Rijden met een aanhanger -
handgeschakelde versnellingsbak
Wanneer u bij warm weer een aanhanger sleept
(p. 311) in heuvelachtig terrein, bestaat er
mogelijk gevaar voor oververhitting.
•
Laat de motor geen hogere toeren maken
dan 4500 omw/min (dieselmotoren:
3500 omw/min) - anders kan de olietempe-
ratuur te hoog oplopen.
Dieselmotor 5-cil.
•
Bij gevaar voor oververhitting dient u het
optimale motortoerental van
2300–3000 omw/min aan te houden voor
optimale koelvloeistofcirculatie.
Gerelateerde informatie
•
Handgeschakelde versnellingsbak (p. 281)
Rijden met een aanhanger -
automatische versnellingsbak
Wanneer u bij warm weer een aanhanger sleept
in heuvelachtig terrein, bestaat er mogelijk
gevaar voor oververhitting.
•
Een automatische versnellingsbak kiest altijd
de juiste versnelling voor het motortoerental.
•
Bij gevaar voor oververhitting gaat een waar-
schuwingssymbool op het instrumentenpa-
neel branden en verschijnt er een tekstmel-
ding op het informatiedisplay – volg het
gegeven advies op.
Steile hellingen
•
Blokkeer een automatische versnellingsbak
niet met een hogere versnelling dan de
motor "aankan" – rijden in een hoge versnel-
ling bij een laag motortoerental is niet altijd
zuinig.
Op een helling parkeren
1. Trap het rempedaal in.
2. Activeer de parkeerrem.
3. Zet de keuzehendel in stand P.
4. Haal uw voet van het rempedaal.
•
Zet de keuzehendel in de parkeerstand P,
wanneer u een automaat met aanhanger
parkeert. Gebruik altijd de parkeerrem.
•
Gebruik wielblokken, als u een auto met aan-
hanger op een steile helling parkeert.
STARTEN EN RIJDEN
Op een helling wegrijden
1. Trap het rempedaal in.
2. Zet de keuzehendel in de rijstand D.
3. Los de parkeerrem.
4. Haal uw voet van het rempedaal en rijd weg.
Gerelateerde informatie
•
Automatische versnellingsbak - Geartronic*
(p. 282)
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
313