BESTUURDERSONDERSTEUNING
BLIS - bediening
BLIS (Blind Spot Information System) is een
functie om u ondersteuning te bieden bij ritten in
druk verkeer op wegen met meerdere rijbanen in
dezelfde richting.
BLIS activeren/deactiveren
BLIS wordt geactiveerd bij het starten van de
motor wat bevestigd wordt door de controlelamp-
jes op de portierpanelen die één keer oplichten.
Knop voor activering/deactivering.
BLIS is te activeren/deactiveren met een druk op
de BLIS-knop op de middenconsole.
Bij bepaalde combinaties van opties is er geen
plek vrij voor een knop op de middenconsole - in
dat geval is de functie te bedienen via het menu-
26
systeem MY CAR
:
Zie voor informatie over het menusysteem MY CAR (p. 115).
26
244
•
Selecteer Aan of Uit met
Instellingen
Auto-instellingen
BLIS.
Bij deactivering/activering van BLIS dooft/brandt
het lampje in de knop en het instrumentenpaneel
bevestigt de wijziging met een displaymelding -
bij activering lichten de controlelampjes op de
portierpanelen eenmaal op.
Om de melding uit te schakelen:
•
Druk op de OK-knop van de linker stuurhen-
del.
of
•
Wacht zo'n 5 seconden - de melding ver-
dwijnt.
Wanneer BLIS werkt
Principe voor BLIS: 1. Zone in dode hoek. 2. Zone voor
snel naderende achterliggers.
Het BLIS werkt bij snelheden hoger dan
10 km/h (6 mph).
Het systeem reageert in de volgende gevallen:
•
de eigen auto wordt ingehaald door andere
voertuigen
•
de eigen auto snel wordt ingehaald door
andere voertuigen.
Wanneer BLIS een voertuig binnen zone 1 of een
snel naderende achterligger in zone 2 ontdekt,
brandt het BLIS-lampje op het portierpaneel
constant. Als u in deze stand de richtingaanwij-
zers activeert aan de kant waarvoor de waarschu-
wing wordt gegeven, schakelt het BLIS-lampje
over van constant branden op knipperen met een
feller licht.
WAARSCHUWING
BLIS werkt niet in scherpe bochten.
BLIS werkt niet als de auto achteruitrijdt.
Beperkingen
•
Vuil, ijs en sneeuw op de sensoren kunnen
voor functiebeperkingen zorgen en waar-
schuwingen onmogelijk maken. BLIS kan