruisecontrol* tot een maximumsnelheid van 200 km/h. Als WAARSCHUWING WAARSCHUWING de snelheid tot onder 30 km/h daalt of als het De adaptieve cruisecontrol is geen sys- Het rempedaal beweegt als de cruisecon- motortoerental te laag wordt, wordt de teem dat botsingen voorkomt.
  • Pagina 157 (WIT = stand-by). Volgtijd Volgtijd ACC is actief bij GROEN symbool (WIT = ACC is actief bij GROEN symbool (WIT = stand-by). stand-by). Een Volvo-dealer kan u informeren over wat er op uw markt geldt. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
  • Pagina 158 04 Bestuurdersondersteuning Adaptieve cruisecontrol* Activeren en snelheid instellen Tegelijkertijd wordt een snel- N.B. heidsinterval gemarkeerd: Om de cruisecontrol aan te zetten: Als u een knop van de cruisecontrol meer- • • de hogere snelheid met de dere minuten ingedrukt houdt, wordt de Druk op de stuurtoets –...
  • Pagina 159 04 Bestuurdersondersteuning Adaptieve cruisecontrol* Om voorliggers soepel en comfortabel te kun- Dit symbool en de markering voor de de auto hervat de laatst ingestelde snelheid nen blijven volgen staat de adaptieve cruise- ingestelde snelheid verkleuren dan zodra u het gaspedaal loslaat. control in bepaalde situaties aanzienlijke van GROEN naar WIT.
  • Pagina 160 04 Bestuurdersondersteuning Adaptieve cruisecontrol* • Wisselen van ACC naar CC de remmen een hoge temperatuur heb- WAARSCHUWING Met een druk op de knop kan het adaptieve Let erop dat deze functie bij meer situaties • de radarsensor wordt gehinderd door deel (afstandshouder) van de adaptieve dan bij inhalen kan worden geactiveerd, natte sneeuw of hevige regenval (de...
  • Pagina 161 04 Bestuurdersondersteuning Adaptieve cruisecontrol* File-assistent Van doelvoertuig veranderen N.B. Bij auto’s met een automatische versnellings- Om de cruisecontrol te kunnen activeren bak is de adaptieve cruisecontrol aangevuld bij een snelheid onder 30 km/h mag er bin- met de functie file-assistent (ook wel "Queue nen redelijke afstand geen voorligger te Assist"...
  • Pagina 162 Neem contact op met een werkplaats – geadviseerd wordt een erkende Stoppen van automatisch remmen bij De file-assistent lost het rempedaal en staat Volvo-werkplaats. stilstaand voertuig ook in deze situaties stand-by: Als de grille, de radarsensor of de console In de volgende situaties onderbreekt de file- •...
  • Pagina 163 04 Bestuurdersondersteuning Adaptieve cruisecontrol* • als de snelheid van de voorligger te veel WAARSCHUWING WAARSCHUWING afwijkt van die van uw eigen auto. De bestuurder dient altijd rekening te hou- De adaptieve cruisecontrol is geen sys- Voorbeeldsituaties waarin de den met de verkeersomstandigheden en in teem dat botsingen voorkomt.
  • Pagina 164 04 Bestuurdersondersteuning Adaptieve cruisecontrol* Soms kan de radarsensor een voertuig op In bochten kan de radarsensor op het gehinderd zodat voorliggers niet kunnen wor- korte afstand pas laat registreren, bijvoor- verkeerde voertuig reageren of een eerder den geregistreerd. beeld als een inhalend voertuig invoegt opgemerkt voertuig uit het zicht verliezen.
  • Pagina 165 04 Bestuurdersondersteuning Adaptieve cruisecontrol* Symbolen en tekstmeldingen Sym- Melding Betekenis bool Het lampje is WIT De adaptieve cruisecontrol staat stand-by. Het lampje is GROEN De auto houdt de opgeslagen snelheid aan. De standaard cruisecontrol is handmatig gekozen. DSTC normaal voor ACC De adaptieve cruisecontrol kan pas worden geactiveerd als DSTC in de normale stand is gezet –...
  • Pagina 166 De adaptieve cruisecontrol werkt niet. • Neem contact op met een werkplaats – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Remmen om stil te blijven De auto staat stil en de adaptieve cruisecontrol lost het rempedaal, waarna de auto direct begint te...
  • Pagina 167 04 Bestuurdersondersteuning Afstandswaarschuwing* Algemeen lampje in de schakelaar geeft aan dat de N.B. functie geactiveerd is. De afstandswaarschuwing (Distance Alert) is De afstandswaarschuwing is uitgescha- een functie die u inlicht over de volgtijd ten Bij bepaalde combinaties van opties is er keld, zolang de adaptieve cruisecontrol opzichte van de voorligger.
  • Pagina 168 04 Bestuurdersondersteuning Afstandswaarschuwing* U kunt verschillende volgtij- N.B. den ten opzichte van voorlig- Beperkingen In de felle zon en bij lichtschitteringen of gers kiezen en deze worden Het systeem maakt gebruik van dezelfde grote variaties in de lichtsterkte alsook het op het instrumentenpaneel gebruik van een zonnebril is het op de radarsensor als de adaptieve cruisecontrol en...
  • Pagina 169 CWS-systeem Ser- De afstandswaarschuwing en Collision Warning met Auto Brake werken niet of gedeeltelijk. vice vereist Bezoek een werkplaats als de melding niet verdwijnt – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. De symbolen zijn schematisch. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
  • Pagina 170 - gead- een snelheidsverschil lager dan 15 km/h - 50 km/h helpt u door automatisch te remmen, viseerd wordt een erkende Volvo-werk- bij een hoger snelheidsverschil kan de wanneer het gevaar voor een botsing met een plaats.
  • Pagina 171 04 Bestuurdersondersteuning City Safety™ Functie Bij een snelheidsverschil van meer dan bebladerde takken langs de motorkap en 15 km/h tussen de voertuigen kan City voorruit kunnen schampen. Safety™ een aanrijding niet geheel op eigen Na het starten van de motor is City Safety™ kracht voorkomen –...
  • Pagina 172 04 Bestuurdersondersteuning City Safety™ Beperkingen City Safety™ wordt niet geactiveerd op lage N.B. snelheden (onder 4 km/h), wat betekent dat De City Safety™-sensor is erop gebouwd om • Houd de voorruit in het gebied vóór de het systeem niet ingrijpt in situaties waarbij u auto’s en andere voertuigen vóór u te ontdek- lasersensor vrij van sneeuw, ijs, con- een voorligger uiterst langzaam nadert zoals...
  • Pagina 173 – geadviseerd wordt of ijs. gen (zie de afbeelding met de positie van een erkende Volvo-werkplaats. Het is daarom de sensor op pagina 169) – geadviseerd essentieel dat u de aangegeven instructies Het blikveld van de Verwijder het voor- wordt een erkende Volvo-werkplaats.
  • Pagina 174 II staat, ook al is de motor afge- voeren door een erkende werkplaats – 2,64 µJ Maximale pulsenergie zet (zie pagina 81 voor de sleutelstan- geadviseerd wordt een erkende Volvo- den). werkplaats. Maximaal gem. vermogen 45 mW •...
  • Pagina 175 Voor meer informatie over de beperkingen van de lasersensoren, zie pagina 170. City Safety Service vereist City Safety™ werkt niet. • Bezoek een werkplaats als de melding niet verdwijnt – geadviseerd wordt een erkende Volvo- werkplaats. De symbolen zijn schematisch.
  • Pagina 176 - geadviseerd voetgangersbescherming niet om uw rijge- 1. Collision Warning wordt een erkende Volvo-werkplaats. drag aan te passen – als u er blind op ver- 2. Brake Support trouwt dat Collision Warning met Auto Brake 3.
  • Pagina 177 04 Bestuurdersondersteuning Collision Warning met Auto Brake en voetgangersbescherming.* Collision Warning en City Safety™ vullen elk- Brake Support helpt u eveneens bij het rem- WAARSCHUWING aar aan. Zie voor meer informatie over City men, als het systeem ervan uitgaat dat de Collision Warning werkt niet in alle rijsitua- Safety™...
  • Pagina 178 04 Bestuurdersondersteuning Collision Warning met Auto Brake en voetgangersbescherming.* • Voetgangersdetectie Bediening Een voetganger is alleen te ontdekken wanneer deze helemaal zichtbaar is en Via een menusysteem van MY CAR op het een lengte heeft van minimaal 80 cm. display van de middenconsole zijn eventuele •...
  • Pagina 179 04 Bestuurdersondersteuning Collision Warning met Auto Brake en voetgangersbescherming.* Lang Als u het waarschuwingslampje en het , maar als deze instelling te vaak tot N.B. geluidssignaal van de Collision Warning hebt waarschuwingen leidt (wat in bepaalde situ- Ook als u de waarschuwingsafstand hebt ingeschakeld, wordt het waarschuwings- aties als hinderlijk kan worden ervaren) kunt u Lang...
  • Pagina 180 04 Bestuurdersondersteuning Collision Warning met Auto Brake en voetgangersbescherming.* Beperkingen Onderhoud N.B. Collision Warning met Auto Brake en voet- Het visuele waarschuwingssignaal kan gangersdetectie is actief vanaf ca. 4 km/h. korte tijd buiten werking worden gesteld, wanneer de temperatuur in het interieur Het visuele waarschuwingssignaal (nr.
  • Pagina 181 04 Bestuurdersondersteuning Collision Warning met Auto Brake en voetgangersbescherming.* • Automatische dimfunctie groot licht/ gen verkleint, zie het hoofdstuk ‘Waarschu- WAARSCHUWING dimlicht - zie pagina 92 wingsafstand instellen’ pagina 177. Als de radar- of camerasensor op grond • Road Sign Information – zie pagina 145. Met geactiveerde achteruitversnelling is de van de verkeerssituatie of anderszins pro- •...
  • Pagina 182 Als op het instrumentenpaneel de melding – geadviseerd wordt of ijs. Voorruitsensoren afgedekt staat, betekent een erkende Volvo- dit dat de camerasensor afgedekt is en geen werkplaats. Bij dichte mist en Valt niets aan te voetgangers, voertuigen of rijstrookmarkerin- hevige regen- of doen.
  • Pagina 183 04 Bestuurdersondersteuning Collision Warning met Auto Brake en voetgangersbescherming.* Symbolen en tekstmeldingen Melding Betekenis Symbool CWS-systeem UIT Collision Warning is uitgeschakeld. Verschijnt bij het starten van de motor. De melding dooft automatisch na ca. 5 seconden of eerder wanneer u op de toets OK drukt. CWS-systeem niet Het is niet mogelijk Collision Warning te activeren.
  • Pagina 184 Collision Warning met Auto Brake werkt niet of gedeeltelijk. vice vereist • Bezoek een werkplaats als de melding niet verdwijnt – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werk- plaats. De symbolen zijn schematisch - afhankelijk van de markt en het model zijn afwijkingen mogelijk.
  • Pagina 185 04 Bestuurdersondersteuning Driver Alert System* Algemene informatie over Driver Alert WAARSCHUWING System Driver Alert System werkt niet in alle situ- Driver Alert System is bestemd om u te hel- aties, maar is uitsluitend bedoeld als een pen als de auto op een ongecontroleerde aanvullend hulpmiddel.
  • Pagina 186 04 Bestuurdersondersteuning Driver Alert System – DAC* Bediening DAC is bedoeld om langzame wijzigingen in het rijgedrag te bespeuren, in eerste instantie Algemene informatie over DAC op de grotere wegen. De functie is niet bedoeld voor gebruik in het stadsverkeer. Soms treden er ondanks vermoeidheid geen merkbare wijzigingen op in het rijgedrag.
  • Pagina 187 04 Bestuurdersondersteuning Driver Alert System – DAC* Als de auto slingert, wordt u Het waarschuwingssymbool kan worden gewaarschuwd met een geluidssig- gedeactiveerd: Driver naal en de tekstmelding • Druk op de knop OK van de linker stuur- Alert Tijd voor pauze –...
  • Pagina 188 Voor meer informatie over de beperkingen van de camerasensor, zie pagina 179. Driver Alert-systeem Service Het systeem is defect. vereist • Bezoek een werkplaats als de melding niet verdwijnt – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. De symbolen zijn schematisch. Display Sym- Melding Betekenis...
  • Pagina 189 04 Bestuurdersondersteuning Driver Alert System - Rijbaanassistent* Aan & Uit WAARSCHUWING Met de knop op de middenconsole kunt u de Algemene informatie over de LKA is alleen een hulpmiddel voor de functie activeren of uitschakelen. Het bran- Rijbaanassistent bestuurder en werkt niet in alle rijsituaties, dende lampje in de schakelaar geeft aan dat verkeers-, weers- en wegomstandigheden.
  • Pagina 190 04 Bestuurdersondersteuning Driver Alert System - Rijbaanassistent* Waarschuwing met trillingen in het Dynamisch nemen van bochten stuurwiel LKA grijpt in en stuurt weg. LKA grijpt niet in scherpe binnenbochten in. Als de auto de linker of rechter zijlijn van de LKA stuurt en waarschuwt met pulserende stuur- rijbaan nadert zonder dat de richtingaanwijzer In bepaalde gevallen staat de Rijbaanassis-...
  • Pagina 191 04 Bestuurdersondersteuning Driver Alert System - Rijbaanassistent* Bediening N.B. De functie wordt aangevuld met eenvoudige, In bepaalde omstandigheden heeft het grafische weergaven in verschillende situ- LKA moeite om u goed te helpen – geadvi- aties. Hier volgen enkele voorbeelden: seerd wordt om het LKA dan uit te schake- len.
  • Pagina 192 Het systeem is defect. • Bezoek een werkplaats als de melding niet verdwijnt – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Lane Keeping Aid onderbroken LKA is uitgeschakeld en stand-by gezet. De lijnen van het LKA-symbool geven aan wan- neer de functie weer actief is.
  • Pagina 193 04 Bestuurdersondersteuning Park Assist* Assist met deze knop uitschakelt, dooft het WAARSCHUWING lampje. Algemeen • Hoewel de Park Assist handig is bij het Park Assist is bedoeld als hulpmiddel tijdens parkeren, bent u nog altijd schade- het parkeren. Geluidssignalen en symbolen plichtig bij eventuele fouten.
  • Pagina 194 04 Bestuurdersondersteuning Park Assist* Park Assist aan de achterzijde signalen elkaar op. Wanneer u ondertussen BELANGRIJK de geluidsinstallatie beluistert, wordt het Voorwerpen zoals kettingen, smalle glan- volume daarvan tijdelijk verlaagd. zende palen of lage obstakels kunnen Bij een afstand tot 30 cm bestaat het geluids- ‘afgeschaduwd’...
  • Pagina 195 BELANGRIJK trekhaak – zonder een originele aanhange- rkabel van Volvo – moet u de Park Assist Bij montage van verstralers: Denk eraan mogelijk handmatig uitschakelen om te dat deze de sensoren niet mogen hinderen...
  • Pagina 196 04 Bestuurdersondersteuning Park Assist* N.B. Als vuil, ijs en sneeuw de sensoren bedek- ken, neemt de functie af en kan meten onmogelijk worden gemaakt. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
  • Pagina 197 04 Bestuurdersondersteuning Park Assist-camera* Algemeen Functie en bediening automatisch over om de cameraweergave te tonen. De Park Assist-camera is een hulpsysteem dat automatisch geactiveerd wordt bij het Bij het inschakelen van de achteruitversnel- inschakelen van de achteruitversnelling (de ling wordt met behulp van ononderbroken lij- functie is te wijzigen in het instellingenmenu, nen grafisch aangegeven waar de achterwie- zie pagina 215).
  • Pagina 198 Camerapositie bij de openingshandgreep. hebt hangen die met originele trek- Voorbeeld van hoe hulplijnen voor de bestuurder Lichtomstandigheden haakbedrading van Volvo aangesloten getoond worden. De cameraweergave wordt automatisch aan- De lijnen op het scherm worden geprojec- gepast aan de heersende lichtomstandighe- teerd als stonden ze op de grond achter de den.
  • Pagina 199 04 Bestuurdersondersteuning Park Assist-camera* Grenslijnen Auto’s met Park Assist-sensoren Kleur Afstand (meter) achter* Oranje 0,3–0,5 Rood 0–0,3 Instellingen Druk op OK/MENU wanneer een camera- weergave getoond wordt. Voer de gewenste instellingen uit. Overig • De standaardinstelling is dat de camera wordt geactiveerd bij het inschakelen van De verschillende lijnen van het systeem.
  • Pagina 200 04 Bestuurdersondersteuning Park Assist-camera* CAM te drukken. Nogmaals drukken levert de normaalweergave op. De hulplijn voor de trekhaak is te activeren in het menusysteem MY CAR, waar u kunt kie- zen uit weergave van de “wielsporen” of de baan van de trekhaak – beide opties kunnen niet gelijktijdig worden weergegeven.
  • Pagina 201 04 Bestuurdersondersteuning Actieve parkeerhulp – PAP* grond, zie de pagina’s 133 en 142 voor WAARSCHUWING meer informatie. Algemeen PAP werkt niet in alle situaties, maar is uit- • Er mag geen aanhanger aan de auto zijn sluitend bedoeld als een aanvullend hulp- gekoppeld.
  • Pagina 202 04 Bestuurdersondersteuning Actieve parkeerhulp – PAP* Bediening 2 – Achterwaarts inparkeren 1. Activeer PAP met een druk op deze knop en rijd niet U krijgt eenvoudige en heldere instructies op sneller dan 30 km/h. het instrumentenpaneel – met grafische beel- den en teksten.
  • Pagina 203 04 Bestuurdersondersteuning Actieve parkeerhulp – PAP* Beperkingen 1. Schakel de 1e versnelling in of D, wacht N.B. totdat het stuurwiel is gedraaid en rijd De PAP-regeling wordt beëindigd: • Houd uw handen weg van het stuur- voorzichtig vooruit. • wiel als de PAP-functie is geactiveerd. als te snel met de auto wordt gereden –...
  • Pagina 204 Let erop dat de voorkant van de auto tij- meer bij een werkplaats – geadviseerd dens het parkeren kan uitzwenken naar wordt een erkende Volvo-werkplaats. het tegemoetkomende verkeer. Met ‘goedgekeurde banden’ wordt bedoeld: banden van hetzelfde type en merk als die bij levering af fabriek origineel waren gemonteerd.
  • Pagina 205 – soms met een advies voor een geschikte oplossing. Als een melding aangeeft dat PAP buiten werking is, wordt geadviseerd contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
  • Pagina 206 04 Bestuurdersondersteuning BLIS en CTA* Bediening WAARSCHUWING Algemene informatie over BLIS en BLIS en CTA zijn slechts aanvullende hulp- middelen en werken niet in alle situaties. De functie BLIS (Blind Spot Information BLIS en CTA vormen geen vervanging System) is bedoeld voor rijden in druk verkeer voor een veilige rijstijl en het gebruik van op wegen met meerdere rijbanen in dezelfde de buitenspiegels.
  • Pagina 207 04 Bestuurdersondersteuning BLIS en CTA* • Functie Wanneer BLIS werkt Selecteer Aan of Uit met Instellingen BLIS en CTA worden geactiveerd bij een Auto-instellingen BLIS. motorstart en dat wordt bevestigd doordat de Bij deactivering/activering van BLIS dooft/ controlelampjes op de portierpanelen één brandt het lampje in de knop en het instru- keer knipperen.
  • Pagina 208 04 Bestuurdersondersteuning BLIS en CTA* • BLIS-lampje over van constant branden op CTA is alleen actief tijdens het achteruitrijden Ga naar Instellingen Auto- knipperen met een feller licht. en wordt automatisch geactiveerd als de ach- instellingen BLIS Cross Traffic teruitversnelling wordt geactiveerd. Alert en haal het vinkje weg - daarna is WAARSCHUWING...
  • Pagina 209 BELANGRIJK Onderdelen van het BLIS-en CTA-systeem mogen uitsluitend in een werkplaats wor- den gerepareerd – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Onderhoud De auto staat ver naar achteren in een parkeer- In schuine parkeervakken valt de ene kant van de vak.
  • Pagina 210 • Bezoek een werkplaats als de melding niet ver- dwijnt – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Meldingen kunt u van het display halen door de knop OK op de richtingaanwijzerhendel kort in te drukken. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
  • Pagina 211 04 Bestuurdersondersteuning...
  • Pagina 212 Menu- en meldingsfuncties..............212 Menugroep MY CAR................215 Klimaatregeling..................224 Motor- en interieurverwarming*............235 Extra verwarming*................. 240 Boordcomputer..................242 Rijeigenschappen aanpassen............... 250 Interieurcomfort..................251 Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
  • Pagina 213 C O M F O R T E N R I J P L E Z I E R...
  • Pagina 214 05 Comfort en rijplezier Menu- en meldingsfuncties Instrumentenpaneel Menu-overzicht Voor sommige van de onderstaande menu- opties dient de auto te zijn uitgerust met de bijbehorende functie en software. Analoog instrumentenpaneel Digit. snlhd. Verwarming * Extra verw. * TC-opties Servicestatus Informatiedisplays (digitaal instrumentenpaneel) Oliepeil en bedieningsknoppen voor menufuncties.
  • Pagina 215 05 Comfort en rijplezier Menu- en meldingsfuncties Melding Melding Betekenis Melding Betekenis Wanneer er een waarschuwings-, informatie- Stop auto Tijd voor Breng de auto tot stil- Het is tijd voor een servi- of controlesymbool oplicht, verschijnt er stand en zet de motor af. periodiek cebeurt –...
  • Pagina 216 Deel van een melding, verschijnt samen met gegevens over de locatie van de storing. neutraal en laat de motor Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. stationair draaien totdat Voor meer meldingen met betrekking tot de automatische versnellingsbak, zie pagina 125.
  • Pagina 217 05 Comfort en rijplezier Menugroep MY CAR Bediening menuniveau dat gebeurt, is een van de vol- gende dingen mogelijk: Algemene informatie over MY CAR Bedieningselementen op • telefoongesprekken worden geweigerd In deze menugroep zijn tal van auto- middenconsole • functies te regelen, zoals het instellen de actuele functie wordt beëindigd van de klok, de buitenspiegels en de •...
  • Pagina 218 05 Comfort en rijplezier Menugroep MY CAR Toetsenset* op stuurwiel EXIT (2) telkens kort in te drukken of deze Instellingen Auto-instellingen eenmaal lang in te drukken. Slotinstellingen Deuren open Bestuurdersdeur: dan alle. De procedure verloopt geheel identiek met de knoppen op de middenconsole – zie Hier volgt een voorbeeld van de wijze waarop pagina 215: OK MENU (2), EXIT (4) en de u een functie kunt opzoeken en aanpassen...
  • Pagina 219 05 Comfort en rijplezier Menugroep MY CAR My V40 Hier volgt een introductie van Volvo’s Start- Menuniveau 1 Stop-systeem en adviezen voor een energie- zuinige rijtechniek. Menuniveau 2 p..• Start/Stop Menuniveau 3 • Milieutips Menuniveau 4 Voor meer informatie – zie pagina 127.
  • Pagina 220 05 Comfort en rijplezier Menugroep MY CAR Slotinstellingen Instellingen zijspiegel Tijdsduur 'approach'-verl. Automatische vergrendeling Spiegels inklappen Linkerspiegel hellen 30 sec. Rechterspiegel hellen 60 sec. Deuren open 90 sec. Lichtinstellingen p.96 Alle deuren Binnenverlichting p.97 Bestuurdersdeur: dan alle Tijdsduur 'follow me home'-verl. Vloerverlichting Instappen zonder sleutel 30 sec.
  • Pagina 221 05 Comfort en rijplezier Menugroep MY CAR Botswaarschuwing Rijbaanassistentie p.93 Actieve bochtverlichting Waarschuwingsafstand Aan bij starten p.91 Lang Extra koplampen Normaal Kort Hogere gevoeligheid * Signaaltoon Stuurkracht Laag Alternatieve assistentie Midden Alleen vibratie Hoog Alleen stuurhulp Autosnelheid in info- Volledige functie tainm.scherm Informatie over verkeersborden Auto-instellingen resetten...
  • Pagina 222 05 Comfort en rijplezier Menugroep MY CAR DSTC Tijd Hulptekst weergeven p.79 Hier stelt u de klok in op het instru- mentenpaneel. Tijdopmaak p.79 Bij markering van deze optie ver- City Safety schijnt uitleg bij de actuele scherm- weergave. Afstands-/ verbruikseenheid Screensaver MPG (UK) BLIS...
  • Pagina 223 Telefoon spraaksystem gen hervat. Telefoon kies contact Standaardinstellingen Spraakinstellingen Telefoon kies nummer Gebruiker 1 Alleen in een auto met Volvo gps- Navigatiecommando's navigatiesysteem RTI* – zie desbe- Gebruiker 2 treffend boekje. Navigatie Hier kunt u een tweede gebruikers- Navigatie herhaal profiel aanmaken –...
  • Pagina 224 Favorieten (FAV) 1. Stel het volume bij met het duimwiel. 2. Met OK kunt u bij wijze van Volvo On Call proef een stukje beluisteren. Staat in een apart boekje beschre- 3. Met EXIT kunt u de instelling ven.
  • Pagina 225 05 Comfort en rijplezier Menugroep MY CAR Informatie Aantal sleutels p.44 VIN-nummer DivX® VOD-code Bluetooth-softwa- reversie in auto Kaart- en softwareversie * Alleen in een auto met Volvo gps- navigatiesysteem – zie desbetref- fend boekje. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
  • Pagina 226 Raadpleeg blaasmonden links en rechts afwijken, het Serviceprogramma van Volvo voor het Tijdelijke uitschakeling van ondanks dat de temperatuurknoppen voor de aanbevolen vervangingsinterval. In zeer sterk airconditioning beide zijden in dezelfde stand staan.
  • Pagina 227 Gebruik daarvoor ren. Bij inactiviteit wordt de functie na schoonmaakmiddelen en autoverzorgings- enige tijd automatisch beëindigd. producten die door Volvo worden geadvi- • Het Interior Air Quality System (IAQS) is seerd, zie pagina 388. een volautomatisch systeem dat de lucht...
  • Pagina 228 05 Comfort en rijplezier Klimaatregeling In de stand AUTO* vindt de luchtverdeling geheel automatisch plaats. De luchtverdeling valt zo nodig handmatig bij te regelen, zie pagina 234. Blaasmonden in dashboard Open Dicht Luchtstroom naar links of rechts Luchtstroom omhoog of omlaag Richt de blaasmonden op de zijruiten om deze te ontwasemen.
  • Pagina 229 05 Comfort en rijplezier Klimaatregeling Elektronische klimaatregeling, ECC* Ventilator Temperatuurregeling linker-/rechterkant instellen AUTO Elektrisch verwarmde voorstoel, rechts Elektrisch verwarmde voorstoel, links Temperatuurregeling Elektrische voorruitverwarming* en maxi- Recirculatie male ontwaseming Luchtverdeling - ventilatie vloer AC – Airconditioning aan/uit Luchtverdeling - blaasmond dashboard Luchtverdeling - ontwaseming voorruit Elektrische achterruit- en buitenspiegel- verwarming,zie pagina 107...
  • Pagina 230 05 Comfort en rijplezier Klimaatregeling Elektronische temperatuurregeling, ETC Gebruik bedieningselementen Ventilator Recirculatie Elektrisch verwarmde voorstoel, links Elektrisch verwarmde voorstoel, rechts Elektrisch verwarmde stoelen/ achterbank* AC – Airconditioning aan/uit Temperatuurregeling WAARSCHUWING Elektrische voorruitverwarming* en maxi- male ontwaseming Een elektrisch verwarmde stoel mag niet Luchtverdeling - ventilatie vloer worden gebruikt door personen die niet goed kunnen voelen dat de temperatuur...
  • Pagina 231 05 Comfort en rijplezier Klimaatregeling • Voorstoelen Laagste verwarmingsstand - er brandt Ventilator één oranje veld op het beeldscherm. • N.B. Verwarming uitschakelen - geen van de velden brandt. Als de ventilator volledig uitgeschakeld is, Achterbank start de airconditioning niet – wat kans op beslagen ruiten kan geven.
  • Pagina 232 05 Comfort en rijplezier Klimaatregeling Luchtverdeling U kunt de ventilatorsnelheid in de automati- sche stand instellen in het menusysteem MY CAR onder Instellingen Klimaatinstellingen Autom. ventilatorinstellingen. Kies uit Laag Normaal Hoog • Laag - Automatische ventilatorregeling. Geringe luchtstroom geniet de prioriteit. •...
  • Pagina 233 05 Comfort en rijplezier Klimaatregeling Temperatuurregeling ECC* Temperatuurregeling ETC Elektrische voorruitverwarming* en Met deze draaiknop kunt u maximale ontwaseming de temperatuur in de passa- giersruimte instellen. AC – Airconditioning AAN/UIT Wanneer het lampje in de knop AC brandt, wordt de airconditioning geheel auto- matisch geregeld.
  • Pagina 234 05 Comfort en rijplezier Klimaatregeling Voor auto’s zonder elektrische voorruitver- Bij het uitschakelen van de ontwaseming her- N.B. warming: vat de klimaatregeling de voorgaande instel- Aan de beide uiteinden van de voorruit zit- lingen. • Er stroomt lucht naar de ruiten - op het ten driehoekige gebieden zonder elektri- beeldscherm brandt het symbool (2).
  • Pagina 235 05 Comfort en rijplezier Klimaatregeling reinigingen in de passagiersruimte te beper- Klimaatinstellingen Timer voor Auto’s met Start/Stop* ken. Als de Air Quality Sensor een verhoogde hercirculatie. Voor een beschrijving van het concentratie van verontreinigingen in de bui- Bij automatische motorstop gelden er moge- menusysteem, zie pagina 216.
  • Pagina 236 05 Comfort en rijplezier Klimaatregeling Luchtverdelingstabel Luchtverdeling Toepassing Luchtverdeling Toepassing Er stroomt een grote hoe- om snel te ont- Lucht naar de vloer en de om een comfortabel veelheid warme lucht naar dooien en te ontwa- ruiten. Er komt een klimaat en een goede de ruiten.
  • Pagina 237 05 Comfort en rijplezier Motor- en interieurverwarming* Algemeen Op een helling parkeren N.B. Wanneer u de auto op een steile helling par- De standverwarming (op brandstof) bereidt Bij gebruik van de verwarming op brand- keert, moet u ervoor zorgen dat de voorkant de motor en het interieur voor ter beperking stof komt er mogelijk rook vanonder de van de auto omlaagwijst.
  • Pagina 238 05 Comfort en rijplezier Motor- en interieurverwarming* Bediening Symbolen en meldingen Wanneer de verwarming ingescha- keld is, brandt het verwarmingssym- bool op het display. Wanneer een van de timerfuncties actief is, brandt het symbool voor een geactiveerde timer op het display met de ingestelde tijd ernaast.
  • Pagina 239 50 km te rijden. laag Brandstofkachel Ser- Verwarming defect. Neem voor reparatie contact op met een werkplaats. Volvo adviseert u contact op vice vereist te nemen met een erkende Volvo-werkplaats. Meteen inschakelen/uitschakelen Een tekstmelding verdwijnt automatisch na N.B.
  • Pagina 240 05 Comfort en rijplezier Motor- en interieurverwarming* 6. Druk kort op OK zodat de minuutaandui- 1. Druk op de knop OK om het menu te 2. Gebruik het duimwiel om naar Verwarming te gaan en maak een keuze ding gaat branden. openen.
  • Pagina 241 05 Comfort en rijplezier Motor- en interieurverwarming* N.B. Als de klok van de auto wordt verzet, wordt een eventuele programmering van de timer gewist. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
  • Pagina 242 9 °C en wordt gedeactiveerd wanneer de ingestelde interieurtemperatuur is bereikt. Een erkende Volvo-dealer kan u informeren over de desbetreffende geografische gebieden. Zie voor auto’s met standverwarming zie pagina 235. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
  • Pagina 243 05 Comfort en rijplezier Extra verwarming* 4. Kies een van de opties het duimwiel en bevestig uw keuze met 5. Verlaat het menu met RESET. N.B. De menu-opties zijn alleen zichtbaar in contactslotstand I – verricht eventuele aanpassingen daarom voordat u de motor start.
  • Pagina 244 05 Comfort en rijplezier Boordcomputer • Algemeen Functies Functies Doe het volgende om functies te openen en • Na de automatische activering van het instru- Rubriek op instrumentenpaneel regelen/aanpassen: mentenpaneel bij ontgrendeling zijn bediening De functies of alternatieve rubrieken van de en instelling meteen mogelijk.
  • Pagina 245 05 Comfort en rijplezier Boordcomputer Functies Informatie Digit. snlhd. Geeft de rijsnelheid digitaal weer in het midden van het instrumentenpaneel: • Open een functie met OK, kies een optie met het duimwiel, bevestig met OK en verlaat - km/h de functie met ENTER. - mph - Geen aanduiding Verwarming *...
  • Pagina 246 05 Comfort en rijplezier Boordcomputer Functies Informatie Servicestatus Geef het resterend aantal maanden en het aantal kilometers tot de eerstvolgende servicebeurt aan. Oliepeil Voor meer informatie, zie pagina 359. Meldingen (##) Voor meer informatie, zie pagina 213. Bepaalde motoren. Rubrieken 1.
  • Pagina 247 05 Comfort en rijplezier Boordcomputer Boordcomputerrubriek op instrumentenpa- Informatie neel • Gem. snelh. Druk lang op RESET om Gem. snelh. op nul te stellen. Geen boordcomputerinformatie. Bij deze optie blijft het display leeg - dit geeft tevens het ‘begin’/‘einde’ van de lus aan. Instrumentenpaneel "Digital"...
  • Pagina 248 05 Comfort en rijplezier Boordcomputer Functies Informatie Boordcomp reset N.B. Bij deze functie worden de beide dagtellers T1 en T2 niet op nul gesteld - zie de tabel in het gedeelte ‘Rubrieken’ op pagina 247 of de rubriek ‘Op nul stellen bij Digital’ op Gemiddeld pagina 248 voor informatie hierover.
  • Pagina 249 05 Comfort en rijplezier Boordcomputer Rubrieken door 2 keer drukken op RESET te druk- weergave op het instrumentenpaneel. Doe ken. het volgende om een keuze te maken: Er kunnen drie boordcomputerrubrieken tege- lijk worden weergegeven: één op elk van drie 2.
  • Pagina 250 Dagtellers heid brandstof. alleen van toepassing op de boordcompu- ter maar ook op het RTI-navigatiesysteem Draai met het duimwiel naar de rubriekcom- van Volvo. N.B. binatie die de op nul te stellen dagteller bevat: Er kunnen onjuiste waarden verschijnen, •...
  • Pagina 251 05 Comfort en rijplezier Boordcomputer • Functie Nieuwe rit starten – met ENTER wordt alle eerdere statistiek gewist. Verlaat het menu met EXIT. • Elke rijcyclus resetten – vink het vakje met ENTER aan en verlaat het menu met EXIT. Met het alternatief ‘...
  • Pagina 252 05 Comfort en rijplezier Rijeigenschappen aanpassen Snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging* Naarmate de rijsnelheid hoger wordt neemt de stuurbekrachtiging af, waardoor u een beter gevoel met de weg krijgt. Op snelwegen stuurt de auto zwaarder en directer. Bij het parkeren en op lage snelheden is de auto lichter en met minder moeite te besturen.
  • Pagina 253 05 Comfort en rijplezier Interieurcomfort Opbergmogelijkheden...
  • Pagina 254 05 Comfort en rijplezier Interieurcomfort Opbergvak, bestuurderszijde aansteker hebt gekozen, zit er een aan Opbergvak in portierpaneel steker op de plaats van de 12V-aanslui- Opbergvak, bestuurderszijde ting voorin, zie pagina 254, en een uit- WAARSCHUWING neembare asbak in de bekerhouder.) Parkeerkaarthouder Bewaar geen scherpe voorwerpen of voor- werpen die uitsteken in het vak.
  • Pagina 255 De koelfunctie werkt alleen, wanneer de kli- maatregeling actief is. D.w.z. in de sleutel- stand II of wanneer de motor loopt. Inlegmatten* Volvo biedt inlegmatten die speciaal vervaar- digd zijn. WAARSCHUWING Controleer voordat u wegrijdt of de inleg- mat voor de bestuurdersstoel goed ligt en...
  • Pagina 256 I staan, anders geven de aansluitingen N.B. geen stroom, zie pagina 81. De compressor voor provisorische ban- denreparatie is door Volvo getest en goed- WAARSCHUWING gekeurd. Voor informatie over het gebruik Laat de plug altijd in de aansluiting zitten, van de aanbevolen provisorische banden- als u deze niet gebruikt.
  • Pagina 257 05 Comfort en rijplezier...
  • Pagina 258 Algemene informatie over infotainment..........258 Radio..................... 269 Mediaspeler..................277 Externe geluidsbron via AUX/USB*-ingang.......... 282 ® Media Bluetooth * ................285 ® Bluetooth -handsfree*................288 Spraakherkenning* mobiele telefoon............ 297 TV - instelling*..................301 Afstandsbediening* ................305 Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
  • Pagina 259 I N F O T A I N M E N T...
  • Pagina 260 06 Infotainment Algemene informatie over infotainment Algemeen N.B. Het infotainmentsysteem bestaat uit een Haal de transpondersleutel uit het contact- slot als u het infotainmentsysteem gebruikt radio, mediaspeler, tv* en een functie voor terwijl de motor afgezet is. Dit om te voor- communicatie met een mobiele telefoon*.
  • Pagina 261 06 Infotainment Algemene informatie over infotainment Overzicht Installatie bedienen Vooruit/achteruit/zoeken - Kort indruk- ken om naar de/het volgende/vorige track op een cd, voorkeurzender van de radio (geldt niet voor DAB) of hoofdstuk (alleen bij dvd’s) te gaan. Lang indrukken om een track op een cd vooruit/achteruit te spoelen of de eerstvolgende goed doorkomende radiozen- der te zoeken.
  • Pagina 262 06 Infotainment Algemene informatie over infotainment gave) te openen met dezelfde hoofdbronk- Hoofdbron - indrukken om een hoofdbron noppen als op de middenconsole (7). (RADIO, MEDIA) te kiezen. De laatst geacti- veerde bron (bijv. FM1) verschijnt. Als u zich INFO - als er meer informatie beschikbaar in RADIO of MEDIA bevindt en op de hoofd- is dan op het scherm kan worden weergege- bronknop drukt, verschijnt er een bronweer-...
  • Pagina 263 06 Infotainment Algemene informatie over infotainment Menufuncties Het voorbeeld geeft aan hoe u de verschillende functies bereikt tijdens het afspelen van een schijf. (1) Hoofdbronknop, (2) Normaalweergave, (3) Snelkoppe- lings-/Bronmenu, (4) Snelmenu, (5) Bronmenu...
  • Pagina 264 06 Infotainment Algemene informatie over infotainment • DAB1*/DAB2* Kies een hoofdbron door te drukken op een Snelmenu - snelstand bij draaien aan hoofdbronknop (1) (RADIO, MEDIA, TEL). TUNE om bijv. van track, radiozender e.d. te In de MEDIA-stand: Gebruik om door de menu’s van de bron te veranderen.
  • Pagina 265 06 Infotainment Algemene informatie over infotainment • korte druk op FAV de opgeslagen Fader met OK/MENU. Doe hetzelfde voor de – Balans tussen luidsprekers voor en achter. functie te activeren. andere frequentiebanden die u wenst aan te passen. • Balans –...
  • Pagina 266 06 Infotainment Algemene informatie over infotainment Menu-overzicht opzichte van de rijsnelheid. U hebt de keuze N.B. uit de alternatieven: laag, medium, hoog en In de hoofdbronnen RADIO, MEDIA en TEL Als het volume van de externe geluidsbron uit. Kies een niveau onder Audio-instellingen hebt u de volgende menu’s.
  • Pagina 267 06 Infotainment Algemene informatie over infotainment p.263 p.272 Scan p.275 Volumecompensatie Geavanceerde instellingen p.276 p.263 p.272 Alle audio-instellingen resetten TP-favoriet instellen p.276 DAB-verbinding p.272 Geldt alleen voor High Performance Multimedia en Pre- PTY-instellingen mium Sound Multimedia. De menu-opties voor de audio-instellingen zijn identiek p.276 voor alle geluidsbronnen.
  • Pagina 268 06 Infotainment Algemene informatie over infotainment Scan p.279 Scan p.279 Hoofdmenu DVD Video ( Diskmenu DVD-menu p.277 Audio-instellingen Audio-instellingen p.263 p.263 Zie voetnoot Zie voetnoot Play/pause/verder p.280 Voor submenu’s, zie ‘Hoofdmenu AM’. Geldt niet voor Performance. Stop p.280 Voor submenu’s, zie ‘Hoofdmenu AM’. Diskmenu Hoofdmenu CD/DVD Data (...
  • Pagina 269 06 Infotainment Algemene informatie over infotainment Scan p.279 Hoofdmenu AUX Bronmenu p.261 Zie voetnoot AUX-ingangsvolume p.264 Audio-instellingen p.263 DVD-hoofdmenu p.280 Zie voetnoot Audio-instellingen p.263 Zie voetnoot Zie voetnoot Geldt niet voor Performance. Voor submenu’s, zie ‘Hoofdmenu AM’. DVD-hoofdmenu p.280 Voor submenu’s, zie ‘Hoofdmenu AM’. Hoofdmenu Media Bluetooth Geldt alleen bij het weergeven van videobestanden en het Hoofdmenu TV*...
  • Pagina 270 06 Infotainment Algemene informatie over infotainment p.291 p.292 Gespreksduur Telefoonboek downloaden Telefoonboek p.292 p.296 Bluetooth-softwareversie in auto p.294 Zoeken Bel-opties p.295 p.291 Nieuw contact Automatisch opnemen p.296 p.292 Verkorte nummers Voicemailnummer Telefoon uit p.296 p.290 vCard ontvangen Geldt niet voor Performance. p.296 Geheugenstatus p.296...
  • Pagina 271 06 Infotainment Radio Algemeen Radio AM/FM N.B. Als de auto is uitgerust met een toetsen- Zenders zoeken set* op het stuurwiel en/of een afstandsbe- diening*, kunt u deze meestal gebruiken in N.B. plaats van de toetsen op de middencon- sole. Voor een beschrijving van de toet- De ontvangst hangt niet alleen af van de senset op het stuurwiel, zie zie pagina 259.
  • Pagina 272 06 Infotainment Radio Handmatig zenders zoeken Om de lijst te openen en een zender te kie- N.B. zen: Weergave van de zenderlijst met de best • De lijst vermeldt alleen de frequenties doorkomende signalen bij het draaien aan 1. Kies de gewenste frequentieband ( van de zenders waarop u hebt afge- TUNE (zie gedeelte “Zenderlijst”, pagina 269) stemd en vormt dan ook geen com-...
  • Pagina 273 06 Infotainment Radio 1. Stem af op een zender (zie “Zenders zoe- N.B. N.B. ken”, pagina 269). Weergave van de zenderlijst met de best Bepaalde radiostations gebruiken geen 2. Houd een van de sneltoetsen enkele doorkomende signalen in het huidige RDS of slechts bepaalde onderdelen van seconden ingedrukt.
  • Pagina 274 06 Infotainment Radio geluidsbron te hervatten en druk op OK/ gave van de actieve geluidsbron kan worden werk van de zender waarop is afgestemd. Het NEWS MENU om de melding te verwijderen. onderbroken voor uitzendingen van een symbool geeft aan dat de functie bepaald programmatype.
  • Pagina 275 06 Infotainment Radio 1. Activeer de functie door in stand FM eerst 1. Kies in stand FM een of meer PTY onder – Activeer/deactiveer deze functie in de programmatypes te kiezen onder FM-menu Geavanceerde instellingen FM-menu Radiotekst stand FM onder menu Geavanceerde instellingen tonen.
  • Pagina 276 06 Infotainment Radio Digitale radio (DAB)* – De programmeerfunctie is uit te voeren in het Reset in de stand FM onder FM-menu menusysteem in stand DAB onder DAB- Geavanceerde instellingen Alle FM- Algemeen menu Ensemble programmeren. Pro- instellingen resetten. DAB (Digital Audio Broadcasting) is een sys- grammeren kan ook als volgt worden uitge- teem voor digitale overdracht van radiosigna- Volumeregeling programmatypes...
  • Pagina 277 06 Infotainment Radio Scannen binnen de kanalen die programma’s van het weergegeven waartoe het subkanaal gekozen type uitzenden. behoorde. De voorkeurkanalen zijn niet Deze functie doorzoekt de actuele frequentie- gebonden aan de kanalenlijst. band automatisch op goed te ontvangen zen- U kiest een programmatype in stand DAB ders.
  • Pagina 278 06 Infotainment Radio • Band III - dekt de meeste gebieden. Subkanalen zijn uitsluitend te bereiken via het N.B. gekozen hoofdkanaal en niet via een ander • LBand - alleen beschikbaar voor een Er kan telkens slechts een van de functies kanaal.
  • Pagina 279 06 Infotainment Mediaspeler Algemeen CD/DVD -functies Tracks/mappen kiezen of menu-opties doorbladeren door te draaien aan TUNE. De mediaspeler kan geluids- en videobestan- den op schijven in de cd-/dvd-speler* weer- Disctrack voor-/achteruitspoelen en van geven, op externe mediabronnen die via de disctrack of hoofdstuk veranderen.
  • Pagina 280 06 Infotainment Mediaspeler Menufuncties Pauze gave van het gekozen audio-/videobestand gestart. Druk op EXIT om te annuleren en de U regelt de menufuncties van MEDIA vanaf Als het volume wordt uitgedraaid of MUTE speellijst te verlaten of een stap omhoog de middenconsole of via de toetsenset* op wordt ingedrukt, pauzeert de mediaspeler.
  • Pagina 281 06 Infotainment Mediaspeler 1. Druk op OK/MENU geplaatst maar blijft in dat geval het voor- achteruit te spoelen zijn. Druk herhaalde gaande bestandstype afspelen. malen achtereen op de toetsen Willekeurige 2. Draai aan TUNE totdat bij videobestanden sneller voor- of achteruit weergave verschijnt N.B.
  • Pagina 282 06 Infotainment Mediaspeler Navigeren in eigen menu video-dvd MENU, waarna u terugkeert naar de lijst met Video-dvd’s afspelen hoofdstukken. Druk op OK/MENU om uw Afspelen keuze te activeren en terug te keren naar de Tijdens het afspelen van een video-dvd ver- uitgangspositie.
  • Pagina 283 06 Infotainment Mediaspeler Compatibele formaten Breng voor meer informatie een bezoek aan www.divx.com/vod. De mediaspeler kan tal van bestandstypen afspelen en is compatibel met de formaten in Beeldinstellingen de volgende tabel. Het is mogelijk de volgende instellingen voor helderheid en contrast te wijzigen (op voor- N.B.
  • Pagina 284 06 Infotainment Externe geluidsbron via AUX/USB*-ingang Algemeen bestanden op het opslagmedium inleest. N.B. Afhankelijk van de bestandsstructuur en het Als de auto is uitgerust met een toetsen- aantal bestanden kan het enige tijd duren set* op het stuurwiel en/of een afstandsbe- voordat alles ingelezen is.
  • Pagina 285 06 Infotainment Externe geluidsbron via AUX/USB*-ingang Afspelen en navigeren bestanden of alleen videobestanden op de van de tekenreeks intypt worden de zoekre- USB-aansluiting wordt aangesloten, past de sultaten steeds verder verfijnd. Draai aan TUNE om de speellijst/mapstruc- instellingen aan en speelt de bestanden ver- tuur te openen en door de lijst/structuur te U start de weergave van een bestand door te volgens af.
  • Pagina 286 06 Infotainment Externe geluidsbron via AUX/USB*-ingang andere bestanden op het opslagmedium dergelijke mp3-speler te kunnen gebruiken staan. binnen het systeem, dient de speler in de USB Removable device/Mass stand Storage Device N.B. te staan. Het systeem biedt ondersteuning voor ® iPod draagbare media die werken met USB 2.0 ®...
  • Pagina 287 ® tibel met de Bluetooth -functie van de zelf van track te wisselen. mediaspeler van de auto. Volvo adviseert u Om audio weer te geven moet de mediaspe- contact op te nemen met een erkende Bluetooth ler van de auto eerst in stand wor- Volvo-dealer of www.volvocars.com te...
  • Pagina 288 06 Infotainment ® Media Bluetooth EXIT – Omhoog in het menusysteem, play. Druk op EXIT voor aansluiting op een 5. Kies de aan te sluiten eenheid door te annuleert de actuele functie. andere eenheid. Sluit een nieuwe externe draaien aan TUNE en bevestig uw keuze eenheid aan, zie “Andere externe eenheid kie- met OK/MENU.
  • Pagina 289 06 Infotainment ® Media Bluetooth ® Willekeurige afspeelvolgorde Versie-informatie Bluetooth ® Bij activering van deze functie worden de De actuele Bluetooth -versie van de auto is in audiobestanden op de externe eenheid in wil- stand Bluetooth te bekijken onder Bluetooth- lekeurige volgorde afgespeeld.
  • Pagina 290 Volvo adviseert u con- Knop TEL, activeert/zoekt de laatst aan- tact op te nemen met een erkende Volvo- gesloten telefoon. Als er al een telefoon is werkplaats of www.volvocars.com te bezoeken voor informatie over compati- aangesloten, verschijnt er bij het indruk- bele telefoons.
  • Pagina 291 06 Infotainment ® Bluetooth -handsfree* ® met alle gesprekken. Tevens te gebruiken externe eenheid. Als de ene manier niet Externe Bluetooth -eenheid aansluiten om de opties op het display door te bla- werkt, kunt u de andere proberen. U kunt maximaal tien externe eenheden kop- deren.
  • Pagina 292 OK/MENU. Andere externe eenheid kiezen 2. Voer ofwel het gewenste nummer of snel- My Volvo Car 2. Selecteer op het scherm nummer in, zie pagina 296. Of draai in de Als er meerdere eenheden in de auto aanwe-...
  • Pagina 293 06 Infotainment ® Bluetooth -handsfree* • Gespreksfuncties Nummer kiezen De handsfree-functie wordt gedeactiveerd bij - mogelijkheid om een tweede gesprek te starten met behulp het afzetten van de motor en het openen van Inkomend gesprek van de cijfertoetsen (het eerste gesprek een portier Druk op OK/MENU om een gesprek aan –...
  • Pagina 294 06 Infotainment ® Bluetooth -handsfree* Voicemail Telefoonmenu Telefooninstellingen Geluiden en volume Beltonen GSM- In de normaalweergave is het mogelijk een ringtone. Geluiden en volume Mute radio snelnummer voor voicemail te programmeren die u vervolgens kunt bereiken door lang te Beltoonvolume Telefoonboek drukken op 1.
  • Pagina 295 06 Infotainment ® Bluetooth -handsfree* Snelzoekfunctie contactpersonen Tekentabel toetsenset op N.B. Draai in de normaalweergave TUNE rechtsom middenconsole Bij wijzigingen van een post in het tele- om een lijst met contactpersonen te openen. Toets Functie foonboek van de mobiele telefoon vanuit Draai aan TUNE om een contactpersoon te het telefoonsysteem in de auto, wordt er kiezen en druk op OK/MENU om te bellen.
  • Pagina 296 06 Infotainment ® Bluetooth -handsfree* Contactpersonen zoeken N.B. Met OK/MENU kunt u wisse- len tussen cijfers en letters. Bij de uitvoering High Performance ont- breekt het tekstwiel, zodat u TUNE niet Overige Met OK/MENU kunt u over- kunt gebruiken voor de invoer van tekens schakelen op de invoer van maar aangewezen bent op de cijfer- en let- speciale tekens.
  • Pagina 297 06 Infotainment ® Bluetooth -handsfree* Nieuw contact Kies, wanneer u de volledige naam ingevoerd N.B. hebt, in de lijst op het display (1) en druk Bij de uitvoering High Performance ont- op OK/MENU. Voer vervolgens het telefoon- breekt het tekstwiel, zodat u TUNE niet nummer in op hierboven beschreven manier.
  • Pagina 298 06 Infotainment ® Bluetooth -handsfree* ® vCard ontvangen Versie-informatie Bluetooth Met OK/MENU kunt u wisse- Het is mogelijk om vCards van andere mobi- ® len tussen hoofdletters en De actuele Bluetooth -versie van de auto is in ele telefoons (dan de eenheid die op dat kleine letters.
  • Pagina 299 288) en geeft antwoord via de luid- spraakherkenning en de mogelijke sprekers in de auto. gesproken commando’s voor bedie- ning van het systeem. Geldt alleen voor auto’s met Volvo’s navigatiesysteem, RTI (Road and Traffic Information System). Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
  • Pagina 300 06 Infotainment Spraakherkenning* mobiele telefoon Beknopte bedieningsinstructies mende commando’s op het display van Hulpfuncties spraakherkenning de middenconsole. • Instructie: Een functie die u vertrouwd maakt met de functie en de juiste manier Let op het volgende bij het gebruik van de om commando’s te geven.
  • Pagina 301 06 Infotainment Spraakherkenning* mobiele telefoon een beschrijving van het menusysteem, De instructie is opgesplitst in 3 lessen, die in zie pagina 215. totaal zo’n 5 minuten duren. De functie start • ‘Telefoon bel contact’ – Zeg het hele met de eerste les. Om een les over te slaan •...
  • Pagina 302 06 Infotainment Spraakherkenning* mobiele telefoon Systeemreactie Contactpersoon bellen nummer voor de voicemail moet geregis- ® Nummer? Met het onderstaande dialoog kunt u de treerd zijn in het Bluetooth -handsfreesys- teem, zie pagina 292. geprogrammeerde contactpersonen in uw Gebruikersreactie mobiele telefoon bellen. Noem de cijfers (eenheden zoals zes-acht- Gebruiker start de dialoog door het zeven enz.) van het telefoonnummer.
  • Pagina 303 06 Infotainment TV - instelling* Algemeen geactiveerd. Als er een bron is geacti BELANGRIJK veerd, verschijnt er bij het indrukken Voor het gebruik van dit product is moge- MEDIA een snelmenu met de meest N.B. lijk kijk- en luistergeld verschuldigd. gebruikelijke menu-opties.
  • Pagina 304 06 Infotainment TV - instelling* Tv kijken > Als er eerder een of meer landen wer- N.B. den geselecteerd, dan verschijnen – Druk op MEDIA, draai aan TUNE tot Als u van locatie verandert binnen het land deze in een lijst. in het display verschijnt en druk op OK/ en bijvoorbeeld naar een andere stad rijdt, MENU.
  • Pagina 305 06 Infotainment TV - instelling* Voorkeur kijker definitie beschikbaar omdat het frequentiege- waarna het laatst bekeken kanaal opnieuw bied mogelijk gewijzigd is. Start in dat geval wordt weergegeven. De zoekfunctie is niet De voorkeurslijst is te bewerken. U kunt de een nieuwe zoekopdracht om een nieuwe van invloed op de voorkeurslijst.
  • Pagina 306 06 Infotainment TV - instelling* Informatie over actueel programma Geen ontvangst, zoeken Als de melding verschijnt, heeft het systeem geregistreerd Druk op de toets INFO om informatie te bekij- dat de signalen voor alle tv-kanalen zijn weg- ken over het actuele programma, het vol- gevallen.
  • Pagina 307 06 Infotainment Afstandsbediening* Algemeen Functies De afstandsbediening is te gebruiken voor alle functies van het infotainmentsysteem. De Toets Functie toetsen op de afstandsbediening hebben dezelfde functies als de overeenkomstige F = Display voorin toetsen op de middenconsole of de toetsen- set* op het stuurwiel.
  • Pagina 308 06 Infotainment Afstandsbediening* Batterijen in afstandsbediening 3. Plaats het dekseltjes terug. Toets Functie vervangen N.B. Omhoog/omlaag N.B. Lege batterijen moet u op een milieuvrien- Naar rechts/links delijke manier inzamelen. De batterijen gaan normaal 1–4 jaar mee, afhankelijk van het gebruik van de afstandsbediening.
  • Pagina 309 06 Infotainment...
  • Pagina 310 Rijadviezen.................... 310 Tanken....................313 Brandstof....................315 Lading vervoeren.................. 319 Bagageruimte..................323 Rijden met een aanhanger..............325 Slepen en bergen.................. 332...
  • Pagina 311 T I J D E N S H E T R I J D E N...
  • Pagina 312 - • Neem geen spullen in de auto mee die u geadviseerd wordt een erkende Volvo- maximaal 25 cm diep rijden met een maxi- niet gebruikt – hoe groter de belading, werkplaats. Kans op motorschade.
  • Pagina 313 07 Tijdens het rijden Rijadviezen schijnt op het informatiedisplay van het Als de spanning van de startaccu laag is, ver- N.B. instrumentenpaneel de melding schijnt op het informatiedisplay van het Het is normaal dat de koelventilator van de Motortemp. hoog Stop auto z.s.m. –...
  • Pagina 314 De koelvloeistof van de motor moet ten Voor optimale grip bij gevaar voor sneeuw of minste 50 % glycol bevatten. Bij een der- ijs adviseert Volvo u om de auto rondom van gelijke concentratie is de motor winterbanden te voorzien.
  • Pagina 315 07 Tijdens het rijden Tanken Tanken Tankvulklep handmatig openen Brandstof tanken De brandstoftank is voorzien van een doploos Tankvulklep openen/sluiten brandstofvulsysteem. De tankvulklep kan met de hand worden geopend als van buitenaf openen niet moge- Open de tankvulklep door de achterkant lijk is.
  • Pagina 316 07 Tijdens het rijden Tanken N.B. Een overvolle tank kan bij warm weer over- stromen. N.B. Voorkom morsen door na het tanken ca. 5–8 seconden te wachten en daarna het vulpistool voorzichtig te verwijderen. Bijvullen met jerrycan Gebruik bij het bijvullen met een jerrycan de trechter die onder het vloerluik in de bagage- ruimte ligt.
  • Pagina 317 WAARSCHUWING temperatuur te komen. Gebruik geen brandstof met een slechtere Op de grond gemorste brandstof kan vlam kwaliteit dan Volvo adviseert, omdat dit een De katalysatoren bestaan uit een monoliet vatten. nadelige invloed kan hebben op het motor- (keramiek of metaal) met kanalen. De wanden Schakel de verwarming op brandstof uit vermogen en het brandstofverbruik.
  • Pagina 318 BELANGRIJK Dergelijke brandstoffen voldoen niet aan de kwaliteitseisen die Volvo stelt en geven De kans op condensatie in de brandstoftank • Gebruik alleen loodvrije benzine om aanleiding tot verhoogde vormen van slij-...
  • Pagina 319 07 Tijdens het rijden Brandstof Na motoruitval door brandstofgebrek heeft Houd u voor het aftappen van het condens- Dit betekent dat het roetfilter niet geregene- het brandstofsysteem enige tijd nodig om een water aan de specificaties die in uw Service- reerd en niet geleegd wordt.
  • Pagina 320 07 Tijdens het rijden Brandstof BELANGRIJK Als het filter helemaal vol deeltjes zit, kan het moeilijk zijn om de motor te starten en het filter wordt onbruikbaar. De kans bestaat dan dat het filter moet worden ver- vangen. Brandstofverbruik en uitstoot van kooldioxide Het gebruik van extra accessoires kan de ver- bruikscijfers beïnvloeden, omdat de accessoi-...
  • Pagina 321 26. ken die door Volvo ontwikkeld zijn. Volg de montage-instructies die bij de last- dragers worden geleverd nauwkeurig op.
  • Pagina 322 07 Tijdens het rijden Lading vervoeren • Verankeringsogen Houder voor boodschappentassen Controleer regelmatig of de lastdragers en de lading goed vastzitten. Zet de Met de houders voor boodschappentassen lading stevig vast met sjorbanden. kunt u draagtassen vastzetten om te voorko- •...
  • Pagina 323 07 Tijdens het rijden Lading vervoeren 12V-uitgang* Opklapbare houder voor boodschappentassen* Til de bovenvloer op aan de handgreep* en klap de vloer op. Opklapbare houder voor boodschappentassen Open het klepje om bij de elektrische aanslui- Duw de vloer in een passende stand en ting te komen.
  • Pagina 324 07 Tijdens het rijden Lading vervoeren N.B. De compressor voor provisorische ban- denreparatie is door Volvo getest en goed- gekeurd. Voor informatie over het gebruik van de aanbevolen provisorische banden- reparatie (TMK) van Volvo, zie pagina 348.
  • Pagina 325 07 Tijdens het rijden Bagageruimte Bagagenet* Aanbrengen N.B. U monteert het bagagenet het eenvoudigst via het ene achterportier. WAARSCHUWING U dient te controleren of de bovenste bevestigingen van het bagagenet goed gemonteerd zijn en of de trekbanden goed vastzitten. Een beschadigd net mag niet worden gebruikt.
  • Pagina 326 07 Tijdens het rijden Bagageruimte Hoedenplank Demonteren en opbergen Pak tot slot de plafondbevestigingshaak uit de plafondbevestiging. 4. Klap de stang in het midden dubbel en rol het net op. Doe het net in de opbergzak. Het opgevouwen bagagenet wordt in de zak in de bagageruimte bewaard.
  • Pagina 327 397. Om veiligheidsredenen dient u de toelaat- bare maximumsnelheid voor auto’s met Als de trekhaak door Volvo is gemonteerd, Als een van de remlichten op de aanhanger een aanhanger/caravan niet te overschrij- Lampfout - wordt de auto compleet aangeleverd met de defect is, dan verschijnt de tekst den.
  • Pagina 328 Bij gevaar voor oververhitting dient u het De vermelde maximaal toegestane aan- Zie tevens de specifieke informatie over optimale motortoerental van 2300–3000 hangergewichten zijn door Volvo toege- langzaam rijden met een aanhanger voor omw/min aan te houden voor optimale staan. De toelaatbare maximumsnelheid auto’s met een automatische versnellings-...
  • Pagina 329 328. Afneembare trekhaak opbergen WAARSCHUWING Als de auto is uitgerust met de afneembare trekhaak van Volvo: • Volg de montage-instructies nauwkeu- rig op. • Zorg dat het afneembare gedeelte met de sleutel vergrendeld is voordat u begint te rijden.
  • Pagina 330 07 Tijdens het rijden Rijden met een aanhanger Afneembare trekhaak bevestigen Het controlevenster moet rood van kleur zijn. Verwijder de afdekking door de pal in te drukken en de afdekking vervolgens Afmetingen, bevestigingspunten recht naar achteren te trekken (mm) Breng het kogelsegment aan en duw het naar binnen totdat u een klik hoort.
  • Pagina 331 07 Tijdens het rijden Rijden met een aanhanger Het controlevenster moet groen van kleur Controleer of het kogelsegment vastzit Veiligheidskabel. zijn. door het stevig omhoog, omlaag en naar achteren te bewegen. WAARSCHUWING Controleer of de veiligheidskabel van de WAARSCHUWING aanhanger in de juiste bevestiging vastzit. Als het kogelgedeelte niet goed zit, moet u het verwijderen en opnieuw monteren zoals eerder werd beschreven.
  • Pagina 332 07 Tijdens het rijden Rijden met een aanhanger slingeren optreden. Doorgaans treedt het ver- WAARSCHUWING schijnsel pas bij hoge snelheden op. Als de Zet de afneembare trekhaak goed vast, aanhanger/caravan echter overmatig beladen wanneer u deze in de auto bewaart, zie is of als het gewicht van de lading verkeerd pagina 327.
  • Pagina 333 07 Tijdens het rijden Rijden met een aanhanger Als de slingering ondanks de eerste ingreep van het TSA-systeem niet wordt gedempt, worden alle wielen van de combinatie afge- remd en wordt de aandrijfkracht van de motor verlaagd. Wanneer de slingering vervolgens stukje bij beetje verminderd is en de combi- natie weer stabiel is, beëindigt het TSA-sys- teem de regeling waarna u de auto weer vol-...
  • Pagina 334 07 Tijdens het rijden Slepen en bergen Slepen Automatische versnellingsbak WAARSCHUWING Powershift Ga voordat u gaat slepen na wat de wettelijk De rem- en stuurbekrachtiging werken niet Bij het model met een Powershift-versnel- voorgeschreven maximumsnelheid voor sle- als de motor is uitgeschakeld. Er moet pen is.
  • Pagina 335 07 Tijdens het rijden Slepen en bergen Sleepoog Neem het sleepoog erbij dat onder het BELANGRIJK vloerluik in de bagageruimte ligt. Het sleepoog dient te worden vastgeschroefd Vermijd slepen. in een draadbus achter een afdekking in de • N.B. Een auto die op een gevaarlijke plek in bumper, voor of achter.
  • Pagina 336 07 Tijdens het rijden Slepen en bergen Na gebruik wordt het sleepoog weer los- gedraaid. Leg het sleepoog terug op zijn plek. Plaats de afdekking tot slot weer in de bumper terug. BELANGRIJK Het sleepoog is alleen bedoeld voor het slepen over de weg en niet geschikt voor berging wanneer de auto bijvoorbeeld in een sloot is gereden of vast is komen te...
  • Pagina 337 07 Tijdens het rijden...
  • Pagina 338 Algemeen ..................... 338 Wielen verwisselen ................342 Bandenspanning .................. 346 Gevarendriehoek en EHBO-set*............347 Noodreparatieset voor banden (TMK)* ..........348 Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
  • Pagina 339 W I E L E N E N B A N D E N...
  • Pagina 340 08 Wielen en banden Algemeen Rijeigenschappen Nieuwe banden de banden regen, sneeuw en drab minder goed afvoeren. Banden zijn van grote invloed op de rijeigen- schappen van de auto. Zowel het type, de Monteer de banden met het diepste profiel maat, de bandenspanning als de snelheids- altijd op de achteras (om het gevaar voor slip- klasse zijn belangrijk voor het rijgedrag van...
  • Pagina 341 5000 km uit en doe dat daarna om de Lage wielbout 10.000 km opnieuw. Volvo adviseert u con- tact op te nemen met een erkende Volvo- Hoge wielbout werkplaats als u niet zeker bent van de pro- Afsluitbare wielbouten fieldiepte.
  • Pagina 342 N.B. ticale aslijn door het wiel en het con- de banden daardoor overmatig slijten. tactvlak met de naaf) Volvo adviseert u om met een Volvo-dealer te overleggen over welke velg en welk type WAARSCHUWING band het best geschikt zijn. Bandenmaten...
  • Pagina 343 08 Wielen en banden Algemeen Q geldt bijvoorbeeld een maximumsnelheid Aanduiding van het draagvermogen van 160 km/h). van de band, lastindex (LI) De gesteldheid van het wegdek is bepalend Aanduiding van de snelheidslimiet voor de maximumsnelheid en niet de snel- van de band, snelheidsklasse (SS).
  • Pagina 344 08 Wielen en banden Wielen verwisselen Reservewiel* 4. Draai de bevestigingsbouten los en pak het schuimblok met krik en gereedschap Een compact reservewiel (Temporary Spare) weg. is alleen bestemd voor tijdelijk gebruik en dient dan ook zo spoedig mogelijk door een 5.
  • Pagina 345 N.B. Wielsleutel en sleepoog Volvo adviseert u alleen de krik te gebrui- ken* die bij de auto hoort, zoals aangege- BELANGRIJK ven op de kriksticker. Op de sticker staat tevens de maximale Het sleepoog dient volledig in de wielsleu- hefcapaciteit bij de vermelde hefhoogte.
  • Pagina 346 08 Wielen en banden Wielen verwisselen 3. Breng de auto zo ver omlaag dat het wiel WAARSCHUWING niet meer ongehinderd kan draaien. Kruip nooit onder de auto als deze op een krik staat. Laat nooit passagiers in de auto zitten als deze op een krik staat.
  • Pagina 347 08 Wielen en banden Wielen verwisselen • Reservewiel* en krik*, terugplaatsen in dopsleutel (boven de krik) bagageruimte 3. Bij gebruik van het reservewiel kunt u de lekke band in de plastic zak doen die u in de verpakking met de handschoenen vindt.
  • Pagina 348 08 Wielen en banden Bandenspanning Bandenspanning Brandstofbesparing, ECO- N.B. bandenspanning In de loop van de tijd daalt de banden- Voor een zo laag mogelijk brandstofverbruik spanning. Dit is een natuurlijk verschijnsel. bij snelheden tot 160 km/h wordt de ECO- De bandenspanning schommelt ook door bandenspanning geadviseerd (zowel bij maxi- de omgevingstemperatuur.
  • Pagina 349 08 Wielen en banden Gevarendriehoek en EHBO-set* Gevarendriehoek Til het vloerluik op (of schuif de achter- kant van de laadvloer naar voren bij modellen met een gelede vloer en til hierna de ondervloer op) en pak de geva- rendriehoek. Neem de gevarendriehoek uit de houder, klap de driehoek uit en bevestig de twee losse zijden aan elkaar.
  • Pagina 350 N.B. Versie 2. De compressor voor provisorische ban- U gebruikt de noodreparatieset voor banden denreparatie is door Volvo getest en goed- (TMK: Temporary Mobility Kit) om een lek te gekeurd. dichten en om de bandenspanning te contro- Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
  • Pagina 351 08 Wielen en banden Noodreparatieset voor banden (TMK)* Overzicht Lekke band repareren N.B. Om bij het sleepoog/de wielsleutel in het schuimblok te komen: • Versie 1: Til de compressoreenheid van de bandenreparatieset (punt 5) op om bij de wielsleutel te komen. Til de bus met afdichtmiddel eruit (punt 6) om bij het sleepoog te komen.
  • Pagina 352 Als de compressor start, kan de druk tot 6 zijn nadat de provisorische bandenrepara- blokkering heeft om lekkage te voorko- bar toenemen. De druk daalt echter na ca. tie is gebruikt. Volvo adviseert u om een men. 30 seconden. erkende Volvo-werkplaats te bezoeken voor een inspectie van de gerepareerde 5.
  • Pagina 353 De snelheid mag niet hoger dan 80 km/h zijn nadat de provisorische bandenrepara- aansluitingen in de auto en start de WAARSCHUWING tie is gebruikt. Volvo adviseert u om een motor. erkende Volvo-werkplaats te bezoeken Draai de bus niet los, aangezien deze een 4.
  • Pagina 354 08 Wielen en banden Noodreparatieset voor banden (TMK)* 5. Krik Plaats de onderdelen in de aangegeven volg- BELANGRIJK orde terug in het schuimblok: Kans op oververhitting. De compressor Bus met afdichtmiddel vervangen 1. Sleepoog/dopsleutel mag niet langer dan 10 minuten werken. Vervang de bus voordat de houdbaarheids- 2.
  • Pagina 355 08 Wielen en banden...
  • Pagina 356 Motorruimte..................356 Gloeilampen..................363 Wisserbladen en sproeiervloeistof............370 Accu...................... 373 Zekeringen.................... 377 Verzorging..................... 386...
  • Pagina 357 O N D E R H O U D E N S E R V I C E...
  • Pagina 358 BELANGRIJK WAARSCHUWING Om de garantie van Volvo te laten gelden, moet u het Service- en garantieboekje Controleer of de motorkap bij sluiten goed controleren en volgen. vergrendelt. De handgreep voor ontgrendeling van de motor- Regelmatig controleren kap zit altijd aan de linkerzijde.
  • Pagina 359 Raak bougies of bobine niet aan, wanneer het elektrische systeem van de auto in Afhankelijk van het motortype kan de motor- Volvo adviseert olieproducten van Castrol. sleutelstand II staat of als de motor warm ruimte er anders uitzien. Voor ritten onder ongunstige omstandighe- Expansiereservoir voor koelsysteem den, zie pagina 401.
  • Pagina 360 401. ververst. Volvo Car Corporation wijst alle garantie- Voor de bij te vullen hoeveelheid (zie Volvo adviseert u het oliepeil om de 2500 km claims af bij gebruik van een motorolie- pagina 402 en verder). te controleren. De betrouwbaarste meting soort die niet voldoet aan de voorgeschre- wordt verkregen bij een koude motor vóór de...
  • Pagina 361 09 Onderhoud en service Motorruimte Motor met elektronische olie daar ver onder staat, moet u wellicht meer bijvullen. oliepeilaanduiding 6. Als u het peil daarna nogmaals wenst te controleren, moet u dat na enige tijd rij- den doen. Herhaal vervolgens de stappen 1–4.
  • Pagina 362 09 Onderhoud en service Motorruimte Oliepeil meten* BELANGRIJK Voor controle van het oliepeil de onder- Vul bij het verschijnen van de melding staande volgorde aanhouden. Oliepeil laag 0,5 liter bijvullen slechts 1. Activeer sleutelstand II, zie pagina 81. 0,5 liter bij. 2.
  • Pagina 363 Gebruik altijd een koelvloeistof met kan de temperatuur in het systeem dusdanig roestwerende eigenschappen volgens hoog oplopen dat er gevaar voor motor- de aanbevelingen van Volvo. schade ontstaat. • Let erop dat het koelvloeistofmengsel altijd voor 50 % uit water en voor 50 % uit koelvloeistof bestaat.
  • Pagina 364 MIN- en MAX-streepje staan die aan de bui- het zoeken van lekkage. tenkant van het reservoir zichtbaar zijn. Con- Volvo raadt aan contact op te nemen met een troleer het peil regelmatig. erkende Volvo-werkplaats. Ververs de remvloeistof om de twee jaar of iedere tweede geplande servicebeurt.
  • Pagina 365 – geadviseerd wordt u geadviseerd een erkende Volvo- lampen of lampen die u om andere redenen wordt een erkende Volvo-werkplaats. werkplaats te bezoeken.
  • Pagina 366 09 Onderhoud en service Gloeilampen Positie gloeilampen koplamphuizen Koplampen BELANGRIJK Alle gloeilampen in het koplamphuis zijn te Wees voorzichtig bij het eruit tillen van de vervangen door het complete koplamphuis koplamp, zodat er geen onderdelen via de motorruimte los te nemen en te verwij- beschadigd raken.
  • Pagina 367 09 Onderhoud en service Gloeilampen Afdekking lampen groot licht/dimlicht Dimlicht Groot licht 1. Haal het koplamphuis los, zie pagina 364. 1. Haal het koplamphuis los, zie pagina 364. Druk de haken in. 2. Maak de afdekking los, zie pagina 365. 2.
  • Pagina 368 09 Onderhoud en service Gloeilampen Richtingaanwijzers Verstraler* Stads-/parkeerlichten 1. Haal het koplamphuis los, zie pagina 364. 1. Haal het koplamphuis los, zie pagina 364. 1. Haal het koplamphuis los, zie pagina 364. 2. Maak de afdekking los, zie pagina 365. Maak de afdekking los.
  • Pagina 369 09 Onderhoud en service Gloeilampen Sidemarker Positie gloeilampen achterlamphuis Dagrijlicht Remlicht (led) 1. Haal het koplamphuis los, zie pagina 364. Maak de afdekking los. Achterlicht/parkeerlicht (led) Maak de afdekking los. Draai de lamphouder linksom. Remlichten Trek de lamphouder omlaag. Trek de lamphouder naar buiten. 4.
  • Pagina 370 09 Onderhoud en service Gloeilampen Achterlamphuis Mistachterlicht Draai de lamphouder linksom. Trek de lamphouder naar buiten. 3. Vervang de gloeilamp en monteer de onderdelen in omgekeerde volgorde terug. Verlichting make-upspiegel Richtingaanwijzers, rem- en achteruitrijlicht worden van binnenuit de bagageruimte ver- vangen.
  • Pagina 371 09 Onderhoud en service Gloeilampen 4. Vervang de gloeilamp en monteer de Verlichting Type onderdelen in omgekeerde volgorde terug. Achteruitrijlicht P21W LL Mistachterlicht H21W LL Specificaties van gloeilampen Verlichting make- Lampvoet Verlichting Type upspiegel T5; W2x4,6d H7 LL Dimlicht Watt Auto’s met halogeenkoplampen Groot licht Auto’s met xenonkoplampen...
  • Pagina 372 09 Onderhoud en service Wisserbladen en sproeiervloeistof Wisserbladen STOP ENGINE om het elektrisch sys- Wisserbladen vervangen teem van de auto in de sleutelstand I te Servicestand zetten. (Zie voor meer informatie over de sleutelstanden zie pagina 81.) 2. Druk nogmaals kort op de knop START/ STOP ENGINE om het elektrisch sys- teem van de auto in de sleutelstand 0 te zetten.
  • Pagina 373 Aangezien de auto is uitgerust met een Controleer of het blad goed vastzit. voetgangersairbag (Pedestrian Airbag) Schoonmaken adviseert Volvo u om originele wisserar- 4. Klap de wisserarm terug op de voorruit. Voor het schoonmaken van de wisserbladen men te gebruiken en deze alleen door ori- en de voorruit, zie pagina 386 en verder.
  • Pagina 374 09 Onderhoud en service Wisserbladen en sproeiervloeistof Vulopening voor sproeiervloeistof De sproeiers van de voorruit en de koplam- pen staan in verbinding met hetzelfde vloei- stofreservoir. BELANGRIJK Gebruik in de winter sproeiervloeistof met antivries, zodat de vloeistof niet vastvriest in pomp, reservoir en slangen. Voor de hoeveelheden, zie pagina 404.
  • Pagina 375 09 Onderhoud en service Accu Gebruik N.B. BELANGRIJK De rijomstandigheden, de rijstijl, het aantal Als de startaccu vaak ontladen wordt, Bij het negeren van het volgende valt na startpogingen, de weersomstandigheden e.d. heeft dat een negatief effect op zijn levens- aansluiting van een externe startaccu of zijn van invloed op de levensduur en de wer- duur.
  • Pagina 376 09 Onderhoud en service Accu Symbolen op de accu Startaccu vervangen Vermijd vonken en open Volvo adviseert accu’s te laten vervangen vuur. Draag een veiligheidsbril. door een erkende werkplaats – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Voor meer informatie over de startaccu van de auto -zie pagina 118 Explosiegevaar.
  • Pagina 377 Maximale afmetingen. lingsbak). plaats - geadviseerd wordt een erkende • Volvo-werkplaats. De motor start automatisch zonder dat u BELANGRIJK uw voet van het rempedaal haalt (auto- Bij vervanging van de accu’s in een auto matische versnellingsbak).
  • Pagina 378 09 Onderhoud en service Accu BELANGRIJK N.B. Bij het negeren van het volgende valt het Als de startaccu dermate ontladen is dat Start/Stop-systeem mogelijk tijdelijk uit na alles "zwart" is en alle elektrische stan- aansluiting van een externe startaccu of daardsystemen van de auto’s nagenoeg acculader: uitgeschakeld zijn en u de motor vervol-...
  • Pagina 379 Als dezelfde zekering her- haaldelijk doorbrandt, betekent dit dat het bij- behorende onderdeel een storing vertoont. U wordt dan geadviseerd een bezoek te bren- gen aan een erkende Volvo-werkplaats voor een controle. Vervangen 1. Zoek in de zekeringentabel op waar de zekering zit.
  • Pagina 380 09 Onderhoud en service Zekeringen Motorruimte Deksel verwijderen Aan de binnenkant van het deksel zit een Neem het deksel recht omhoog eraf. speciale trekker waarmee u de zekeringen gemakkelijker kunt verwijderen en aanbren- gen. In de relais- en zekeringhouder is tevens plaats voor enkele reservezekeringen.
  • Pagina 381 ‘JCASE’ en moeten worden vervangen Standverwarming* door een werkplaats Motorregelmodule (5-cil.) • De zekeringen 19–45 en 47–48 zijn van Ruitenwissers Elektrisch bedienbare stoel, het type ‘MiniFuse’. rechts* Centrale elektronicamodule, referentiespanning hulpaccu Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
  • Pagina 382 09 Onderhoud en service Zekeringen Functie Functie Functie Relaisspoel in relais voor koel- Kleppen (4-cil. benzine); mag- Collision Warning ventilator (4-cil., 5-cil. diesel); neetkleppen (4-cil. benzine); ver- Gaspedaalsensor lambdasondes (4-cil. benzine); stuivers (5-cil. benzine); lambda- luchtmassameter (diesel); sonde (5-cil. diesel); verwarming Laadpunt hulpaccu omloopklep EGR-koeling (die- carterventilatie (5-cil.
  • Pagina 383 09 Onderhoud en service Zekeringen Onder dashboardkastje Kap demonteren Aan de binnenkant van het deksel naar 1. Pak de uitsparing vast en trek tot de relais- en zekeringenhouder in de motor- borgnokjes aan de onderkant van de kap ruimte zit een speciale trekker waarmee u de loslaten van de relais- en zekeringenhou- zekeringen gemakkelijker kunt verwijderen en der.
  • Pagina 384 09 Onderhoud en service Zekeringen Kap monteren Functie Functie Brandstofpomp Instrumentenpaneel Centrale vergrendeling tankvul- klep Achterruitwisser Bedieningspaneel klimaatrege- Interieurverlichting; plafondcon- ling sole voorste leeslampjes en Stuurwieleenheid interieurverlichting voorin Sirene alarm*; diagnoseaanslui- Interieurverlichting; elektrisch ting OBDII bedienbare stoelen 1. Pas de onderste borgnokjes in. Groot licht Rolgordijn glazen dak* 2.
  • Pagina 385 09 Onderhoud en service Zekeringen Functie Bewegingsmelder alarm*; afstandsontvanger Voorruitsproeier ; achterruits- proeier Centrale vergrendeling tankvul- klep Ontgrendelen achterklep Elektrische extra verwarming*; knop achterbankverwarming* Airbags; voetgangersairbag Reservepositie 4, continue spanning Zie ook zekering 84. Zie ook zekering 83. Zie ook zekering 82. Zie ook zekering 77.
  • Pagina 386 Bedieningspaneel portier links- achter Posities Keyless* Bedieningspaneel portier rechts- De sticker in het deksel toont de plaats van achter de zekeringen. Portierhandgrepen (Keyless*) Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
  • Pagina 387 09 Onderhoud en service Zekeringen Functie Functie Functie Trekhaakaansluiting 2* Elektrisch bedienbare stoel, Hoofdzekering voor zekeringen links* 12–16: Infotainment Verwarming zitplaats achterbank rechts* Interne relaisspoel Trekhaakaansluiting 1* Verwarming zitplaats achterbank links* Audioregelmodule (versterker)* Elektrische achterruitverwarming Telematica*; Bluetooth* BLIS* Audio; Infotainmentregelmodule Park Assist* Digitale radio*;...
  • Pagina 388 Vuile koplampen werken slechter. Maak ze poo. regelmatig schoon, bijvoorbeeld als u seerd een dergelijke verkleuring te laten Gebruik geen sterke oplosmiddelen. tankt. herstellen door een erkende Volvo-werk- plaats. Gebruik geen bijtende reinigingsmiddelen, Automatische wasstraten maar water en een niet krassende spons. •...
  • Pagina 389 Voor het schoonmaken en verzorgen van schade als gevolg van dergelijke behande- ken op verchroomde lichtmetalen velgen. gekleurde kunststof onderdelen, rubber lingen valt niet onder de Volvo-garantie. onderdelen en sieronderdelen zoals glim- Poetsen en in de was zetten mende strips, wordt geadviseerd het speciale...
  • Pagina 390 Interieur reinigen fen bekleding te gebruiken nadat u hebt dat verkrijgbaar is bij een erkende Volvo- gestofzuigd. U dient vloermatten te reinigen Gebruik alleen reinigingsmiddelen en autover- werkplaats. Gebruik het middel de eerste...
  • Pagina 391 09 Onderhoud en service Verzorging Beschermende laag aanbrengen op mende crème op te brengen. De Volvo Lea- BELANGRIJK ther Care-set is verkrijgbaar bij de Volvo-dea- leren bekleding Scherpe voorwerpen en klittenbandsluitin- ler. 1. Breng wat van de beschermende crème gen kunnen de stoffen bekleding van de op de vilten doek aan en wrijf de crème in...
  • Pagina 392 Volvo-werkplaats. Veiligheidsgordel schoonmaken Gebruik water en een synthetisch wasmiddel en in het bijzonder het textielreinigingsmiddel dat bij de erkende Volvo-werkplaats verkrijg- Eventueel. Volg de aanwijzingen die bij de verpakking van de bijwerkpen/-stift werden geleverd.
  • Pagina 393 09 Onderhoud en service Verzorging Kleine lakbeschadigingen als 2. Voor het lakken kan zo nodig (bijvoor- beeld bij ongelijkmatige kanten) lokaal steenslagplekken en krassen repareren zeer licht worden opgeschuurd met een zeer fijn schuurmiddel. Maak het opper- vlak goed schoon en laat drogen. 3.
  • Pagina 394 Type-aanduidingen................394 Maten en gewichten................396 Motorspecificaties................. 400 Motorolie....................401 Vloeistoffen en smeermiddelen............. 404 Brandstof....................407 Wielen en banden, maten en spanning ..........411 Elektrisch systeem................413 Typegoedkeuring.................. 414 Licenties....................423 Displaysymbolen................... 426...
  • Pagina 395 S P E C I F I C A T I E S...
  • Pagina 396 10 Specificaties Type-aanduidingen Positie van stickers en plaatjes...
  • Pagina 397 10 Specificaties Type-aanduidingen Wanneer u contact opneemt met uw erkende N.B. Volvo-werkplaats of vervangende onderdelen De in het instructieboekje afgebeelde stic- of accessoires wilt bestellen, kan het handig kers hoeven niet per definitie overeen te zijn om de type-aanduiding, het chassisnum-...
  • Pagina 398 10 Specificaties Maten en gewichten Maten Maten Maten Maten Wielbasis 2647 Spoorbreedte vooras Breedte 1802 1546 1551 Lengte 4369 Breedte incl. buitenspiegels 2041 1559 Laadlengte, vloer, achterbank Breedte incl. ingeklapte bui- neergeklapt 1508 tenspiegels 1857 Spoorbreedte achteras 1533 Laadlengte, vloer Offset 52,5 mm.
  • Pagina 399 10 Specificaties Maten en gewichten Gewichten N.B. Inbegrepen bij het rijklaar gewicht zijn het Het gedocumenteerde rijklare gewicht gewicht van de bestuurder, dat van de brand- geldt voor een auto in de basisuitvoering, stoftank die voor 90 % gevuld is en dat van dus een auto zonder extra uitrusting of de resterende oliën/vloeistoffen.
  • Pagina 400 10 Specificaties Maten en gewichten Trekgewicht en kogeldruk Motor Versnellingsbak Max. gewicht geremde aanhanger (kg) Max. kogeldruk (kg) Motorcode B4164T4 Handgeschakeld, B6 1300 B4164T3 Handgeschakeld, B6 1300 B4164T Handgeschakeld, B6 1300 B4164T Automaat, MPS6 1500 B5204T8 Automaat, TF-80SD 1500 B5204T9 Automaat, TF-80SD 1500 B5254T12...
  • Pagina 401 10 Specificaties Maten en gewichten Max. gewicht ongeremde aanhanger (kg) Motor Versnellingsbak Max. gewicht ongeremde aanhanger (kg) Max. kogeldruk (kg) Motorcode B4164T4 Handgeschakeld, B6 B4164T3 Handgeschakeld, B6 B4164T Handgeschakeld, B6 B4164T Automaat, MPS6 B5204T8 Automaat, TF-80SD B5204T9 Automaat, TF-80SD B5254T12 Automaat, TF-80SD B5254T14 Automaat, TF-80SD...
  • Pagina 402 10 Specificaties Motorspecificaties Motorspecificaties N.B. Niet alle motoren zijn verkrijgbaar op alle markten. Motor Motor- Vermogen Vermogen Motorkoppel (Nm Aantal Cilinder- Slag- Slagvo- Com- (kW bij (pk bij bij omw/min) cilin- boring lengte lume pressie- code omw/min) omw/min) ders (mm) (mm) (liter) verhou-...
  • Pagina 403 Volvo Car Corporation wijst alle garantie- claims af bij gebruik van een motorolie- soort die niet voldoet aan de voorgeschre- ven kwaliteits- en viscositeitseisen. Volvo adviseert de olie in een erkende Volvo-werkplaats te laten verversen.
  • Pagina 404 10 Specificaties Motorolie Motoroliekwaliteit Motor Aanbevolen oliekwaliteit Hoeveelheid, Motorcode incl. oliefilter (liter) In de fabriek bijgevulde en gecertificeerde olie: Oliekwaliteit WSS-M2C925-A B4164T4 ca. 4,1 alternatief tijdens servicebeurt: B4164T3 ca. 4,1 Oliekwaliteit: ACEA A5/B5 B4164T ca. 4,1 Viscositeit: SAE 5W-30 Oliekwaliteit: ACEA A5/B5 Viscositeit: SAE 5W-30 D4162T ca.
  • Pagina 405 10 Specificaties Motorolie Voor het bijvullen van motorolie, zie pagina 357.
  • Pagina 406 10 Specificaties Vloeistoffen en smeermiddelen Koelvloeistof Hoeveelheid Hoeveelheid Motor Motor Voorgeschreven kwaliteit: Door Volvo aan- (liter) (liter) bevolen koelvloeistof aangelengd met 50 % water , zie verpakking. D4162T 10,0 B5204T8 D5204T6 B5204T9 Hoeveelheid Motor (liter) D5204T4 B5254T12 B5254T14 B4164T4 Motorcode, onderdeel- en serienummer van de motor B4164T3 vindt u op de motor, zie pagina 394.
  • Pagina 407 Hoeveelheid Voorgeschreven kwaliteit (liter) Remvloeistof Remsysteem DOT 4 Sproeiervloeistof Auto’s met koplampsproeiers Door Volvo aanbevolen sproeiervloeistof, met antivries bij koud weer en onder het vriespunt. Auto’s zonder koplampsproeiers Brandstof 4-cilinder benzine ca. 62 Benzine:zie pagina 316 5-cilinder benzine 4-cilinder diesel ca.
  • Pagina 408 10 Specificaties Vloeistoffen en smeermiddelen WAARSCHUWING In de installatie voor airconditioning zit koudemiddel R134a onder druk. Service en reparatie aan het systeem mogen uit- sluitend door een erkende werkplaats wor- den uitgevoerd.
  • Pagina 409 10 Specificaties Brandstof -uitstoot en brandstofverbruik T2 (B4164T4) T3 (B4164T3) T4 (B4164T) (B4164T) T4 (B4164T) (B4164T) T4 (B5204T8) 10,4 T5 (B5204T9) 10,4 T5 (B5254T12) 11,3...
  • Pagina 410 10 Specificaties Brandstof 11,5 (B5254T12) (D4162T) (D4162T) (D4162T) (D4162T) D3 (D5204T6) (D5204T6) D3 (D5204T6) (D5204T6) D4 (D5204T4)
  • Pagina 411 10 Specificaties Brandstof (D5204T4) D4 (D5204T4) (D5204T4) Geldt alleen voor auto’s met 19"-wielen. Geldt alleen voor de variant met een geringe emissie. Geldt niet voor de variant met een geringe emissie. Uitleg Brandstofverbruik en uitstoot van Snelwegrit kooldioxide gram/km De brandstofverbruiks- en emissiewaarden in Combinatierit de bovenstaande tabel zijn gebaseerd op liter/100 km...
  • Pagina 412 10 Specificaties Brandstof Waar u op moet letten een verhoging van het brandstofverbruik en de uitstoot van kooldioxide. Tips voor u om het brandstofverbruik te beperken: Er zijn meerdere oorzaken aan te geven voor • een verhoogd brandstofverbruik ten opzichte Rijd rustig en voorkom onnodig optrekken van de tabelwaarden.
  • Pagina 413 10 Specificaties Wielen en banden, maten en spanning Goedgekeurde bandenspanningswaarden Motor Bandenmaat Snelheid Belading, 1–3 inzittenden Max. belading ECO-bandenspanning (km/h) Voor Achter Voor Achter Voor/achter (kPa) (kPa) (kPa) (kPa) (kPa) 195/65 R15 Tot 160 260 (270 , 280 T2 (B4164T4) 205/55 R16 T3 (B4164T3) 205/50 R17...
  • Pagina 414 10 Specificaties Wielen en banden, maten en spanning N.B. Alle motoren, banden of combinaties daar- van zijn niet altijd beschikbaar op alle markten.
  • Pagina 415 10 Specificaties Elektrisch systeem Elektrisch systeem De accucapaciteit is afhankelijk van de uitrus- ting op de auto. Op de auto zit een wisselstroomdynamo met spanningsregelaar. Het elektrische systeem is BELANGRIJK enkelpolig en gebruikt het chassis en het motorblok als geleiders. Als de startaccu wordt vervangen, moet u erop letten dat u een accu met hetzelfde koudestartvermogen en dezelfde reserve-...
  • Pagina 416 10 Specificaties Typegoedkeuring Transpondersleutelsysteem Radarsysteem Land Land Vergrendelingssysteem standaard China Land Singa- pore EU, China IDA: Infocomm Development Authority of Singapore. Hong Kong Brazilië Sleutelloos vergrendelingssysteem (Keyless drive) Land Europa Hierbij verklaart Delphi Electronics & Safety dat L2C0038TR en L2C0049TR in overeenstemming zijn met de essentiële eigenschappen en overige relevante bepalingen...
  • Pagina 417 10 Specificaties Typegoedkeuring ® Bluetooth Verklaring van overeenstemming (Declaration of Conformity) Land Landen binnen de Exportland: Japan Producent: Alpine Electronics Inc. ® Type uitrusting: Bluetooth -eenheid Breng voor meer informatie een bezoek aan http://ec.europa.eu/enterprise/rtte/faq.htm#informing...
  • Pagina 418 10 Specificaties Typegoedkeuring Land Tsjechië: ® Alpine Electronics, Inc. tímto prohlašuje, že tento Bluetooth Module je ve shodě se základními požadavky a dalšími příslušnými ustanoveními směrnice 1999/5/ES. ® Denemar- Undertegnede Alpine Electronics, Inc. erklærer herved, at følgende udstyr Bluetooth Module overholder de væsentlige krav og ken: øvrige relevante krav i direktiv 1999/5/EF.
  • Pagina 419 10 Specificaties Typegoedkeuring Land ® Estland: Käesolevaga kinnitab Alpine Electronics, Inc. seadme Bluetooth Module vastavust direktiivi 1999/5/EÜ põhinõuetele ja nimetatud direktiivist tulenevatele teistele asjakohastele sätetele. ® Groot-Brit- Hereby, Alpine Electronics, Inc., declares that this Bluetooth Module is in compliance with the essential requirements and other tannië: relevant provisions of Directive 1999/5/EC.
  • Pagina 420 10 Specificaties Typegoedkeuring Land ® Polen: Niniejszym Alpine Electronics, Inc. oświadcza, że Bluetooth Module jest zgodny z zasadniczymi wymogami oraz pozostałymi stosownymi postanowieniami Dyrektywy 1999/5/EC. ® Portugal: Alpine Electronics, Inc. declara que este Bluetooth Module está conforme com os requisitos essenciais e outras disposições da Directiva 1999/5/CE.
  • Pagina 421 10 Specificaties Typegoedkeuring Land China: 第十三条 进口和生产厂商在其产品的说明书或使用手册中,应刊印下述有关内容 1. 标明附件中所规定的技术指标和使用范围,说明所有控制 调整及开关等使用方法 ■ 使用频率 2.4 - 2.4835 GHz ■ 等效全向辐射 率(EIRP) 天线增益 10dBi 时 ≤100 mW 或≤20 dBm ① ■ 最大 率谱密度 天线增益 10dBi 时 ≤20 dBm / MHz(EIRP) ① ■ 载频容限 20 ppm ■...
  • Pagina 422 10 Specificaties Typegoedkeuring Land Taiwan: 低効率電波輻射性電機管理辧法第十条 第十二條 經型式認證合格之低功率射頻電機,非經許可,公司 商號或使用者均不得擅自 變更頻率 加大功率或變更原設計之特性及功能 第十四條 低功率射頻電機之使用不得影響飛航安全及干擾合法通信;經發現有干擾現象時, 應立即停用,並改善至無干擾時方得繼續使用 前項合法通信,指依電信法規定 作業之無線電通信 低功率射頻電機須忍受合法通信或工業 科學及醫療用電波 輻射性電機設備之 干擾...
  • Pagina 423 10 Specificaties Typegoedkeuring Land Zuid-Korea: 제품 정보 Volvo Car Korea 신청자 코드: KCC-CMM-N25-IAM21L3, KCC-CMM-N25-IAM21L2 and KCC-CMM-N25-IAM21L1 제품 명: Bluetooth Audio Navigation Radio 모델 명: IAM2.1 산 날짜: March/2010 Alpine Electronics, Inc Made in Japan 고객 정보 Volvo Car Korea 볼보자동차코리아...
  • Pagina 424 10 Specificaties Typegoedkeuring Land Verenigde Arabische Emiraten: Zuid-Afrika: Jamaica: Approved for use in Jamaica SMA EI: IAM2.1 Thailand: This telecommunication equipment conforms to NTC technical requirement. Oman...
  • Pagina 425 10 Specificaties Licenties Sensus software INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE Permission is hereby granted, free of charge, IMPLIED WARRANTIES OF to any person obtaining a copy of this This software uses parts of sources from MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A software and associated documentation files clib2 and Prex Embedded Real-time OS - PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED.
  • Pagina 426 License, regarding your rights under said ® Certified device must be registered in order lgpl.html licenses. Volvo Car Corporation (VCC) offers to play DivX Video-on-Demand (VOD) to provide the source code of said free/open • Libc.so.6, libpthread.so.0, Librt.so.1 content. To generate the registration code,...
  • Pagina 427 10 Specificaties Licenties setup menu. Go to http://vod.divx.com with this code to complete the registration process and learn more about DivX VOD. Covered by one or more of the following U.S. Patents: 7,295,673; 7,460,668; 7,515,710; 7,519,274.
  • Pagina 428 10 Specificaties Displaysymbolen Algemeen Displaysymbolen Controlesymbolen op instrumentenpaneel Er worden tal van displaysymbolen gebruikt Waarschuwingssymbolen op in de auto. De symbolen zijn onderverdeeld in Sym- Betekenis Pagina instrumentenpaneel waarschuwings-, controle- en informatiesym- bool Symbool Betekenis Pagina bolen. Hier volgt een overzicht van de meest voorkomende symbolen met hun betekenis Storing in ABL- 75,93...
  • Pagina 429 10 Specificaties Displaysymbolen Sym- Betekenis Pagina Symbool Betekenis Pagina Symbool Betekenis Pagina bool Adaptieve 156,165 Start/Stop* cruisecontrol*; Groot licht aan 75,92 afstandswaar- schuwing* (Dis- Richtingaanwij- Start/Stop* tance Alert) zers links Adaptieve Richtingaanwij- cruisecontrol* zers rechts Camerasensor*; 172, 181, Adaptieve lasersensor* 186, 190 Start/Stop*, de 75,127...
  • Pagina 430 10 Specificaties Displaysymbolen Symbool Betekenis Pagina Symbool Betekenis Pagina ABL* Automatische schakelstanden Accuspanning Geregistreerde laag snelheidsinfor- matie* Actieve parkeer- hulp - PAP* Oliepeil meten Regensensor* Informatiesymbolen op display Rijbaanassistent* plafondconsole Symbool Betekenis Pagina Gordelwaarschu- Driver Alert Sys- 186,190 wing tem*, Rijbaanas- sistent* Airbag passagiers- Driver Alert Sys-...
  • Pagina 431 10 Specificaties...
  • Pagina 432 11 Alfabetisch register Actieve xenonkoplampen......93 Alarmlichten..........94 Adaptieve cruisecontrol......153 Alcoholslot..........112 Aanbevolen veiligheidzitjes, tabel....35 radarsensor......... 160 Allergenen..........225 Aanhanger..........325 storingen opsporen......162 Antislipregeling........142 kabel........... 325 Afstandsbediening ........305 Antispin ........... 142 pendelbeweging......... 330 batterij vervangen ......306 rijden met een aanhanger....
  • Pagina 433 11 Alfabetisch register ® Auto wassen..........386 Bedieningsknoppen Bluetooth middenconsole........215 gesprek naar mobiel ......291 AUX-ingang........259, 282 handsfree ........... 288 Bedieningspaneel verlichting..... 89 media ..........285 Bedrijfsrem..........133 microfoon uit ........291 Bellen............290 streaming audio ......... 285 Benzinekwaliteit........
  • Pagina 434 11 Alfabetisch register -uitstoot ..........407 Distance Alert.......... 165 Elektrische verwarming achterruit..........107 Dolby Surround Pro Logic II....258 Collision Warning......174, 175 buitenspiegels........107 radarsensor......160, 169, 174 Doorluchtfunctie........ 58, 224 stoelen en achterbank......228 Collision Warning met Auto Brake... 174 Doorwaaddiepte........
  • Pagina 435 11 Alfabetisch register Groot licht/dimlicht, zie Verlichting.... 91 Geartronic..........122 IAQS – Interior Air Quality System... 225 Gelaagd glas..........104 IC-systeem – Inflatable Curtain....25 Geluid In de was zetten........387 handgeschakelde versnellingsbak Ambient Surround Sound ....263 Informatiedisplay........71 schakelindicatie (GSI)......
  • Pagina 436 11 Alfabetisch register Interieurverlichting Kleurcode, lak.......... 390 krikpunten........... 320 automatische functie......96 lading op het dak........ 319 Klimaatregeling........224 Interieurverlichting, zie Verlichting..... 95 algemene informatie......224 reparatie..........362 kleurcode..........390 Interieurverwarming sensoren..........224 schade en herstel....... 390 op brandstof........235 Klok, instellen..........
  • Pagina 437 11 Alfabetisch register Meldingen op informatiedisplay....143 hoeveelheden........401 Onderhoud oliekwaliteit......... 401 roestwering......... 388 Meldingen voor BLIS....... 208 ongunstige rijomstandigheden... 401 Ontgrendelen Menu- en meldingsfuncties..... 212 Motoroliepeil controleren......357 van de binnenzijde........ 58 Menufuncties infotainment ..... 261 van de buitenzijde......... 57 Motorremregeling ........
  • Pagina 438 11 Alfabetisch register PCC (Personal Car Communicator) Relais- en zekeringenkastje, zie Zekerin- Rijklaar gewicht........397 bereik transpondersleutel....47, 48 gen............377 Rijstrookassistent, LKA......187 functies..........46 Rem- en koppelingsvloeistof....362 Ritstatistiek..........248 Peilstok, elektronisch....... 359 Remlichten..........94 Roestwering..........388 Poetsen............ 387 Remmen..........
  • Pagina 439 11 Alfabetisch register Schoonmaken Smeermiddelen........404 Steenslagplekken en krassen....390 automatische wasstraten....386 Smeermiddelen, hoeveelheden....404 Stickers............ 394 auto wassen........386 Snelheidsbegrenzer......... 148 Stoel, zie Stoelen en achterbank....83 bekleding..........388 Spiegels Stoelen en achterbank....... 83 veiligheidsgordels....... 390 achteruitkijk-........108 elektrische bediening......
  • Pagina 440 11 Alfabetisch register Stuurwiel............ 88 tankvulklep, handmatig openen..313 bereik transpondersleutel..... 47 stuurwielafstelling......... 88 tankvulklep, vergrendeling....61 functies..........46 toetsenset..... 88, 150, 216, 259 Telefoon Transpondersleutelsysteem, typegoed- toetsenset adaptieve cruisecontrol..155 aansluiten........... 289 keuring............. 414 Stuurwiel afstellen........88 bellen..........290 Trekgewicht..........
  • Pagina 441 Velgen dagrijlicht..........367 schoonmaken........387 Volume ............ 259 dimlicht (auto's met halogeen-koplam- snelheids-/geluidscompensatie..263 Ventilatie..........225 pen)............. 365 Volvo Sensus..........80 grootlicht (auto's met actieve xenon- Ventilator..........229 koplampen)......... 366 Voorruit Vergrendelen/ontgrendelen grootlicht (auto's met halogeen- elektrische verwarming....107, 231 aan de binnenzijde........
  • Pagina 442 11 Alfabetisch register Wielen Zwangere vrouwen, veiligheidsgordel..17 aanbrengen......... 344 Waarschuwingsgeluid reservewiel.......... 342 Collision Warning........ 176 sneeuwkettingen......... 340 velgen..........339 Waarschuwingslampje verwisselen......... 342 adaptieve cruisecontrol...... 153 Collision Warning........ 176 Wielen en banden........338 stabiliteits- en tractieregelsysteem..142 Winterbanden.......... 340 Waarschuwingslampjes Wisserbladen...........
  • Pagina 444 Volvo Car Corporation TP 16040 (Dutch), AT 1320, Printed in Sweden, Göteborg 2013, Copyright © 2000-2013 Volvo Car Corporation...