•
Gebruik het uitrolsysteem Eco Coast
wordt niet meer op de motor afgeremd,
waardoor de bewegingsenergie van de auto
wordt gebruikt om de auto langer te laten
uitrollen.
•
Rijd in de hoogst mogelijke versnelling,
afhankelijk van de verkeerssituatie en de
weggesteldheid – lagere toeren leveren een
lager brandstofverbruik op. Maak gebruik van
de schakelindicator (p. 282)
9
•
Rijd met gelijkmatige snelheid en met voor-
uitziende blik om zo weinig mogelijk te hoe-
ven remmen.
•
Bij hoge snelheden neemt het brandstofver-
bruik toe – de luchtweerstand neemt toe
naarmate de snelheid stijgt.
•
Laat de motor niet stationair warmdraaien,
maar rijdt direct na het starten weg met nor-
male belasting; een koude motor verbruikt
meer brandstof dan een warme.
•
Houd de juiste bandenspanning aan en con-
troleer regelmatig of dat nog steeds zo is -
houd voor de beste resultaten de zogeheten
ECO-bandenspanning aan, zie Banden -
goedgekeurde bandenspanning (p. 413).
•
De bandenkeuze is mogelijk van invloed op
het brandstofverbruik – informeer bij uw dea-
ler naar passende banden.
8
Zie "Rijmodus ECO".
Geldt voor handgeschakelde versnellingsbak.
9
•
Gebruik geen winterbanden buiten het win-
8
. Er
terseizoen.
•
Neem geen spullen in de auto mee die u niet
gebruikt – hoe groter de belading, des te
hoger het brandstofverbruik.
•
Rem af op de motor, wanneer dat zonder
gevaar voor medeweggebruikers mogelijk is.
•
Lading op het dak en een skibox resulteren
in een grotere luchtweerstand waardoor het
.
brandstofverbruik toeneemt – verwijder last-
dragers die u niet gebruikt.
•
Rijd niet met open zijruiten.
Voor meer informatie, zie Milieubeleid (p. 23) en
Brandstofverbruik en CO2-uitstoot (p. 409).
WAARSCHUWING
Zet de motor nooit af tijdens het rijden (zoals
op een aflopende helling), omdat daarbij
belangrijke systemen zoals de stuur- en rem-
bekrachtiging wegvallen.
STARTEN EN RIJDEN
Rijden met een aanhanger
Tijdens ritten met een aanhanger moet u op
enkele dingen letten zoals de trekhaak, de aan-
hanger en hoe u de aanhanger laadt.
Het laadvermogen is afhankelijk van het rijklaar
gewicht van de auto. Het laadvermogen dient te
worden verminderd met de som van het gewicht
van eventuele inzittenden en dat van gemon-
teerde accessoires, zoals een trekhaak. Voor uit-
gebreidere informatie, zie Gewichten (p. 395).
Als de trekhaak door Volvo is gemonteerd, wordt
de auto compleet aangeleverd met de benodigde
randuitrusting voor het gebruik van een aanhan-
ger.
•
De trekhaak van de auto moet van een goed-
gekeurd type zijn.
•
Bij montage achteraf moet u contact opne-
men met uw erkende Volvo-werkplaats om te
controleren of uw auto van de nodige uitrus-
ting is voorzien om met een aanhanger te
kunnen rijden.
•
Verdeel de lading in de aanhanger dusdanig
dat de druk op de trekhaak de maximale
kogeldruk niet overschrijdt.
•
Verhoog de bandenspanning tot de aanbevo-
len druk bij maximale belading. Voor informa-
tie over de bandenspanning, zie Banden -
goedgekeurde bandenspanning (p. 413).
}}
311