Pagina 1
VOLVO C70 Instructieboekje WEB EDITION...
Pagina 2
BESTE VOLVO-BEZITTER, DANK U DAT U GEKOZEN HEBT VOOR VOLVO! Wij hopen dat u jarenlang rijplezier van uw Volvo zult hebben. Bij het ontwerp hebben veiligheid en comfort van u en uw pas- sagiers vooropgestaan. Een Volvo is een van de veiligste auto’s ter wereld.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Belangrijke informatie......... 8 Veiligheidsgordels........16 Overzicht auto’s met het stuur links..42 Volvo en het milieu........11 Airbagsysteem.......... 19 Airbags (SRS)..........20 Overzicht auto’s met het stuur rechts..44 Airbag (SRS) activeren/deactiveren*..23 Bedieningspaneel op bestuurdersportier.. 46 SIPS-airbags (zij-airbags)......
Pagina 4
Inhoud 03 Klimaatregeling 04 Interieur 05 Sloten en alarm Algemene informatie over de klimaatrege- Voorstoelen..........96 Afstandsbediening met sleutelblad..118 ling............82 Elektrisch bedienbare hardtop ....99 Privacy locking*........121 Elektronische klimaatregeling, ECC*..84 Windscherm*........... 104 Vergrendelingspunten......123 Luchtverdeling.......... 88 Interieurverlichting........
Pagina 5
Inhoud 06 Starten en rijden 07 Wielen en banden 08 Verzorging Algemene informatie....... 138 Algemene informatie....... 178 Schoonmaken......... 196 Tanken............ 140 Bandenspanning........182 Lakschade herstellen......200 Motor starten.......... 142 Gevarendriehoek* en reservewiel... 185 Roestwering..........201 Keyless drive*.......... 144 Wielen verwisselen........188 Handgeschakelde versnellingsbak..
Pagina 6
Inhoud 09 Onderhoud en service 10 Infotainment 11 Specificaties Volvo Service.......... 204 Algemene informatie....... 230 Type-aanduiding........264 Onderhoud..........205 Audiofuncties.......... 232 Maten en gewichten........ 266 Motorkap en motorruimte....... 206 Radiofuncties.......... 236 Motorspecificaties........268 Oliën en vloeistoffen....... 207 Cd-functies..........241 Motorolie..........270 Wisserbladen..........
Pagina 7
Inhoud 12 Alfabetisch register Alfabetisch register......... 284...
(bijvoorbeeld Audio- De uitrusting van de auto’s van Volvo hangt af instellingen van de verschillende behoeften op de diverse BELANGRIJK markten en de landelijke en/of regionale wet-...
Inleiding Belangrijke informatie Gevaar voor lichamelijk letsel Gevaar voor materiële schade. Informatie G031590 Zwarte ISO-symbolen in een oranje waarschu- Witte ISO-symbolen in een zwart symboolveld, Witte ISO-symbolen en een witte tekst/afbeel- wingsveld, witte tekst/afbeelding in een zwart witte tekst/afbeelding in een zwart tekstveld. ding in een zwart tekstveld.
Er komen genummerde en ongenummerde Er kunnen een of meer computers in uw Volvo pijlen voor. Ze worden gebruikt om een zitten die gedetailleerde informatie kunnen van de auto. Bepaalde accessoires werken bepaalde beweging weer te geven.
Zorg voor het milieu is een van de kernwaarden Alle Volvo-modellen gaan vergezeld van een U als bestuurder kunt uw steentje bijdragen van Volvo Car Corporation die van invloed zijn milieuverklaring (EPI of Environmental Product aan een verlaging van het brandstofverbruik.
Pagina 13
Het personeel in de werkplaatsen van • Rijd in de hoogst mogelijke versnelling. Textielnorm Volvo beschikt over de kennis en het gereed- Een lager toerental zorgt voor een lager Het interieur van een Volvo werd dusdanig schap om optimale zorg voor het milieu te kun- verbruik.
Pagina 14
• Hanteer afvalstoffen die schadelijk voor het milieu zijn, zoals accu’s en olie, op een milieuvriendelijke manier. Neem contact op met een erkende Volvo-werkplaats, als u niet zeker weet hoe u dergelijk afval moet verwerken. • Onderhoud uw auto regelmatig.
Pagina 15
Veiligheidsgordels................... 16 Airbagsysteem..................19 Airbags (SRS)..................20 Airbag (SRS) activeren/deactiveren*............23 SIPS-airbags (zij-airbags)................ 26 Opblaasgordijnen (DMIC)................ 28 WHIPS-systeem..................29 Roll-Over Protection System (ROPS)............31 Activering van de veiligheidssystemen........... 32 Crash mode..................... 33 Kinderen en veiligheid................34 Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Let erop dat: repareren. Neem contact op met een erkende Volvo-werkplaats. Als een veilig- • Remmen kan ernstige gevolgen hebben als de u geen klemmen of andere accessoires heidsgordel aan grote krachten heeft bloot- gebruikt waardoor u de veiligheidsgordel veiligheidsgordel niet wordt gedragen.
01 Veiligheid Veiligheidsgordels Het mag nooit over de buik omhoog kunnen Er gaan waarschuwingslampjes branden en er WAARSCHUWING glijden. De veiligheidsgordel moet zo strak worden geluidssignalen afgegeven wanneer De achterbank is bestemd voor maximaal mogelijk over het lichaam lopen zonder onno- iemand de gordel niet draagt.
01 Veiligheid Veiligheidsgordels De melding op het informatiedisplay, die aan- Gordelgeleider geeft welke veiligheidsgordels er gebruikt wor- den, is altijd beschikbaar. Druk op de knop READ om de opgeslagen meldingen te zien. Bepaalde markten Er gaat een waarschuwingslampje branden en er worden geluidssignalen afgegeven wanneer de bestuurder de gordel niet draagt.
IC-systeem. Neem zo spoedig mogelijk branden, wanneer u de contactsleutel naar contact op met een erkende Volvo-werk- stand I, II of III draait. Het lampje dooft na ca. plaats. 6 seconden, wanneer de regelmodule heeft...
N.B. Reparaties mogen alleen door een erkende De reactie van de sensoren hangt af van de Volvo-werkplaats worden uitgevoerd. ernst van de aanrijding en van het feit of de Ingrepen in de airbags kunnen storingen in veiligheidsgordel aan de bestuurderszijde...
Pagina 22
01 Veiligheid Airbags (SRS) Airbag (SRS) aan de bestuurderszijde Airbag (SRS) aan de passagierszijde Positie van de passagiersairbag in een auto met het stuur links of rechts. Uw auto heeft behalve de veiligheidsgordel aan Als aanvulling op de veiligheidsgordel van de de bestuurderszijde ook een airbag (SRS - passagiersstoel heeft uw auto ook een passa- WAARSCHUWING...
Pagina 23
01 Veiligheid Airbags (SRS) WAARSCHUWING Zet nooit een kind in een kinderzitje op de passagiersstoel als de airbag (SRS) is geac- tiveerd. Laat kinderen nooit voor de passagierstoel zitten of staan. Personen kleiner dan 1,40 m mogen nooit op de passagiersstoel plaats- nemen als de airbag (SRS) geactiveerd is.
De airbag is geactiveerd. Met de schake- WAARSCHUWING staat. Volvo adviseert u het sleutelblad te laar in deze stand kunnen passagiers gro- Laat geen passagier op de passagiersstoel gebruiken om de stand te wijzigen.
Pagina 25
01 Veiligheid Airbag (SRS) activeren/deactiveren* Berichten WAARSCHUWING Geactiveerde airbag (passagiersstoel): Vervoer kinderen nooit in een kinderzitje of op een comfortkussen op de passagiers- stoel als de airbag geactiveerd is. Laat evenmin personen die kleiner zijn dan 1,40 m op deze stoel plaatsnemen. Gedeactiveerde airbag (passagiersstoel): Laat personen die groter zijn dan 1,40 m nooit plaatsnemen op de passagiersstoel...
Pagina 26
01 Veiligheid Airbag (SRS) activeren/deactiveren* N.B. Bij het omdraaien van de afstandsbediening naar stand II of III brandt ca. 6 seconden lang het waarschuwingslampje voor de air- bags op het instrumentenpaneel (zie pagina 19). Daarna gaat de indicator op de plafondcon- sole branden die de status van de passa- giersairbag aangeeft.
Leg geen voorwerpen tussen de stoelen en de portierpanelen, omdat dit gebied binnen de actieradius van de SIPS-airbag ligt. WAARSCHUWING Gebruik alleen door Volvo goedgekeurde Positie van de SIPS-airbags. stoelhoezen. Andere stoelhoezen kunnen Bij een aanrijding in de zij wordt een groot deel de SIPS-airbags in hun werking hinderen.
Pagina 28
01 Veiligheid SIPS-airbags (zij-airbags) leeglopen. De SIPS-airbag wordt normaal gesproken alleen opgeblazen aan de kant van de aanrijding. Positie van sticker voor airbag aan bestuurders- zijde, auto met het stuur links. Passagiersplaats, auto met het stuur links.
Ze kunnen daarbij hun beschermende den door sensoren geactiveerd, als de auto in werking verliezen. Er mogen uitsluitend ori- ginele Volvo-onderdelen, bestemd voor de zij wordt aangereden of als de auto het montage op deze plaatsen, worden risico loopt te kantelen. Bij activering worden gebruikt.
Breng nooit zelf wijzigingen in de stoel of het zo klein mogelijk houden. WAARSCHUWING WHIPS-systeem aan en probeer ze nooit zelf te repareren. Neem contact op met een Het WHIPS-systeem vormt een aanvulling erkende Volvo-werkplaats. op de veiligheidsgordels. Draag altijd de vei- ligheidsgordel.
Pagina 31
Het WHIPS-systeem kan een deel van zijn beschermende eigenschappen hebben ver- loren, zelfs als de stoel ogenschijnlijk intact Neem contact op met een erkende Volvo- werkplaats om het systeem te laten contro- leren, ook na een lichte aanrijding van achteren.
Het maakt voor de activering van de rolbeugels niet uit of de hardtop geopend of gesloten is. Neem altijd contact op met een erkende Volvo- werkplaats, als het ROPS-systeem geacti- veerd werd.
• Laat de onderdelen van het veiligheidssys- WAARSCHUWING bij het opblazen van de airbags kan oog- en teem in de auto door een erkende Volvo- huidirritatie veroorzaken. Spoel bij irritatie werkplaats vervangen. De regelmodule van het airbagsysteem zit met koud water. De snelheid waarmee de in de middenconsole.
Laat de auto Auto proberen te starten altijd in een erkende Volvo-werkplaats con- Controleer eerst of er geen brandstof uit de troleren en naar NORMAL MODE resetten, auto is gelopen.
De veiligheidsuitrusting voor kinderen die Volvo biedt, is afgestemd op het gebruik in uw Positie van kinderzitjes auto. Door het gebruik van originele Volvo- Het volgende kan worden gebruikt: onderdelen bent u er zeker van dat de beves- Kinderzitjes en airbags gaan niet samen.
Pagina 36
01 Veiligheid Kinderen en veiligheid Plaats een kind altijd op de achterbank als de Sticker airbag WAARSCHUWING passagiersairbag geactiveerd is. Als de airbag Gebruik geen kinderzitjes met stalen beu- wordt geactiveerd, kan een kind aan de pas- gels of andere constructies die tegen de sagierszijde ernstig letsel oplopen.
Pagina 37
Plaats van kinderen in de auto Gewicht/Leeftijd Achterbank Voorstoel Groep 0 Volvo-kinderzitje – achterstevoren gemonteerd kinder- Volvo-kinderzitje – achterstevoren gemonteerd kinderzitje zitje bevestigd met veiligheidsgordel en bevestigings- bevestigd met veiligheidsgordel, bevestigingsband en max. 10 kg band. Gebruik een veiligheidskussen tussen het kinder- steun.
Pagina 38
Typegoedkeuring: E5 03139 (3–12 jaar) Voor informatie over een geactiveerde/gedeactiveerde airbag (SRS) (zie pagina 23). Neem contact op met een erkende Volvo-werkplaats om de bevestigingspunten te laten aanbrengen die nodig zijn om een achterstevoren gemonteerd kinderzitje op de achterbank te kunnen gebruiken.
Pagina 39
01 Veiligheid Kinderen en veiligheid Achter de onderkant van de ruggedeelten op WAARSCHUWING de beide buitenste zitplaatsen van de achter- Vervoer kinderen nooit in een kinderzitje of bank gaan de bevestigingspunten voor het op een comfortkussen op de passagiers- ISOFIX-systeem schuil. stoel als de airbag geactiveerd is Symbolen op de bekleding van de ruggedeel- Personen kleiner dan 1,40 m mogen nooit...
Pagina 41
Overzicht auto’s met het stuur links............42 Overzicht auto’s met het stuur rechts............. 44 Bedieningspaneel op bestuurdersportier..........46 Instrumentenpaneel................47 Controle- en waarschuwingslampjes............49 Informatiedisplay..................53 Elektrische aansluiting................55 Verlichtingspaneel................... 56 Linker stuurhendel................... 58 Rechter stuurhendel................61 Cruisecontrol*..................63 Toetsensets op stuurwiel*............... 65 Stuurwielverstelling, alarmlichten............
Pagina 42
I N S T R U M E N T E N , S C H A K E L A A R S E N B E D I E N I N G...
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Overzicht auto’s met het stuur rechts 21 22...
Pagina 46
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Overzicht auto’s met het stuur rechts Elektrische aansluiting en aansteker Gordelwaarschuwing en indicatie voor passagiersairbag Schakelaar, bediening hardtop Achteruitkijkspiegel Handrem Contactslot Bedieningspaneel, ruiten en buitenspie- Stuurhendel, links gels Dashboardkastje Toetsenset stuurwiel, links Portierhandgreep en vergrendelingsknop Instrumentenpaneel Controlelampje, vergrendeling Claxon en airbag...
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Instrumentenpaneel Snelheidsmeter Richtingaanwijzer, rechts Knop voor dagteller – Wordt gebruikt om korte afstanden te meten. Door kort op de Richtingaanwijzer, links Toerenteller – Geeft het motortoerental aan knop te drukken, kunt u van dagteller in duizenden toeren per minuut. wisselen.
Pagina 49
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Instrumentenpaneel Temperatuurmeter – De temperatuurmeter van het koelsysteem van de motor. Op het display verschijnt een melding, als de tem- peratuur abnormaal hoog is en de naald tot in het rode gebied uitslaat. Let erop dat bij- voorbeeld verstralers voor de luchtinlaat bij een hoge buitentemperatuur en een zware belasting van de motor het koelvermogen...
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Controle- en waarschuwingslampjes Functietest, lampjes Lampjes in het midden van het Wanneer het lampje brandt: dashboard Alle controle- en waarschuwingslampjes 1. Stop zo spoedig mogelijk. Rijd niet verder gaan branden, wanneer u de contactsleutel met de auto. voor het starten naar stand II draait.
Pagina 51
Storing in uitlaatgasreinigingssysteem is het brandstofpeil te laag. Tank 3. Als het lampje echter blijft branden, moet u dan zo spoedig mogelijk. de auto naar een erkende Volvo-werk- Storing in ABS plaats rijden om het ABS-systeem te laten Mistachterlicht controleren.
Pagina 52
Vul zo nodig olie bij. Als het lampje aanhanger defect. oplicht terwijl het oliepeil in orde is, moet u contact opnemen met een erkende Volvo- Handrem aangetrokken werkplaats. Het lampje brandt, wanneer de handrem is aangetrokken.
Pagina 53
Laat de auto dingen op het display: Laat de auto naar een erkende Volvo-werk- naar een erkende Volvo-werkplaats slepen BESTUURDERS- PORTIER OPEN, plaats slepen om het remsysteem te laten om het remsysteem te laten controleren.
HOUD Wanneer een waarschuwings- of controle- dellijk nakijken door erkende Volvo- lampje oplicht, verschijnt er tevens een aan- een erkende Volvo- werkplaats. Het vullende melding op het informatiedisplay. werkplaats. moment hangt af van de afgelegde Druk op de knop READ (1).
Pagina 55
CONTROL UIT Bezoek voor het motor stationair teits- en tractiere- onderhoud een draaien totdat de gelsysteem (zie erkende Volvo- melding verdwijnt. pagina 154 voor werkplaats. meer varianten). VERSN.BAK Kritieke storing. VERSN.BAKOLIE Laat de auto zo...
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Elektrische aansluiting 12V-aansluiting is, veert de knop automatisch uit. Haal de aan- steker uit de opening en gebruik het roodgloei- ende deel om bijvoorbeeld een sigaret mee aan te steken. U kunt de elektrische aansluiting voor verschil- lende accessoires gebruiken die op een span- ning van 12 V werken, zoals een mobiele telefoon of koelbox.
U kunt het automatische 1. Draai de contactsleutel naar stand II. ting van het display en het instrumenten- dimlicht zo nodig in een erkende Volvo-werk- paneel 2. Draai de verlichtingsdraaiknop (2) naar een plaats buiten werking laten stellen.
Pagina 58
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Verlichtingspaneel stuur toe te halen en de hendel weer los te Mistlichten Tankvulklep laten (zie pagina 58). Druk op de knop (5) om de tankvulklep te ope- N.B. nen, wanneer de auto onvergrendeld staat (zie De verlichting wordt automatisch uitgescha- pagina 128).
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Linker stuurhendel Standen stuurhendel Richtingaanwijzers Wisselen tussen groot licht en dimlicht Om het groot licht te kunnen inschakelen moet Onafgebroken serie knippersignalen de contactsleutel in stand II staan en de ver- Haal de stuurhendel omhoog of omlaag lichtingsdraaiknop in de eindstand (zie naar de eindstand (2).
Pagina 60
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Linker stuurhendel Boordcomputer* HUIDIG N.B. Het momentane (actuele) brandstofverbruik Als er een waarschuwingsmelding ver- wordt eenmaal per seconde berekend. De schijnt terwijl de boordcomputer in gebruik waarde op het display wordt om de paar is, moet u de melding bevestigen. Doe dat seconden bijgewerkt.
Pagina 61
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Linker stuurhendel N.B. Er kunnen onjuiste waarden verschijnen, als u bijvoorbeeld van rijstijl bent veranderd of een standverwarming op brandstof hebt gebruikt. Op nul stellen 1. Selecteer GEMIDDELDE SNELHEID GEMIDDELD 2. Reset met een druk op de knop RESET. Houd de knop RESET ten minste vijf seconden lang ingedrukt om de gemid- delde snelheid en het gemiddelde brand-...
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Rechter stuurhendel Ruitenwissers Ruiten-/koplampsproeiers Enkele slag Beweeg de hendel omhoog om U activeert de sproeiers van de voorruit en de een enkele slag te maken. koplampen door de hendel naar het stuurwiel toe te trekken. De wissers maken nog enkele slagen nadat u de hendel hebt losgelaten.
Pagina 63
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Rechter stuurhendel De draaiknop op het verlichtingspaneel in Draai het duimwiel omhoog voor een grotere BELANGRIJK stand 0: gevoeligheid en omlaag voor een lagere In automatische wasstraten: Schakel de gevoeligheid. (De wissers maken een extra •...
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Cruisecontrol* Inschakelen Snelheid verhogen of verlagen N.B. Een tijdelijke verhoging van de snelheid (korter dan een minuut) met het gaspedaal, zoals bij het inhalen, is niet van invloed op de instelling van de cruisecontrol. Als u het gaspedaal loslaat, neemt de auto automa- tisch de ingestelde snelheid weer aan.
Pagina 65
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Cruisecontrol* Snelheid hervatten – Druk op de knop om de eerder ingestelde snelheid te hervatten. Op het instrumentenpaneel ver- schijnt CRUISE ON Uitschakelen Druk op CRUISE om de cruisecontrol uit te CRUISE ON schakelen. verdwijnt van het instrumentenpaneel.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Toetsensets op stuurwiel* Toetsfuncties knop ENTER om het telefoonsysteem met de pijltoetsen te kunnen bedienen. Druk op EXIT. om de instellingen van het audiosysteem te hervatten. Met de onderste vier toetsen van de toetsenset op het stuurwiel kunt u zowel de radio als de telefoon regelen.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Stuurwielverstelling, alarmlichten Stuurwielverstelling Bij een voldoende krachtige aanrijding of een WAARSCHUWING krachtige remmanoeuvre worden de alarmlich- Stel het stuurwiel af voordat u gaat rijden en ten automatisch ingeschakeld (zie pagina 57). nooit tijdens het rijden. Controleer of het U kunt de functie uitschakelen met een druk op stuurwiel in de gekozen stand geblokkeerd de knop.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Handrem Handrem (parkeerrem) 3. Laat het rempedaal los en controleer of de auto volledig stilstaat. 4. Als de auto wegrolt dient u de handrem- hendel strakker aan te trekken. Zet de versnellingspook/keuzehendel bij het parkeren altijd in de 1e versnelling (handbak) of in stand P (automaat).
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Elektrisch bedienbare zijruiten Bediening Bestuurdersportier WAARSCHUWING Met de schakelaars op de portieren kunt u de Zorg er bij het sluiten van de zijruiten voor ruiten elektrisch bedienen. De ruiten zijn te dat kinderen of andere inzittenden niet bedienen wanneer de contactsleutel in stand bekneld kunnen raken.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Elektrisch bedienbare zijruiten omhoog. De elektrisch bedienbare zijruiten WAARSCHUWING komen steeds verder omhoog of omlaag Als er kinderen in de auto zitten: zolang u de schakelaar bedient. Let er bij het verlaten van de auto op dat u Automatische bediening de stroomtoevoer naar de elektrisch Druk een van de bedieningsknoppen (3)
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Achteruitkijkspiegel en buitenspiegels Achteruitkijkspiegel tisch gedimd. Het hendeltje (1) is niet aanwezig Kompas kalibreren op spiegels met autodimfunctie. Achteruitkijkspiegel met kompas* De aarde is in 15 magnetische zones verdeeld. Fel licht van achteren kan hinderlijke reflecties Het kompas is ingesteld op het geografische in de achteruitkijkspiegel veroorzaken en u ver- gebied waarin de auto werd afgeleverd.
Pagina 72
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Achteruitkijkspiegel en buitenspiegels 3. Houd het knopje (1) ten minste 3 seconden lang ingedrukt. Het nummer van de huidige magnetische zone verschijnt. 4. Druk herhaaldelijk op het knopje (1) totdat het nummer van de gewenste magnetische zone ( 1–15 ) verschijnt (zie de kaart met de...
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Achteruitkijkspiegel en buitenspiegels Buitenspiegels Elektrisch inklapbare buitenspiegels* Bij het parkeren of in nauwe straatjes kunt u de buitenspiegels inklappen. Dat is mogelijk als de contactsleutel in stand I of II staat. Spiegels inklappen 1. Druk tegelijkertijd op de knoppen L en R. 2.
Pagina 74
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Achteruitkijkspiegel en buitenspiegels 2. Klap de spiegels weer uit met behulp van Automatisch in-/uitklappen Achteruitkijkspiegel en buitenspiegels de knoppen L en R. De spiegels staan ver- Wanneer u de auto vanaf de afstandsbediening In bepaalde weersomstandigheden werkt de volgens weer in de neutrale stand.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Persoonlijke instellingen Bedieningspaneel.
Pagina 76
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Persoonlijke instellingen Mogelijke instellingen Menu sluiten: Klimaatinstellingen Voor sommige autofuncties zijn persoonlijke Houd de knop EXIT (C) ongeveer één Autom. blower afstellen instellingen mogelijk. Dit geldt voor de sloten seconde ingedrukt. Bij auto’s met elektronische klimaatregeling en de klimaatregelings- en audiofuncties.
Pagina 77
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Persoonlijke instellingen • achterblijft nadat de portieren van de buiten- Alle portieren - beide portieren en het kof- diening. U hebt de keuze uit de volgende ferdeksel ontgrendelen met één druk op de zijde zijn vergrendeld. U hebt de keuze uit opties: 30/60/90 seconden afstandsbediening.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening HomeLink EU* Algemene informatie Uiteraard kunt u de originele afstandsbedie- N.B. ningen naast HomeLink blijven gebruiken. HomeLink is dusdanig geconstrueerd dat het niet werkt als de auto van de buitenzijde WAARSCHUWING vergrendeld is. Als u HomeLink gebruikt om een garage- Let erop dat u de originele afstandsbedie- deur of toegangshek te bedienen, dient u ningen wel goed bewaart voor eventuele...
Pagina 79
02 Instrumenten, schakelaars en bediening HomeLink EU* perende lampje geeft aan dat HomeLink in deur, het toegangshek e.d. moet vervol- 7. Druk op de geprogrammeerde knop van gens geactiveerd worden bij het de “inleerstand” staat en klaar is voor pro- HomeLink terwijl de “inleerknop”...
Pagina 80
02 Instrumenten, schakelaars en bediening HomeLink EU* 3. Druk de te kopiëren knop op de originele Link-knop. Vervolg in dat geval de pro- Programmering wissen grammering als volgt. afstandsbediening in. Het controlelampje Het is alleen mogelijk de programmering van begint te knipperen. Laat beide knoppen alle HomeLink-knoppen tegelijk te wissen en 5.
Pagina 81
Algemene informatie over de klimaatregeling......... 82 Elektronische klimaatregeling, ECC*............84 Luchtverdeling..................88 Motor- en interieurverwarming op brandstof*......... 89 Extra verwarming op brandstof* (diesel)..........92 Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
R134a. Laat dergelijke (geldt alleen voor auto’s met ECC); Maak in eerste instantie gebruik van de ontwa- werkzaamheden over aan een erkende Volvo- • De door de timer geregelde recirculatie van semingsfunctie om condens van de binnen- werkplaats.
03 Klimaatregeling Algemene informatie over de klimaatregeling Blaasmonden in dashboard Zijruiten en schuifdak Voor een goede werking van de airconditioning Werkelijke temperatuur moet u de zijruiten en de hardtop gesloten hou- De ingestelde temperatuur komt overeen met den. de gevoelstemperatuur op basis van de heer- sende omstandigheden in en rond de auto wat Optrekken de luchtsnelheid, de luchtvochtigheidsgraad,...
03 Klimaatregeling Elektronische klimaatregeling, ECC* Bedieningspaneel AUTO Elektrische achterruit- en buitenspiegel- Wanneer de hardtop geopend is, komt er meer verwarming warme of koude lucht uit de onderste blaas- Ventilator monden in het interieur. Het vermogen van de Temperatuurknop klimaatregeling wordt bovendien beperkt, als Recirculatie/Interior Air Quality System het niet mogelijk is om voor compensatie te Functies...
Pagina 86
03 Klimaatregeling Elektronische klimaatregeling, ECC* 2. Ventilator Timer Draai aan de knop om de ven- Met de timerfunctie beperkt u (wanneer de Selecteer een van de volgende drie func- tilatorsnelheid te verhogen of recirculatiefunctie geselecteerd is) de kans op ties door verschillende malen op de recir- te verlagen.
Pagina 87
03 Klimaatregeling Elektronische klimaatregeling, ECC* Een symbool op het display boven het bedie- 4. Ontwaseming 7 en 8. Elektrisch verwarmde ningspaneel van de klimaatregeling en een U gebruikt de ontwaseming voorstoelen* brandend lampje in de bijbehorende knop om de voorruit en de zijruiten Doe het volgende om de voor- geven aan welke functie u hebt geselecteerd.
Pagina 88
03 Klimaatregeling Elektronische klimaatregeling, ECC* Uitschakeling verloopt handmatig of automa- Bij het starten van de motor wordt de laatst tisch. Druk voor handmatige uitschakeling op verrichte instelling hervat. de knop. Afhankelijk van de buitentemperatuur wordt de verwarming van de achterruit en de N.B.
03 Klimaatregeling Luchtverdeling Luchtverdeling Toepassing: Luchtverdeling Toepassing: Lucht naar de ruiten. Er komt Om snel te ontdooien Lucht naar de vloer en de rui- Om een comfortabel een bepaalde hoeveelheid en te ontwasemen. ten. Er komt een bepaalde klimaat en een goede lucht uit de blaasmonden.
03 Klimaatregeling Motor- en interieurverwarming op brandstof* Algemene informatie over Tanken Accu en brandstof verwarmingen Als de accu onvoldoende opgeladen is of als het brandstofpeil te laag is, wordt de standver- U kunt de standverwarming die de motor en warming automatisch uitgeschakeld en er ver- het interieur verwarmt meteen inschakelen of schijnt een melding op het display.
Pagina 91
03 Klimaatregeling Motor- en interieurverwarming op brandstof* Verwarming inschakelen Lampjes en displaymeldingen Display Betekenis Wanneer u de instellingen van een VERWARMING De verwarming werd van de timers of DIRECTE uitgeschakeld om te STOP – ACCUS- START activeert, gaat het infor- zorgen dat er vol- PANN.
Pagina 92
03 Klimaatregeling Motor- en interieurverwarming op brandstof* De interieurverwarming gaat van start, zodra 7. Druk op de knop RESET om de timers te N.B. de koelvloeistof in de motor de juiste tempe- activeren. Als u de klok van de auto bijstelt, worden ratuur heeft bereikt.
03 Klimaatregeling Extra verwarming op brandstof* (diesel) Extra verwarming (diesel) Bij koud weer moet de extra verwarming wel- licht worden ingeschakeld om de passagiers- ruimte voldoende te verwarmen. De extra verwarming wordt automatisch inge- schakeld wanneer er extra warmte nodig is terwijl de motor loopt.
04 Interieur Voorstoelen Zithouding Achterinstap Lendensteun wijzigen , aan de knop draaien. Hellingshoek rugleuning wijzigen, aan de knop draaien. Bedieningspaneel voor elektrisch bedien- bare stoel*. Hendel (2) is niet op alle stoelmodellen aanwe- zig. WAARSCHUWING Zet de bestuurdersstoel in de juiste stand en stel de veiligheidsgordel af (zie pagina 16) voordat u gaat rijden en nooit tijdens het rij- den.
Pagina 98
Vloermatten* Stoel naar achteren zetten: contactsleutel in stand I of II staat. Volvo biedt vloermatten die speciaal voor de 1. Houd de knop (2) ingedrukt totdat de stoel auto vervaardigd zijn. Voorkant zitting omhoog/omlaag de uitgangspositie bereikt.
Pagina 99
04 Interieur Voorstoelen geblokkeerd. Als dit het geval is, moet u het de instelling van de stoel onmiddellijk worden contact uitschakelen en enige tijd wachten beëindigd. voordat u de stoel opnieuw probeert te ver- Noodstop stellen. U kunt slechts één verstelfunctie van Als de stoel per ongeluk in beweging komt, de stoel tegelijk activeren.
Water op de hardtop kan bij het openen van sluiten. de hardtop de kofferbak en het interieur Volvo adviseert tevens het volgende: inlopen. • Vlakke ondergrond. • Uitvoering van de hardtopbediening in één vloeiende beweging.
Pagina 101
04 Interieur Elektrisch bedienbare hardtop Afdekking Hardtop openen en sluiten Laat de knop los, wanneer er een signaal klinkt en de melding DAK DICHT DAK OPEN het informatiedisplay verschijnt. WAARSCHUWING Trek nooit aan de ontkoppelingskabel voor het hydraulische systeem die onder het zit- gedeelte van de achterbank zit.
Pagina 102
(zie pagina 99). Zelfs als er aan de zijn servicewerkzaamheden door een voorwaarden is voldaan, bestaat er een • KOFFERBAKDEKSEL HELEMAAL erkende Volvo-werkplaats vereist. Desge- aanzienlijk gevaar voor materiële schade. wenst kunt u de auto afdekken zoals OPENEN – Open het kofferdeksel geheel.
• mogelijke schade aan de onderdelen van de hardtop. Reparaties mogen alleen door een erkende Volvo-werkplaats worden uitgevoerd. Dekplastic vastklemmen tussen wisserbla- Ingrepen in het hardtopsysteem kunnen den en voorruit storingen in de werking veroorzaken en lei- den tot ernstig letsel.
Pagina 104
04 Interieur Elektrisch bedienbare hardtop 4. Haal de buitenspiegel (3) door de opening en bevestig de haken (2) aan de voorste wielkuipen. 5. Klem het dekplastic tussen de wisserbla- den en de voorruit vast en trek het plastic strak, zodat er bij ieder wisserblad één vouw (1) ontstaat.
04 Interieur Windscherm* Algemene informatie N.B. Wees voorzichtig met de bekleding. U gebruikt de ritssluitingen van het wind- scherm om bagage op de achterbank te ver- voeren of deze te verwijderen. WAARSCHUWING Controleer of het windscherm goed vastzit. Het kan anders loskomen bij uitwijkma- noeuvres e.d.
04 Interieur Interieurverlichting • Leeslampjes voorin en de motor afgezet is en het contact in stand Make-upspiegel* 0 is gezet; interieurverlichting • de auto ontgrendeld is zonder dat de motor is gestart. Plafondverlichting De leeslampjes worden in- en uitgeschakeld met een druk op de bijbehorende knoppen op de plafondconsole.
04 Interieur Interieurverlichting Automatische verlichting De interieurverlichting gaat aan en blijft 5 minu- ten lang branden, wanneer een van de portie- Met de knop (2) (zie pagina 105) kunt u drie ren openstaat. verlichtingsstanden selecteren voor de verlich- ting in het interieur: Als u een bepaalde verlichtingsfunctie hand- matig inschakelt, zal deze na 5 minuten auto- •...
04 Interieur Opbergmogelijkheden in passagiersruimte Opbergvak in portierpaneel (eventueel Dashboardkastje Kledinghaak afsluitbaar*). Kledinghaak (alleen voor de lichtere kle- dingstukken) Opbergvak aan de voorkant van de voor- stoelzittingen Parkeerkaarthouder Dashboardkastje Bekerhouder (met schuifklepje*) Tunnelvak (bijvoorbeeld voor cd’s) Bekerhouder (met schuifklepje*) Opbergvak in zijpaneel achterin Hier kunt u bijvoorbeeld het instructieboekje en De hoofdsteun van de passagiersstoel is voor- Opbergvak aan de achterkant van de voor-...
04 Interieur Opbergmogelijkheden in passagiersruimte Opbergvak in portierpaneel Opbergvak in zijpaneel achterin Opbergvak onder de armsteun voorin U kunt het opbergvak openen door het onder U kunt het opbergvak openen en sluiten door Onder de armsteun zit een opbergvak. In de aan de voorkant op te tillen en sluiten door in het midden van de bovenkant ervan lichte deelbare armsteun zit tevens een kleiner...
04 Interieur Opbergmogelijkheden in passagiersruimte Bekerhouder in middenconsole Sluit het schuifklepje door het aan de voorkant beet te pakken en naar voren toe dicht te schui- ven. Opbergvak achter de handremhendel Het diepe vak biedt plaats aan 10 cd-hoesjes van standaardformaat. Om 10 hoesjes te kun- In het vakje onder het schuifklepje kan een nen opbergen dient u ze met de korte kant dubbele bekerhouder worden aangebracht.
04 Interieur Kofferbak Bagagewand Load Assist Sticker op bagagewand. Knop om de hardtop omhoog en omlaag te bren- De bagagewand heeft tot doel de hoeveelheid N.B. gen. bagage in de kofferbak dusdanig te beperken Een geopende hardtop ligt opgevouwen in de Bij een te grote hoeveelheid lading in de dat de hardtop ongehinderd kan bewegen.
Pagina 114
Bijpassende sjorbanden zijn ver- Wanneer de hardtop is uitgeklapt bij gebruik 3. Klap de bagagewand na het inladen weer krijgbaar bij de erkende Volvo-werkplaats. van Load Assist of als de beweging van de omlaag. hardtop werd onderbroken doordat er twee- maal op de knop werd gedrukt, mag u het 4.
04 Interieur Kofferbak Elektrische aansluiting in kofferbak Doorsteekluik Middelste ruggedeelte achterbank openen Trek aan het riempje dat aan de bovenkant van het middelste ruggedeelte zit om bij het luik te komen. Middelste ruggedeelte achterbank sluiten 1. Plaats het middelste ruggedeelte terug met de onderkant eerst.
Pagina 116
04 Interieur Kofferbak Haal de veiligheidsgordel een slag om de ski’s heen en steek de gesp op de gebrui- kelijke manier in de gordelsluiting. Als de auto is uitgerust met een skizak moet u de gordel door de handgreep ervan halen. WAARSCHUWING Zet de motor af en trek de handrem aan bij het in- en uitladen van lange voorwerpen.
Pagina 117
Afstandsbediening met sleutelblad............118 Privacy locking*..................121 Vergrendelingspunten................123 Keyless drive*..................124 Batterij in afstandsbediening..............127 Vergrendelen en ontgrendelen.............. 128 Alarm*....................132 Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Als een van de afstandsbedieningen zoek- De afstandsbedieningen bevatten afneembare raakt, moet u de auto samen met de resterende metalen sleutelbladen voor het mechanisch afstandsbedieningen naar een erkende Volvo- vergrendelen/ontgrendelen van het bestuur- werkplaats brengen. Ter voorkoming van dief- dersportier en het dashboardkastje.
Pagina 120
05 Sloten en alarm Afstandsbediening met sleutelblad Approach-verlichting – verlichting op (zie het volgende onderdeel en zie BELANGRIJK pagina 124); afstand inschakelen om het gebied rond de Het smalle gedeelte van de afstandsbedie- auto op een slecht verlichte parkeerplaats • het kofferdeksel handmatig te openen, als ning is extra gevoelig omdat zich daar de beter te zien.
05 Sloten en alarm Afstandsbediening met sleutelblad Portier ontgrendelen met sleutelblad Dashboardkastje vergrendelen Houd voor het ontgrendelen de omge- keerde volgorde aan. Als de centrale vergrendeling niet op de afstandsbediening reageert (omdat de batte- N.B. rijen bijvoorbeeld leeg zijn), kunt u het bestuur- dersportier op de volgende manier ontgrende- Met een afstandsbediening zonder sleutel- len en openen.
05 Sloten en alarm Privacy locking* Normale vergrendelingspunten bij centrale Dit betekent dat de afstandsbediening zonder N.B. vergrendeling met afstandsbediening. het sleutelblad alleen kan worden gebruikt om Op het informatiedisplay zal de tekst het alarm te activeren/deactiveren, de portie- Vergrendelingspunten bij een afstandsbe- KOFFERBAK APART DICHT VOOR ren te openen (A) en in de auto te rijden (B).
Pagina 123
05 Sloten en alarm Privacy locking* Privacy locking deactiveren Doe het volgende om de afsluitbare opberg- vakken weer op te nemen in de automatische functies van de centrale vergrendeling. 1. Steek het sleutelblad in het sleutelgat van het dashboardkastje en draai het 180 gra- den rechtsom.
05 Sloten en alarm Vergrendelingspunten Vergrendelingspunten voor transponder- Doorsteekluik sleutel. Kofferdeksel Portieren Voor een beschrijving van de verschillende Stuurslot opbergmogelijkheden (zie pagina 108). Doorsteekluik Kofferdeksel Vergrendelingspunten voor afstandsbe- diening met afsluitbare opbergvakken. Portieren Stuurslot Opbergbakken in portierpanelen...
05 Sloten en alarm Keyless drive* Vergrendelings- en startsysteem meer bijbestellen. Het systeem kan tot zes Wanneer de afstandsbediening weer in de auto zonder sleutel afstandsbedieningen met Keyless-functie han- is gelegd, verdwijnen de waarschuwingsmel- teren. ding en het geluidssignaal nadat een van de volgende handelingen is uitgevoerd: Afstandsbediening binnen een straal van •...
05 Sloten en alarm Keyless drive* Als er desondanks toch storingen optreden, Alle portieren moeten zijn gesloten, voordat u Als de Keyless-functie van de afstandsbedie- moet u de afstandsbediening en het sleutel- op de vergrendelingsknop drukt. Anders vindt ning om wat voor reden dan ook niet werkt, blad op de normale manier gebruiken (zie er geen vergrendeling plaats.
05 Sloten en alarm Keyless drive* Als de centrale vergrendeling niet op de Locatie antennes WAARSCHUWING afstandsbediening reageert (omdat de batte- Dragers van een pacemaker dienen min- rijen bijvoorbeeld leeg zijn), kunt u het bestuur- stens 22 cm afstand te houden tot de anten- dersportier op de volgende manier openen.
05 Sloten en alarm Batterij in afstandsbediening Batterij in afstandsbediening bijna leeg 1. Leg de afstandsbediening met de knoppen omlaag neer en werk de afdekking met een Wanneer de batterij bijna leeg is zodat de kleine schroevendraaier los. afstandsbediening niet langer optimaal func- tioneert, begint het informatiesymbool 2.
05 Sloten en alarm Vergrendelen en ontgrendelen Auto van de buitenzijde vergrendelen/ Kofferdeksel N.B. ontgrendelen Ook als er nog een portier of het kofferdek- Ontgrendelen Voor auto’s met Keyless drive-functie (zie sel openstaat is het mogelijk de auto te ver- Alleen kofferdeksel ontgrendelen: pagina 124).
Pagina 130
05 Sloten en alarm Vergrendelen en ontgrendelen Als het elektrisch systeem van de auto tijdelijk Auto van de binnenzijde vergrendelen/ Portieren openen niet werkt, kunt u het kofferdeksel ook mecha- ontgrendelen Als de portieren van de binnenzijde vergren- nisch openen met behulp van het afneembare deld zijn: sleutelblad van de afstandsbediening.
05 Sloten en alarm Vergrendelen en ontgrendelen Bij ontgrendelen vanaf de binnenzijde lichten Als u de portieren van de buitenzijde wilt ver- Tijdelijk deactiveren de lampjes tweemaal korte tijd op. grendelen terwijl er iemand in de auto achter- blijft, kunt u de Safelock-functie tijdelijk uit- schakelen.
Pagina 132
05 Sloten en alarm Vergrendelen en ontgrendelen worden ook deze uitgeschakeld (zie pagina 133). De volgende keer dat u de sleutel naar stand II draait, wordt het systeem gereset, waarna op het display van het instrumentenpaneel de melding Guard volledig verschijnt.
Als er een storing in het alarmsysteem is opge- af ter bevestiging dat het alarm is uitge- treden, verschijnt er een displaymelding. Neem schakeld en dat de portieren zijn ontgren- dan contact op met een erkende Volvo-werk- deld. plaats. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 134
05 Sloten en alarm Alarm* Automatische herinschakeling van het Afstandsbediening werkt niet Beperkt alarmniveau alarm De functie voorkomt dat u de auto per ongeluk verlaat zonder het alarm in te schakelen. Als u geen van de portieren noch de achterklep binnen twee minuten na uitschakeling van het alarm opent (en de auto werd met de afstands- bediening ontgrendeld), dan wordt het alarm...
Pagina 135
05 Sloten en alarm Alarm* Om te voorkomen dat het alarm afgaat wan- Als de auto is uitgerust met Safelock-functie, sirene afgaan en tegelijkertijd moeten alle neer u bijvoorbeeld een hond in de auto ach- wordt ook deze functie uitgeschakeld (zie richtingaanwijzers knipperen.
Pagina 136
05 Sloten en alarm Alarm* 5. Deactiveer het alarm door de auto via de afstandsbediening te ontgrendelen. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 137
Algemene informatie................138 Tanken....................140 Motor starten..................142 Keyless drive*..................144 Handgeschakelde versnellingsbak............145 Automatische versnellingsbak.............. 147 Remsysteem..................151 DSTC (stabiliteits- en tractieregelsysteem)*.......... 153 Parkeerhulp*..................155 BLIS*, Blind Spot Information System..........158 Slepen en bergen.................. 162 Starten met hulpaccu................165 Rijden met een aanhanger..............
06 Starten en rijden Algemene informatie Zuinig rijden Motor en koelsysteem Geopend kofferdeksel Zuinig rijden houdt in dat u anticiperend en In bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld tij- Rijd niet met een geopend kofferdeksel. Als u rustig rijdt, en uw rijstijl en snelheid afstemt op dens het rijden op steile hellingen en bij het toch en stukje met een geopende achterklep de verkeerssituatie.
06 Starten en rijden Algemene informatie Accu niet overmatig belasten BELANGRIJK De elektrische functies van de auto belasten de Er kan schade aan de motor ontstaan, als er accu in verschillende mate. Laat de contact- water in het luchtfilter dringt. sleutel niet te lang achtereen in stand II staan, Bij diepe waterpartijen kan er water in de als u de motor hebt afgezet.
06 Starten en rijden Tanken Tankvulklep openen 2. Draai de dop tot aan de aanslag voorbij de handmatig openen. Dit gaat het eenvoudigst weerstand. als de hardtop gesloten is. 3. Trek de dop uit de vulopening. 1. Verwijder de dekplaat waarmee het lamp- huis rechts in de kofferbak is afgedekt.
Pagina 142
Benzine BELANGRIJK Voeg nooit reinigende additieven (dopes) aan de benzine toe zonder het uitdrukkelijke advies van Volvo. Voor meer informatie over benzine (zie pagina 277). Dieselolie Bij lage temperaturen (–5°C tot –40°C) kan de paraffine in de dieselolie uitvlokken, wat aan- leiding kan geven tot startproblemen.
06 Starten en rijden Motor starten Voordat de motor wordt gestart Motor starten N.B. Trek de handrem aan. Benzine Als u bij strenge vorst een dieselmotor start zonder de voorgloeifunctie af te wachten, is Draai de contactsleutel naar stand III. Als Automatische versnellingsbak het mogelijk dat de automatische startfunc- de motor niet binnen 5–10 seconden aan-...
Pagina 144
06 Starten en rijden Motor starten III – Startstand WAARSCHUWING De startmotor wordt inge- Neem de contactsleutel nooit tijdens het rij- schakeld. Wanneer u nadat den uit het contactslot, ook niet als de auto de motor is aangeslagen de gesleept wordt. U loopt anders het gevaar sleutel loslaat, veert deze dat het stuurslot wordt geactiveerd, waar- automatisch terug naar de...
06 Starten en rijden Keyless drive* Algemene informatie Auto starten Starten met afstandsbediening Bedien het koppelingspedaal (auto met handbak) of het rempedaal (auto met auto- maat). Benzinemotor Druk op de startknop en draai deze naar stand III. Dieselmotor 1. Draai eerst de startknop naar stand II en wacht totdat het dieselcontrolelampje op het instrumentenpaneel (zie pagina 50) is gedoofd.
06 Starten en rijden Handgeschakelde versnellingsbak Schakelstanden, vijfversnellingsbak Schakelstanden, zesversnellingsbak Blokkering achteruitversnelling, (benzine) vijfversnellingsbak Om het brandstofverbruik zo laag mogelijk te De blokkering van de achteruitversnelling houden, moet u zoveel mogelijk gebruik maken Om het brandstofverbruik zo laag mogelijk te beperkt het risico dat u tijdens het vooruitrijden van hoge versnellingen.
Pagina 147
06 Starten en rijden Handgeschakelde versnellingsbak Schakelstanden, zesversnellingsbak Blokkering achteruitversnelling, Blokkering achteruitversnelling, (diesel) zesversnellingsbak (benzine) zesversnellingsbak (diesel) De blokkering van de achteruitversnelling De blokkering van de achteruitversnelling Om het brandstofverbruik zo laag mogelijk te beperkt het risico dat u tijdens het vooruitrijden beperkt het risico dat u tijdens het vooruitrijden houden, moet u zoveel mogelijk gebruik maken op normale snelheid onbedoeld de achteruit-...
06 Starten en rijden Automatische versnellingsbak Handmatig schakelen met Geartronic N.B. U moet het rempedaal bedienen om de keu- zehendel uit stand P te kunnen halen. In stand P is de versnellingsbak mechanisch geblokkeerd. Trek bij het parkeren altijd de handrem aan.
06 Starten en rijden Automatische versnellingsbak Handmatig schakelen met Geartronic Mechanische keuzehendelblokkering Kickdown Als u het gaspedaal volledig intrapt (tot voorbij Met de automatische versnellingsbak Geartro- de normale volgasstand), schakelt de versnel- nic kunt u ook handmatig schakelen. Bij het lingsbak automatisch terug naar een lagere loslaten van het gaspedaal wordt de auto op versnelling.
Pagina 150
06 Starten en rijden Automatische versnellingsbak Automatische schakelblokkering Automatische schakelblokkering 3. Houd het sleutelblad ingedrukt, terwijl u de deactiveren keuzehendel uit stand P haalt. Auto’s met een automatische versnellingsbak zijn uitgerust met een aantal speciale beveili- gingssystemen: Koude start Als u bij koud weer wegrijdt, is het mogelijk dat Sleutelblokkering, Keylock het schakelen ietwat stug gaat.
06 Starten en rijden Automatische versnellingsbak Lampje Display Rijeigenschappen Maatregel TRANSM. TE HEET REM AF Problemen om snelheid constant te hou- Versnellingsbak oververhit. Houd de auto den bij hetzelfde toerental. stil met het rempedaal Auto rijdt met hevige schokkerige bewe- Versnellingsbak oververhit.
06 Starten en rijden Remsysteem Rembekrachtiging Remkringen Als de remmen zwaar belast worden Als de auto rolt of wordt gesleept met een uit- Het nevenstaande symbool licht De remmen van de auto worden zwaar belast, geschakelde motor, moet u ongeveer vijfmaal op, wanneer er een remkring wanneer u in de bergen of op wegen met ver- zoveel druk uitoefenen op het rempedaal als...
Pagina 153
Als het remvloeistofpeil in dat zijn pulsaties voelbaar). geval in orde is, moet u de auto voorzichtig naar de dichtstbijzijnde erkende Volvo- 2. Stuur de auto in de rijrichting. Blijf druk op werkplaats rijden om het remsysteem te het rempedaal uitoefenen.
06 Starten en rijden DSTC (stabiliteits- en tractieregelsysteem)* Algemene informatie Beperkte functie beperkingen meer gelden voor de te geven hoeveelheid gas. Het stabiliteits- en tractieregelsysteem (STC/ DSTC, (Dynamic) Stability and Traction Con- Bediening trol) helpt de bestuurder voorkomen dat de Draai aan het duimwiel totdat het menu wielen doorslippen en verbetert de tractie van STC/DSTC verschijnt.
Pagina 155
Volvo-werkplaats rijden. • een lampje dat na het starten van de motor of tijdens het rijden oplicht duidt op een storing in het STC/DSTC-systeem.
De Park Assist is bedoeld als hulpmiddel tij- hanger achter de auto hebt hangen die met en rechterzijde. dens het parkeren. Geluidssignalen geven de een originele aanhangerkabel van Volvo afstand tot een waargenomen obstakel aan. aangesloten is. Park Assist aan de achterzijde...
Pagina 157
Park wordt het systeem gedeactiveerd. Het sys- Assist defect. Neem contact op teem wordt opnieuw geactiveerd bij snelheden met een erkende Volvo-werkplaats om het sys- lager dan 10 km/h. teem te laten repareren. Sensoren voor Park Assist.
Pagina 158
06 Starten en rijden Parkeerhulp* De sensoren werken alleen naar behoren, wan- neer u ze regelmatig schoonmaakt met water en autoshampoo. N.B. Vuil, sneeuw en ijs op de sensoren kunnen ten onrechte aanleiding geven tot waar- schuwingssignalen. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
06 Starten en rijden BLIS*, Blind Spot Information System Algemene informatie BLIS is een informatiesysteem dat de bestuur- Dode hoeken der in bepaalde omstandigheden waarschuwt, wanneer er zich een voertuig in de zogeheten dode hoek bevindt en in dezelfde richting rijdt. Het systeem werkt het best in druk verkeer op meerbaanswegen.
Pagina 160
06 Starten en rijden BLIS*, Blind Spot Information System Activeren/deactiveren WAARSCHUWING WAARSCHUWING BLIS werkt niet in scherpe bochten. Het systeem reageert niet op fietsers en bromfietsers. BLIS werkt niet wanneer u achteruitrijdt. De BLIS-camera’s kunnen hinder ondervin- Een brede aanhanger achter de auto kan het den van de aanwezigheid van felle licht- zicht ontnemen op andere voertuigen op bronnen of juist de afwezigheid van licht-...
Pagina 161
GEREDUCEERD Laat reparaties van de onderdelen van het Bij een storing in het BLIS-systeem ver- door bijvoorbeeld BLIS-systeem over aan een erkende Volvo- schijnt op het display de melding BLIS mist of fel zonlicht werkplaats. SERVICE VEREIST recht in de camera.
Pagina 162
06 Starten en rijden BLIS*, Blind Spot Information System Eigen schaduwen op grote, lichtgekleurde en gladde oppervlakken zoals geluidsschermen of betonnen wegen. Laag staande zon in de camera Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
06 Starten en rijden Slepen en bergen Starten met hulpaccu WAARSCHUWING BELANGRIJK Gebruik een hulpaccu als de startaccu dusda- Het stuurslot blijft in de stand staan die het Let erop dat u de auto altijd dusdanig weg- nig ontladen is dat de motor niet kan worden had toen de spanning werd verbroken.
06 Starten en rijden Slepen en bergen Sleepoog Gebruik het sleepoog als de auto over de weg Draai het sleepoog na gebruik los en leg het N.B. moet worden versleept. U bevestigt het sleep- weer op zijn plek. Bij sommige auto’s met een afneembare oog in de opening aan de rechterzijde van de Plaats de afdekking terug op de bumper.
Pagina 165
06 Starten en rijden Slepen en bergen Bergen Roep professionele hulp in voor berging. Berg de auto altijd zo dat de wielen in de rij- richting draaien. BELANGRIJK Auto’s met een automatische versnellings- bak mogen alleen worden geborgen met de aangedreven wielen geheven.
06 Starten en rijden Starten met hulpaccu Starten met een hulpaccu afzetten. Zorg ervoor dat de auto’s elkaar WAARSCHUWING niet raken. Accu’s kunnen het zeer explosieve knalgas 4. Sluit de rode startkabel aan tussen de plus- produceren. Een enkele vonk, veroorzaakt pool (1+) van de hulpaccu en de pluspool door een onjuiste aansluiting van de start- kabels, is voldoende om de accu tot ont-...
• Bij het gebruik van een aanhanger wordt de baar worden tijdens uitwijk- en remmanoeu- Als de trekhaak in een erkende Volvo-werk- motor zwaarder belast dan normaal. vres. plaats wordt gemonteerd, is de auto bij aanle- •...
2. Zet de keuzehendel in de parkeerstand P. grotere capaciteit. Informeer bij de dichtstbij- zijnde erkende Volvo-werkplaats naar de Op een helling wegrijden mogelijkheden voor uw auto. 1. Zet de keuzehendel in de rijstand D.
(zie pagina 170). WAARSCHUWING Let op het volgende als uw auto is uitgerust met de afneembare trekhaak van Volvo: • Volg de montagevoorschriften voor het kogelsegment nauwkeurig op. •...
06 Starten en rijden Trekhaak* Specificaties Afmetingen voor bevestigingspunten (mm) Vaste of afneembare trekhaak in standaarduitvoering 1160 Langsligger Middelpunt kogel Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
06 Starten en rijden Afneembare trekhaak* Kogelsegment monteren 2. Controleer of het mechanisme in de ont- 3. Controleer of het controlevenster (3) rood grendelde stand staat door de sleutel van kleur is. Als het venster niet rood van 1. Verwijder de afdekking door de pal in te rechtsom te draaien.
Pagina 172
06 Starten en rijden Afneembare trekhaak* 4. Breng het kogelsegment aan en duw het 5. Controleer of het controlevenster groen 6. Draai de sleutel linksom naar de vergren- naar binnen totdat u een klik hoort. van kleur is. delde stand. Neem de sleutel uit het slot. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
06 Starten en rijden Afneembare trekhaak* Kogelsegment verwijderen 7. Controleer of het kogelsegment vastzit 8. Veiligheidskabel. door het stevig omhoog, omlaag en naar 1. Steek de sleutel in het slot en draai deze achteren te bewegen. WAARSCHUWING rechtsom in de ontgrendelde stand. Let erop dat u de veiligheidskabel van de WAARSCHUWING aanhanger aan de daarvoor bestemde...
Pagina 174
06 Starten en rijden Afneembare trekhaak* 2. Druk de vergrendelingsknop (1) in en draai 3. Draai de vergrendelingsknop volledig 4. Duw de afdekking erop. deze linksom (2) totdat u een klik hoort. omlaag totdat deze niet verder kan. Houd de knop in deze stand vast terwijl u het kogelsegment schuin naar achteren toe omhoogtrekt.
06 Starten en rijden Lading vervoeren • Algemene informatie Zet alle bagage met riemen of bevesti- gingsbanden aan de verankeringsogen Het laadvermogen is afhankelijk van de extra vast. accessoires die op de auto gemonteerd zijn, zoals een trekhaak en zijn kogeldruk. WAARSCHUWING Het laadvermogen van de auto moet tevens Vergeet niet dat een voorwerp met een...
Xenon koplampen, moet u de lamp door verblindt. een erkende Volvo-werkplaats laten vervan- gen. Omdat de Bi-Xenon lampen voorzien Bij de juiste lichtbundel wordt ook de berm zijn van een ontstekingsgedeelte dat een beter verlicht.
Pagina 177
Algemene informatie................178 Bandenspanning................... 182 Gevarendriehoek* en reservewiel............185 Wielen verwisselen................188 Noodreparatie banden*................. 190 Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
07 Wielen en banden Algemene informatie Rijeigenschappen en banden Snelheidsaanduidingen Nieuwe banden De banden zijn van grote invloed op de rijei- De auto is voorzien van een typegoedkeuring Banden hebben een beperkte genschappen van de auto. Zowel het type, de voor de uitvoering waarin deze werd aangele- houdbaarheidsdatum.
Neem contact op met een erkende den daardoor overmatig slijten. Maak nooit Volvo-werkplaats als u niet zeker bent van de gebruik van sneeuwkettingen met zogeheten profieldiepte. snelsluitingen, omdat de ruimte tussen de...
Pagina 181
(Temporary Spare) tegelijk. ring. Lange wielmoer. N.B. Gebruik alleen velgen die getest en goedge- keurd zijn door Volvo en deel uitmaken van Dit type mag ook voor stalen velgen worden gebruikt. aanbod aan originele accessoires van Volvo. Er bestaan verschillende soorten wielmoeren...
Monteer de banden met het diepste profiel altijd op de achteras (om het gevaar voor slip- pen te verminderen). Neem contact op met een erkende Volvo- werkplaats als u niet zeker bent van de profiel- diepte. De pijl geeft de draairichting van de band aan.
07 Wielen en banden Bandenspanning Aanbevolen bandenspanning Op de sticker staan: bruik, de levensduur van de banden en de rij- eigenschappen van de auto. Wanneer u met • Bandenspanning bij gebruik van de aan- een te lage bandenspanning rijdt, kunnen de bevolen bandenmaat banden oververhit raken en kapotgaan.
Pagina 184
07 Wielen en banden Bandenspanning Bandenspanningstabel Type Bandenmaat Snelheid Belading (1–3 inzittenden) Max. belading (km/h) Achter (kPa) Voor (kPa) Achter (kPa) Voor (kPa) 215/55 R16 91W tot 160 2.4i 160+ 215/50 R17 91W tot 160 235/45 R17 94W 160+ 235/40 R18 91Y 215/55 R16 91W tot 160 2.0D...
Pagina 185
07 Wielen en banden Bandenspanning Type Bandenmaat Snelheid Belading (1–3 inzittenden) Max. belading (km/h) Achter (kPa) Voor (kPa) Achter (kPa) Voor (kPa) Alle Alle tot 160 Reserve- T125/85R16 99M tot 80 wiel In sommige landen wordt de bandenspanning ook wel in bar aangegeven in plaats van in pascal (1 bar = 100 kPa). ECO-bandenspanning (zie pagina 182).
07 Wielen en banden Gevarendriehoek* en reservewiel Gevarendriehoek Reservewiel en krik Positie, gereedschap voor noodreparatie banden. Volg de geldende bepalingen voor het gebruik van een gevarendriehoek*. Zet de gevarendrie- Originele krik hoek op een passend punt achter de auto op Gebruik de originele krik alleen voor het ver- om achteropkomend verkeer tijdig te waar- wisselen van banden.
Pagina 187
07 Wielen en banden Gevarendriehoek* en reservewiel Reservewiel en gereedschap Reservewiel en gereedschap. Het reservewiel* ligt in een opbergzak in de Stop de lekke band in de opbergzak en zet reservewielruimte in de kofferbak. In het mid- deze vast met de bevestigingsband. Let erop den van de wiel zit een zwart schuimrubber dat u bij het terugplaatsen de aanwijzingen op blok dat een krik en de sleutel voor de wiel-...
07 Wielen en banden Gevarendriehoek* en reservewiel Gereedschap, terugplaatsen BELANGRIJK Bewaar gereedschap en krik op de daar- voor bestemde plaats in de kofferbak wan- neer u ze niet nodig hebt. EHBO* Onder de vloer in de kofferbak ligt een EHBO- kit.
07 Wielen en banden Wielen verwisselen Wielen demonteren 2. Haal de handrem aan en schakel de eerste WAARSCHUWING versnelling in of zet de keuzehendel in Zet de gevarendriehoek op, als u een wiel langs stand P, als de auto een automatische ver- Leg nooit iets tussen de krik en de onder- een drukke weg moet verwisselen.
07 Wielen en banden Wielen verwisselen 7. Breng de auto zo ver omhoog dat het wiel van de grond komt. Verwijder de wielmoe- ren en til het wiel eraf. Wielen monteren 1. Reinig de contactvlakken op het wiel en de naaf.
De noodreparatieset wordt gebruikt om een lek noodreparatieset hebt gebruikt. Bezoek een Luchtslang te dichten alsook om de bandenspanning te erkende Volvo-werkplaats om de afge- controleren en zo nodig tijdelijk te corrigeren. dichte band te laten controleren (maximale Bus met afdichtmiddel De set bestaat uit een compressor en een bus rijafstand 200 km).
Pagina 192
Neem contact op met handmatig. Bij het indraaien van de bus spanning van de manometer af te lezen. De een erkende Volvo-werkplaats. wordt de verzegeling automatisch verbro- bandenspanning dient minimaal 1,8 bar en ken.
Bezoek een een pakking die lekkage tegengaat. Laat geen kinderen zonder toezicht in de erkende Volvo-werkplaats om de afge- auto achter, terwijl de motor loopt. dichte band te laten controleren (maximale 5. Schakel de compressor uit. Koppel de rijafstand 200 km).
07 Wielen en banden Noodreparatie banden* BELANGRIJK N.B. Er bestaat gevaar voor oververhitting. De Geef de bus af bij een inzamelingsstation compressor mag niet langer dan 10 minuten voor opslag van KCA. achtereen werken. 5. Pomp de band op tot de druk die in de bandenspanningstabel staat aangegeven.
Pagina 195
Schoonmaken..................196 Lakschade herstellen................200 Roestwering..................201...
08 Verzorging Schoonmaken • Auto wassen Droog de auto af met een schoon en zacht N.B. stuk zeemleer of een trekker. Was de auto zodra deze vuil geworden is. Reinig de wisserbladen en de voorruit regel- Gebruik autoshampoo. Vuil en strooizout kun- matig met een lauwe zeepoplossing of auto- WAARSCHUWING nen aanleiding geven tot corrosie.
Pagina 198
Verwijder asfalt- en teervlekken met de teer- BELANGRIJK koop van een nieuwe auto deze alleen met verwijderaar van Volvo of met terpentine. U de hand te wassen. Onderdelen van kunststof en rubber niet in kunt hardnekkige vlekken met een speciaal de was zetten of oppoetsen.
Pagina 199
De waterafstotende laag staat bloot aan Behandeling van vlekken op leren natuurlijke slijtage. bekleding BELANGRIJK De leren bekleding van Volvo is chroomvrij en N.B. Let erop dat de stoffen bekleding kan ver- voldoet aan de norm Öko-Tex 100. kleuren bij gebruik van materialen die afge-...
Voor het reinigen van interieuronderdelen en - panelen wordt een speciaal reinigingsmiddel geadviseerd dat verkrijgbaar is bij de erkende Volvo-werkplaats. Krab of wrijf nooit over een vlek. Gebruik nooit sterke vlekkenmiddelen. Veiligheidsgordel schoonmaken Gebruik water en een synthetisch wasmiddel...
08 Verzorging Lakschade herstellen Steenslagplekken en krassen wijdering van het vuil de ontbrekende deklak aan te brengen. De lak vormt een belangrijk onderdeel van de roestwering van de auto en moet daarom Als de steenslagplek tot op het blanke regelmatig worden gecontroleerd. Lakschade plaatwerk is doorgedrongen moet u meteen herstellen om roestvorming te 1.
De roestwering van de auto hoeft normaal gesproken pas na ca. 12 jaar te worden nabe- handeld. De auto moet daarna om de drie jaar een nabehandeling ondergaan. Neem contact op met een erkende Volvo-werkplaats, als de auto aan een nabehandeling toe is.
Pagina 203
Volvo Service..................204 Onderhoud.................... 205 Motorkap en motorruimte..............206 Oliën en vloeistoffen................207 Wisserbladen..................212 Accu...................... 213 Gloeilampen vervangen................ 215 Zekeringen.................... 221...
Bepaalde servicewerkzaamheden aan het zorgvuldig getest. De auto werd nogmaals elektrisch systeem van de auto kunnen alleen gecontroleerd naar de normen van Volvo Car worden uitgevoerd met speciaal ontwikkelde Corporation, net voordat de auto aan u werd elektronische apparatuur. Neem daarom altijd geleverd.
Vul bij met antivries Neem hiervoor contact op met de erkende bij temperaturen rond het vriespunt. Volvo-werkplaats. • Rem- en koppelingsvloeistof – De vloeistof moet tussen het MIN- en MAX-streepje WAARSCHUWING staan.
09 Onderhoud en service Motorkap en motorruimte Motorkap openen 1. Trek aan de ontgrendelingshandgreep Motorruimte Reservoir voor rem- en koppelingsvloeistof helemaal links onder het dashboard (of (auto met stuur rechts) Reservoir voor ruitensproeiervloeistof (4- helemaal rechts bij een auto met het stuur cil.) Vulopening voor motorolie* rechts).
Het is toegestaan een oliesoort te gebruiken met een hogere kwaliteit dan aangegeven. Voor ritten onder ongunstige omstandigheden adviseert Volvo u een oliesoort te gebruiken...
Om de aanbevolen service-intervallen aan sen. te kunnen houden dient u een goedge- Volvo adviseert u het oliepeil om de 2500 km keurde motoroliesoort te gebruiken. te controleren. De betrouwbaarste meting Gebruik alleen een oliesoort van de voorge- schreven kwaliteit (zie sticker in motor- wordt verkregen bij een koude motor vóór de...
09 Onderhoud en service Oliën en vloeistoffen Ruitensproeiervloeistof bijvullen komen dat de vloeistof in de pomp, het Oliepeil controleren bij een warme motor reservoir en de slangen bevriest. 1. Parkeer de auto op een vlakke ondergrond, zet de motor af en wacht ten minste 10–15 minuten zodat de olie naar het carter terug N.B.
Pagina 211
Als u het reservoir niet goed gevuld houdt, kan Gebruik altijd een koelvloeistof met de temperatuur in het systeem plaatselijk dus- roestwerende eigenschappen volgens de aanbevelingen van Volvo. danig hoog oplopen dat er gevaar voor schade (scheurvorming) aan de cilinderkop ontstaat. •...
09 Onderhoud en service Oliën en vloeistoffen Rem- en koppelingsvloeistof relatieve luchtvochtigheidsgraad rijdt, dient u controleren en bijvullen de remvloeistof ieder jaar te verversen. WAARSCHUWING Als de remvloeistof onder het MIN-streepje van het reservoir staat, mag u niet verder rijden voordat u remvloeistof hebt bijgevuld. Controleer tevens de oorzaak van het rem- vloeistofverlies.
09 Onderhoud en service Wisserbladen Wisserbladen 1. Klap de wisserarm omhoog. Wisserbladen voorruit vervangen 2. Druk op de knop die op de wisserbladbe- vestiging zit en trek het blad, evenwijdig aan de wisserarm, recht naar buiten (1). 3. Schuif het nieuwe wisserblad naar binnen (2) totdat het vastklikt.
09 Onderhoud en service Accu Onderhoud van de accu Symbolen op de accu Vermijd vonken en open De rijomstandigheden, de rijstijl, het aantal vuur. Draag een veiligheidsbril. startpogingen, de weersomstandigheden e.d. zijn van invloed op de levensduur en de wer- king van de accu.
Pagina 215
09 Onderhoud en service Accu 8. Til de accu uit de auto. Accu aanbrengen 1. Til de accu op zijn plaats. 2. Breng de klem aan waarmee de accu vast- zit. 3. Plaats het voorpaneel van de accubak terug. 4. Sluit de pluskabel aan. 5.
WAARSCHUWING Als de auto is voorzien van Bi- Xenon koplampen, moet u de Bi- Xenon lamp door een erkende Volvo-werk- plaats laten vervangen. Omdat de Bi- Xenon koplampen voorzien zijn van een ontstekingsgedeelte dat een hoge spanning opwekt, dient u er extra voorzichtig mee om te gaan.
09 Onderhoud en service Gloeilampen vervangen 5. Til het lamphuis naar buiten en leg het op 2. Duw de klemveer naar binnen/omhoog en Afdekking en gloeilamp vervangen een zachte ondergrond neer om krassen vervolgens iets naar rechts, zodat deze in 1.
09 Onderhoud en service Gloeilampen vervangen draai de lamphouder rechtsom. 3. Duw de lamphouder terug. U kunt hem Sidemarker slechts op één manier terugplaatsen. 3. Trek de lamphouder naar buiten toe en ver- vang de gloeilamp. Richtingaanwijzer 4. Plaats de lamphouder terug. U kunt hem slechts op één manier terugplaatsen.
Pagina 219
STORING LAMPJE/ CONTROLEER REMLICHT niet verdwijnt Lamphouder achterlamphuis nadat de kapotte gloeilamp is vervangen, verwijderen dient u een erkende Volvo-werkplaats te bezoeken. Positie van gloeilampen in achterlamphuis 1. Schakel alle lichten uit en draai de contact- sleutel naar stand 0.
09 Onderhoud en service Gloeilampen vervangen Mistachterlicht (één zijde) Kentekenplaatverlichting Instapverlichting Richtingaanwijzer Achteruitrijlicht N.B. De gloeilamp voor het mistachterlicht is slechts in een van de achterlamphuizen aanwezig. Dit is het linker achterlamphuis bij auto’s met het stuur links en het rechter achterlamphuis bij auto’s met het stuur rechts.
09 Onderhoud en service Gloeilampen vervangen Kofferbak Verlichting make-upspiegel* Spiegelglas aanbrengen 1. Duw eerst de drie borgnokjes aan de bovenkant van het spiegelglas weer terug. 2. Duw vervolgens de onderste drie vast. Interieurverlichting achterin 1. Steek een schroevendraaier achter het Spiegelglas verwijderen lamphuis en verdraai deze iets, zodat het 1.
Om te voorkomen dat het elektrisch systeem Bezoek in dat geval een erkende Volvo-werk- van de auto beschadigd raken door kortsluiting plaats voor een controle. of overbelasting, zijn alle verschillende elektri-...
19 – 36 zijn van type “MiniFuse”. • 7 – 18 zijn van het type “JCASE” en moeten worden vervangen door een erkende Volvo-werkplaats. • 1 – 6 zijn van het type “Midi Fuse” en moe- ten worden vervangen door een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 224
09 Onderhoud en service Zekeringen Koelventilator 50 A ABS-pomp 30 A Bedrading aanhanger* 40 A Stuurbekrachtiging (excl. ABS-ventielen 20 A Elektrisch bedienbare hard- 1,6 litermotor) 80 A 30 A Motorfuncties 30 A Voeding voor relais- en zeke- Voeding voor infotainment 40 A Ventilator klimaatregeling 40 A...
Pagina 225
09 Onderhoud en service Zekeringen Standverwarming op brand- Lambdasonde, vacuümpomp stof, interieurverwarming 20 A (benzine), regelmodule motor (diesel) 20 A Subwoofer 25 A Drukschakelaar klimaatrege- Motorregelmodule ECM (5- ling, bobines (benzine), gloei- cil. benzine) transmissie bougies en uitlaatgasreiniging (TCM) 10 A EGR (diesel) 10 A Motorsensor voor kleppen,...
09 Onderhoud en service Zekeringen Relais- en zekeringenkastje in passagiersruimte Het kastje biedt plaats aan 50 zekeringen. De 3. Klap het zekeringenkastje (3) tot halver- zekeringen zitten onder het dashboardkastje. wege omlaag. Trek het zo ver in de richting Er is tevens plaats voor een aantal reserveze- van de stoel dat het niet verder kan.
Pagina 227
09 Onderhoud en service Zekeringen Telefoon, audio, RTI SRS-systeem 10 A Regelmodule afstands- (optie) 15 A bediening, regelmodule Reservepositie sirene 10 A SRS-systeem, motorre- Extra verwarming voor gelmodule ECM (5-cil.) 10 A Diagnoseaansluiting, passagiersruimte, brand- remlichtschakelaar 15 A Elektrische aansluiting stoffilterrelais elektrische interieur 15 A...
Pagina 228
09 Onderhoud en service Zekeringen Reservepositie Reservepositie Voeding elektrisch Elektrische aansluiting bedienbare ruit, rechts- kofferbak, regelmodule achter 20 A accessoires (AEM) 15 A Lampje voor portierslo- Reservepositie ten, RTI Achteruitrijlicht Infotainment Reservepositie Regelmodule voor Info- Voeding elektrisch tainment (ICM), klimaat- bedienbare ruit, linksach- regeling 10 A...
Pagina 229
Algemene informatie................230 Audiofuncties..................232 Radiofuncties..................236 Cd-functies................... 241 Menusysteem, audiosysteem............... 244 Telefoonfuncties*.................. 245 Menusysteem, telefoon*............... 253 Bluetooth handsfree*................256 Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
10 Infotainment Algemene informatie • Infotainment bedieningspaneel en de toetsenset* op het Met EXIT (6) gaat u een stap terug binnen het menusysteem. Bij lang indrukken van stuurwiel (zie pagina 65). Op het display (2) ver- EXIT verlaat u het menusysteem. schijnen meldingen en informatie over de actieve functie.
Pagina 232
10 Infotainment Algemene informatie Dolby Surround Pro Logic II en het Dolby-logo zijn handelsmerken van Dolby Laboratories Licensing Corporation. Dolby Surround Pro Logic II System is vervaar- digd onder licentie van Dolby Laboratories Licensing Corporation.
10 Infotainment Audiofuncties Bediening audiofuncties pagina 65). Het volume wordt automatisch afgestemd op de snelheid van de auto (zie pagina 235). Geluidsbron kiezen Bij herhaalde malen indrukken van AM/FM loopt u de standen FM1, FM2 en AM door. Bij herhaalde malen indrukken van MODE loopt u de standen CD en AUX door.
Pagina 234
10 Infotainment Audiofuncties ingangsvolume van de externe geluidsbron Via de aansluiting in de middenconsole is het Als de auto is uitgerust met een toetsenset op aan te passen: mogelijk een iPod, een andere mp3-speler of het stuurwiel, kunt u ook via de toetsenset van een USB-geheugen aan te sluiten op het Info- track veranderen.
Pagina 235
10 Infotainment Audiofuncties • BALANS – Balans tussen luidsprekers iPod-speler Surround links en rechts. De iPod wordt bijgeladen en gevoed door het De Surround-instellingen zijn bepa- systeem middels de aansluitkabel. Als de bat- • SUBWOOFER * – Niveau voor de lageto- lend voor het ruimtelijke effect van de terij in de iPod echter helemaal uitgeput is, nenluidspreker.
Pagina 236
10 Infotainment Audiofuncties Equalizer vóór/achter AUTOM. VOLUMEREGELING Optimale geluidsweergave Het audiosysteem is gekalibreerd voor opti- Met de equalizer kunt u de niveaus voor de Automatische volumeregeling houdt in dat het male geluidsweergave met behulp van digitale verschillende frequentiebanden ieder apart volume van de beluisterde geluidsbron wordt signaalverwerking.
10 Infotainment Radiofuncties Bediening radiofuncties Zenders zoeken Voorkeurzenders vastleggen U kunt per frequentieband tien voorkeurzen- Automatisch zenders zoeken ders vastleggen. De FM-band heeft twee 1. Kies de frequentieband met AM/FM (1). geheugenbanken met voorkeurzenders: 2. Druk kort op . U kiest een voorkeurzender met de voorkeurtoetsen (2) of met de toetsenset op het Handmatig zenders zoeken stuurwiel.
10 Infotainment Radiofuncties volgens rechtstreeks te kiezen met de > De radio verlaat de automatische stand RDS-functies voorkeurtoetsen (2). waarna u de vastgelegde voorkeurzen- Radio Data System – RDS verbindt FM-zen- der kunt gebruiken. ders in een netwerk met elkaar. Een FM-zender Automatische vastlegfunctie beëindigen in een dergelijk netwerk verstuurt bepaalde Druk op EXIT (6).
Pagina 239
10 Infotainment Radiofuncties geeft de radio de voorgaande geluidsbron 6. Druk op ENTER. Verkeersinformatie, TP opnieuw weer op het volume dat u daarvoor Bij activering van deze functie wordt TP zoeken activeren/deactiveren had ingesteld. de weergave van de actieve geluids- De functie TP zoeken is handig wanneer u tij- bron onderbroken voor een uitzen- De programmafuncties alarm (...
Pagina 240
10 Infotainment Radiofuncties zending via de (actuele) zender die u beluistert 4. Ga naar PTY SELECTEREN Programmatype weergeven en druk op of via alle zenders. ENTER. Het is mogelijk het programmatype van de zen- > Er verschijnt een lijst met programma- der die u op dat moment beluistert op het 1.
Pagina 241
10 Infotainment Radiofuncties Automatische afstemfunctie, AF 3. Ga naar Regionaal RDS-functies resetten en druk op ENTER. Bij activering van functie AF wordt er automa- Met de functie Reset alles... kunt u alle tisch afgestemd op het sterkste signaal voor fabrieksinstellingen voor RDS herstellen. EON (Enhanced Other Networks) een bepaalde radiozender.
10 Infotainment Cd-functies Bediening cd-functies wordt de schijf weer ingenomen en verder Weergave starten (cd-speler) afgespeeld. Een eventuele muziek-cd in de speler wordt automatisch afgespeeld, wanneer u het audio- Met een korte druk op de uitwerpknop kunt systeem in de stand CD zet. Steek anders een u één enkele cd uitwerpen.
Pagina 243
10 Infotainment Cd-functies • RANDOM FOLDER houdt in dat de Navigeren en afspelen Cd doorzoeken muziekbestanden in een willekeurige map Als er een disc met muziekbestanden in de cd- Bij activering van deze functie worden van alle op de gekozen cd worden afgespeeld. speler zit, kunt u met ENTER de mapstructuur tracks/muziekbestanden op een cd de eerste weergeven.
10 Infotainment Cd-functies 2. Ga naar Random en druk op ENTER. 3. Ga naar Enkele disc en druk op ENTER. Wanneer u een andere cd kiest, wordt de func- tie gedeactiveerd. Tekst disc Eventuele trackinformatie op de muziek-cd kan via het display worden weergegeven Activeren/deactiveren 1.
10 Infotainment Telefoonfuncties* Overzicht – onderdelen van het telefoonsysteem Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 247
Onderdelen van het telefoonsysteem Laat reparatiewerkzaamheden aan het Simkaart telefoonsysteem over aan een erkende 1. Antenne Volvo-werkplaats. 2. Toetsenset op stuurwiel Noodoproepen Met de toetsenset kunt u de meeste functies Ook zonder een simkaart is het mogelijk het van het telefoonsysteem regelen (zie alarmnummer te bellen.
Pagina 248
10 Infotainment Telefoonfuncties* Verkeersveiligheid Navigatieknop – Navigeren in menu’s en Twee simkaarten tekenregels Veel netwerkproviders bieden een extra sim- Om veiligheidsredenen zijn delen van het kaart voor hetzelfde telefoonnummer aan. De menusysteem voor de telefoon niet toeganke- ENTER – Gesprek aannemen. Met een extra simkaart kunt u in de auto gebruiken.
10 Infotainment Telefoonfuncties* ENTER – Dezelfde functie als de overeen- standby Gesprekken aannemen komstige toets op het bedieningspaneel In stand-by is het mogelijk het audiosysteem te Zie menu-optie 4.3 zie pagina 253 voor het beluisteren in afwachting van een inkomend automatisch aannemen.
255). De functie geldt alleen voor het j k l 5 1. Begin twee telefoongesprekken. geïntegreerde telefoonsysteem van Volvo. 2. Druk op MENU of op ENTER. m n o 6 ñ ö ò Ø Tekst invoeren 3. Ga naar Koppelen en druk op ENTER.
10 Infotainment Telefoonfuncties* 3. Ga naar Nieuwe invoer 3. Ga naar Alles kopie en druk op en druk op ENTER. Knop Functie ENTER. 4. Ga naar SIM naar telefoon Telefoon + 0 @ * # & $ £ / % 4.
10 Infotainment Telefoonfuncties* One-key dial N.B. N.B. Aan de cijfertoetsen van de toetsenset (1–9) Na inschakeling van de telefoon duurt het Houd de gewenste letter/toets van de toet- kunt u een telefoonnummer koppelen van een enkele seconden, voordat u gebruik kunt senset ca.
Pagina 253
10 Infotainment Telefoonfuncties* Sms (Short Message Service) IMEI-nummer Om de telefoon te blokkeren moet u het IMEI- Sms lezen nummer van de telefoon aan uw netwerkpro- 1. Druk op MENU. vider doorgeven. Dit nummer is een serienum- mer bestaande uit 15 cijfers dat in de telefoon 2.
10 Infotainment Menusysteem, telefoon* Hoofdmenu 2.4. One-key bell 4.6.3. Niet beantw. Logboek 2.4.1. Actief 4.6.4. Niet bereikb. 1.1. Gem. oproep 2.4.2. Nummer kiezen 4.6.5. Faxoproepen 1.2. Ontvangen oproepen 2.5. SIM wissen 4.6.6. Data-gesprek 1.3. Gebeld 2.6. Wis telefoon 4.6.7. Alles annul. 1.4.
Pagina 255
10 Infotainment Menusysteem, telefoon* Beschrijving van menu-opties 1.5.2. Gespreksteller 2.7. Geheugengebr. Bekijken hoeveel geheugenposities er in 1.5.3. Totale tijd 1. Logboek beslag genomen worden in het geheugen van 1.5.4. Reset timers 1.1. Gemist de simkaart en in dat van de telefoon. In de tabel staat aangegeven hoeveel van de Lijst met gemiste oproepen.
Pagina 256
10 Infotainment Menusysteem, telefoon* 4.6.4. Niet bereikb. 5.3.2. Telefooncode. De fabrieksinstelling 4. Gespreksopties voor de telefooncode is 1234 geldt 4.1. Nummer verz. 4.6.5. Faxoproepen zolang u de code niet hebt gewijzigd. Aangeven of uw eigen telefoonnummer wel of 4.6.6. Data-gesprek niet op het telefoondisplay van de gebelde per- 5.4.
Voor informatie over de dan niet eerder aangesloten was. Als het de telefoons die compatibel zijn kunt u terecht eerste keer is dat u de mobiele telefoon aan- bij de erkende Volvo-werkplaats en sluit, dan moet u de onderstaande instructies www.volvocars.com. volgen: Alternatief 1 –...
Pagina 258
10 Infotainment Bluetooth handsfree* audiosysteem, terwijl de melding afzetten van de motor of het openen van een schijnen met hun Bluetooth -naam op het display. De handsfree-functie ver- Synchroniseert op het display staat. Voor portier meer informatie over het registreren van mobi- schijnt onder de Bluetooth -naam Wanneer de mobiele telefoon is losgekoppeld,...
Pagina 259
10 Infotainment Bluetooth handsfree* Audio-instellingen Ink.gesprekken Belsignalen Druk tijdens een gesprek op MENU of op U kunt een van de ingebouwde beltonen van Gespreksvolume de handsfree-functie kiezen onder ENTER om toegang te krijgen tot de volgende U kunt het gespreksvolume bijregelen wanneer functies: Hoofdmenu INSTELLINGEN TELEFOON...
Pagina 260
10 Infotainment Bluetooth handsfree* Meer informatie over registratie en 2. Druk op PHONE en kies een van de tele- Als het telefoonboek de contactgegevens aansluiting foons in de lijst. bevat van de persoon die belt, verschijnen deze op het display. Er kunnen maximaal vijf mobiele telefoons wor- Aansluiting is ook mogelijk via het menusys- den geregistreerd.
Pagina 261
10 Infotainment Bluetooth handsfree* Menusysteem, Bluetooth Gespreksopties Nummer voicemail. Als er nog geen nummer opgeslagen is, kunt u het Gemist bijbehorende menu openen door lang op 1 te Ontvangen oproepen drukken. Druk vervolgens lang op 1 om het Gemaakte oproepen ingevoerde nummer te gebruiken.
Pagina 266
11 Specificaties Type-aanduiding Wanneer u contact opneemt met de erkende Volvo-werkplaats of vervangende onderdelen of accessoires wilt bestellen, kan het handig zijn om de type-aanduiding, het chassisnum- mer en het motornummer bij de hand te heb- ben. Type-aanduiding, chassisnummer, maxi-...
11 Specificaties Maten en gewichten Maten Posi- Maten (mm) Posi- Maten (mm) Posi- Maten (mm) tie op tie op tie op afbeel afbeel afbeel ding ding ding Wielbasis 2640 Hoogte 1400 Breedte 1770 Lengte 4582 Hoogte ca. 2000 Breedte incl. buiten- 2025 spiegels Laadlengte, vloer,...
Pagina 268
11 Specificaties Maten en gewichten Gewichten Geremde aanhanger Bij het rijklaar gewicht zijn het gewicht van de Max. aanhanger- Max. kogeldruk bestuurder, dat van de brandstoftank die voor gewicht (kg) (kg) 90 % gevuld is en dat van de resterende oliën/ vloeistoffen e.d.
Pagina 270
11 Specificaties Motorspecificaties 2.0D Cilinderboring (mm) Slaglengte (mm) 88,0 93,2 93,2 93,2 Cilinderinhoud (liter) 2,00 2,40 2,40 2,40 Compressieverhouding 18,5:1 17,3:1 17,3:1 17,3:1 België Type-aanduiding, onderdeel- en serienummer van de motor vindt u op de motor (zie pagina 264).
Ze bieden de motor ligheid, het brandstofverbruik en de milieu- extra bescherming. impact is anders niet uitgesloten. Volvo Car Corporation wijst alle garantie- claims af bij gebruik van een motorolie die niet voldoet aan de voorgeschreven kwali- teits- en viscositeitseisen.
Pagina 272
11 Specificaties Motorolie Oliesticker Motoroliekwaliteit Motortype Bij te vullen hoe- Hoeveelheid veelheid tussen (liter) MIN en MAX (liter) B5244S5 B5244S4 2.4i B5254T7 Positie van oliesticker in motorruimte (zie pagina 207). Oliekwaliteit: ACEA A3/B3/B4 Viscositeit: SAE 0W-30 Bij ritten onder ongunstige omstandigheden ACEA A5/B5 SAE 0W-30 gebruiken.
Pagina 273
11 Specificaties Motorolie Motoroliekwaliteit Motortype Bij te vullen hoe- Hoeveelheid veelheid tussen (liter) MIN en MAX (liter) D5244T8 D5244T9 D5244T13 2.0D D4204T Positie van oliesticker in motorruimte (zie pagina 207). Oliekwaliteit: WSS-M2C913-B Viscositeit: SAE 5W-30 Bij ritten onder ongunstige omstandigheden ACEA A5/B5 SAE 0W-30 gebruiken.
Pagina 274
11 Specificaties Motorolie Motoroliekwaliteit Motortype Bij te vullen hoe- Hoeveelheid veelheid tussen (liter) MIN en MAX (liter) B5244S5 2.4i B5244S4 B5254T7 D5244T8 D5244T9 (Alleen België) Positie van oliesticker in motorruimte (zie D5244T13 pagina 207). Oliekwaliteit: ACEA A5/B5 Viscositeit: SAE 0W-30 Inclusief hoeveelheid in filter Geldt alleen voor Europa, voor de overige markten zie olie ACEA A3/B3/B4...
Om schade aan de versnellingsbak te voor- komen moet u de aanbevolen kwaliteit ver- snellingsbakolie gebruiken en geen ver- schillende merken met elkaar vermengen. Neem contact op met de dichtstbijzijnde erkende Volvo-werkplaats voor service, als er een andere oliesoort werd gebruikt. Versnellingsbakolie Systeem Hoeveelheid (liter) Aanbevolen kwaliteit 2.4 Handgeschakelde vijfversnellingsbak...
Pagina 276
Brandstoftank Zie de tabel onder Verbruik, uitstoot en tankinhoud. De waterkwaliteit dient te voldoen aan de norm STD 1285,1. Het gewicht hangt af van het motortype. Neem contact op met een erkende Volvo-werkplaats voor de juiste gegevens.
11 Specificaties Brandstof Verbruik, uitstoot en tankinhoud Motor Versnellingsbak Verbruik Uitstoot van kooldio- Tankinhoud (liter/100 km) xide (CO ) (g/km) (liter) B5244S5 Handgeschakelde vijfver- ca. 62 snellingsbak (M56) B5244S5 Automatische versnel- ca. 62 lingsbak (AW55-50/51) 2.4i B5244S4 Handgeschakelde vijfver- ca. 62 snellingsbak (M56H) 2.4i B5244S4...
Pagina 278
Het gebruik van extra accessoires kan de ver- Bij het gebruik van andere brandstoffen ver- vallen tevens de Volvo-garanties en even- bruikscijfers beïnvloeden, omdat de accessoi- Mocht u toch brandstof in de ogen krijgen, tuele aanvullende onderhoudsovereenkom- res het gewicht van de auto verhogen.
Pagina 279
Dit om optimale prestaties en een zo laag kwaliteitseisen die Volvo stelt en geven aan- leiding kan geven tot startproblemen. De grote mogelijk brandstofverbruik te verkrijgen.
Pagina 280
11 Specificaties Brandstof dit iets langer duren. Gedurende de regeneratie Condenswater uit brandstoffilter BELANGRIJK kan het brandstofverbruik ietwat stijgen. aftappen Als het filter helemaal met deeltjes gevuld is, Het brandstoffilter ontdoet de brandstof van Om de motor tijdens de regeneratie zwaarder kan het onbruikbaar worden.
11 Specificaties Katalysator Algemene informatie De katalysator heeft tot taak de uitlaatgassen te reinigen. De katalysator is dicht bij de motor in het uitlaatsysteem gemonteerd om snel op temperatuur te komen. De katalysator bestaat uit een monoliet (keramiek of metaal) met kana- len.
11 Specificaties Elektrisch systeem Algemene informatie bij het chassis en het motorblok als geleiders Let er bij het vervangen van de accu op, dat de worden gebruikt. nieuwe accu dezelfde koudestartcapaciteit en 12V-systeem met wisselstroomdynamo en reservecapaciteit als de originele accu heeft spanningsregelaar.
Pagina 283
11 Specificaties Elektrisch systeem Verlichting Vermogen (W) Soort Make-upspiegel* Buislampje Stadslichten/parkeerlichten vóór, sidemarkers vóór Mistlampen Verlichting dashboardkastje Buislampje Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
11 Specificaties Typegoedkeuring Afstandsbedieningssysteem Certificering Keyless drive Hierbij verklaart Siemens VDO Automotive Land en gebied A.G. dat de uitrusting van het type 5WK48952, 5WK48956, 5WK48812 in overeenstemming is A, B, CY, CZ, D, DK, met de essentiële eigenschappen en overige E, EST, F, FIN, GB, Hierbij ver- relevante bepalingen zoals beschreven in de...