Transpondersleutel -
personalisering*
Dankzij het sleutelgeheugen van de transponder-
sleutel zijn bepaalde instellingen van de auto te
personaliseren.
Het sleutelgeheugen is te gebruiken voor bijvoor-
beeld de elektrisch bedienbare* bestuurdersstoel
(p. 85).
Instellingen voor de buitenspiegels (p. 107),
bestuurdersstoel, stuurbekrachtiging (p. 190)
alsook de thema-, contrast- en kleurinstellingen
(p. 67) van het instrumentenpaneel zijn op te
slaan in het sleutelgeheugen afhankelijk van het
uitrustingsniveau van de auto.
1
U kunt de functie
activeren/deactiveren in het
menusysteem MY CAR. Voor een beschrijving
van het menusysteem, zie MY CAR (p. 115).
Bij een geactiveerde functie worden de instellin-
gen automatisch gekoppeld aan het sleutelge-
heugen. Dit betekent dat een wijziging in een van
de instellingen automatisch wordt opgeslagen in
het geheugen voor de desbetreffende transpon-
dersleutel.
1
Heet Autosleutelgeheugen in MY CAR.
Deze instelling is niet van invloed op de instellingen die zijn opgeslagen met de geheugenfunctie voor de elektrisch bedienbare stoel.
2
Instellingen vastleggen
Doe het volgende om de instellingen op te slaan
en gebruik te maken van het sleutelgeheugen in
de transpondersleutel:
1. Ontgrendel de auto met de transpondersleu-
tel met het geheugen waarin u de instelling
wilt opslaan.
2. Zorg dat het sleutelgeheugen altijd geacti-
veerd staat in het menusysteem MY CAR.
3. Verricht de gewenste instellingen van bij-
voorbeeld de stoel en de buitenspiegels.
4. De instellingen worden opgeslagen in het
geheugen van de actuele transpondersleutel.
De volgende keer dat u de auto ontgrendelt met
dezelfde transpondersleutel, nemen de stoel en
de buitenspiegels automatisch de standen in die
in het sleutelgeheugen opgeslagen zijn, op voor-
waarde dat deze zijn gewijzigd ten opzichte van
de vorige keer dat u deze transpondersleutel
gebruikte.
Noodstop
Als de stoel per ongeluk in beweging komt, kunt
u op een van de verstellingsknoppen of geheu-
genknoppen van de stoel drukken om de stoel
tot stilstand te brengen.
Om de stoel dan opnieuw in de in het sleutelge-
heugen vastgelegde stand te zetten moet u de
ontgrendelingsknop op de transpondersleutel
indrukken. Het bestuurdersportier dient daarbij
open te staan.
WAARSCHUWING
Beknellingsgevaar! Zorg ervoor dat kinderen
2
niet met de bediening spelen. Controleer of er
bij het instellen geen voorwerpen voor, achter
of onder de stoel liggen. Zorg dat geen van
de passagiers op de achterbank bekneld kan
raken.
Instellingen wijzigen
Als meerdere personen met elk hun eigen trans-
pondersleutel naar de auto lopen, nemen bijvoor-
beeld de bestuurdersstoel en de buitenspiegels
de stand in die ligt opgeslagen in de sleutel van
degene die het bestuurdersportier opent.
Als het bestuurdersportier bijvoorbeeld is
geopend door persoon A met
transpondersleutel A, maar persoon B met
transpondersleutel B zal gaan rijden, zijn de
instellingen als volgt te wijzigen:
•
Staand naast het bestuurdersportier of zit-
tend achter het stuur drukt persoon B op de
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
SLOTEN EN ALARM
}}
163