Rijden met een geopende
achterklep
Wanneer u met een geopende achterklep rijdt,
kunnen er giftige uitlaatgassen via de bagage-
ruimte de passagiersruimte in worden gezogen.
WAARSCHUWING
Rijd niet met een geopende achterklep. Via
de bagageruimte kunnen er giftige uitlaatgas-
sen in de auto worden gezogen.
Gerelateerde informatie
•
Lading vervoeren (p. 155)
Overbelasting - startaccu
De elektrische functies van de auto belasten de
startaccu in verschillende mate. Laat het con-
tactslot niet te lang achtereen in sleutelstand II
staan, wanneer u de motor hebt afgezet. Maak in
plaats daarvan gebruik van de stand I – het
stroomverbruik is dan minder, zie Contactslot-
standen - functies in verschillende standen
(p. 82).
Let er tevens op dat de verschillende accessoires
het elektrisch systeem belasten. Schakel onder-
delen/systemen die veel stroom nemen uit, wan-
neer u de motor hebt afgezet. Voorbeelden van
dergelijke onderdelen/systemen zijn:
•
interieurventilator
•
koplampen
•
ruitenwisser
•
audiosysteem (hoog volume).
Als de accuspanning laag is, verschijnt op het
informatiedisplay de melding
Accuspanning
laag Spaarstand
. De energiebesparingsfunctie
schakelt vervolgens bepaalde onderdelen/syste-
men uit of verlaagt de belasting van de accu door
bijvoorbeeld de interieurventilator lager te zetten
en/of het audiosysteem uit te schakelen.
–
Laad de startaccu dan op door de motor te
starten en deze minstens 15 minuten lang te
laten lopen – de accu wordt beter opgeladen
tijdens het rijden dan bij stilstand met een
stationair lopende motor.
STARTEN EN RIJDEN
Gerelateerde informatie
•
Startaccu - algemeen (p. 368)
303