Zoomen
Voor nauwkeurig manoeuvreren kunt u als volgt
inzoomen op de camerabeelden:
•
Druk op CAM of draai aan TUNE
- bij nogmaals indrukken/draaien springt u
terug naar de normaalweergave.
Eventuele andere opties liggen in een lus
- druk/draai totdat de gewenste camerabeelden
verschijnen.
Gerelateerde informatie
•
Park Assist-camera (p. 265)
•
Park Assist-camera - beperkingen (p. 269)
•
Parkeerhulp* (p. 260)
•
Actieve parkeerhulp (PAP)* (p. 269)
Park Assist-camera - beperkingen
N.B.
Fietsdragers of andere accessoires die achter
op de auto zijn gemonteerd, kunnen het zicht
van de camera belemmeren.
Waar u op moet letten
Let erop dat ook als het geblokkeerde gebied er
op het scherm relatief klein uitziet, het werkelijke,
verborgen gebied dusdanig groot kan zijn dat
obstakels pas worden geregistreerd wanneer u er
bijna bovenop zit.
•
Houd de cameralens vrij van vuil, sneeuw en
ijs.
•
Maak de cameralens regelmatig schoon met
lauw water en autoshampoo – wees voor-
zichtig om geen krassen in de lens te maken.
Gerelateerde informatie
•
Park Assist-camera (p. 265)
•
Parkeerhulpcamera - instellingen (p. 267)
•
Parkeerhulp* (p. 260)
•
Actieve parkeerhulp (PAP)* (p. 269)
BESTUURDERSONDERSTEUNING
Actieve parkeerhulp (PAP)*
De actieve parkeerhulp (PAP – Park Assist Pilot)
helpt u bij het parkeren door eerst te controleren
of het vak groot genoeg is en daarna het stuur-
wiel te draaien en de auto in het vak te parkeren.
Het instrumentenpaneel geeft met symbolen,
grafische beelden en teksten aan, wanneer u iets
moet doen.
De Aan/Uit-knop zit op de middenconsole.
N.B.
Wanneer het elektrische systeem van de auto
is geconfigureerd voor een trekhaak, wordt de
uitsteeklengte van de trekhaak meegerekend
bij het meten van de afstand tot obstakels
achter de auto.
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
}}
269