SLOTEN EN ALARM
Keyless Drive* - storingen in de
functie van de transpondersleutel
De Keyless-functies (p. 172) kunnen gestoord
worden door elektromagnetische velden en
afschermingen.
N.B.
Plaats/bewaar de transpondersleutel met
passieve start/ontgrendeling niet in de buurt
van een mobiele telefoon of metalen voorwer-
pen. Houd een minimale afstand aan van
10-15 cm.
Als er desondanks toch storingen optreden, is de
transpondersleutel en het sleutelblad te gebrui-
ken als een transpondersleutel in basisuitvoering
(p. 162).
Gerelateerde informatie
•
Transpondersleutel/PCC - batterij vervangen
(p. 171)
•
Keyless Drive* - veilig gebruik van de trans-
pondersleutel (p. 173)
•
Keyless Drive* -bereik transpondersleutel
(p. 173)
Geldt voor een transpondersleutel met PCC (Personal Car Communicator).
10
174
Keyless Drive* - vergrendelen
Auto's met Keyless start en ontgrendeling/
vergrendeling zijn voorzien van een aanraakge-
voelige zone op de buitenhandgreep van de por-
tieren alsook een met rubber beklede knop
naast het eveneens met rubber beklede drukpla-
tje op de achterklep.
Vergrendel de portieren en de achterklep door
een van de portierhandgrepen vast te pakken of
op de kleinste van de beide met rubber beklede
knoppen op de achterklep te drukken – de ver-
grendelingsindicatie (p. 165) onder aan de voor-
ruit gaat knipperen om aan te geven dat er ver-
grendeling heeft plaatsgevonden.
Alle portieren inclusief de achterklep moeten zijn
gesloten, voordat u de auto kunt vergrendelen –
de auto wordt anders niet vergrendeld.
N.B.
Als u (terwijl de motor is afgezet) de trans-
pondersleutel met Keyless-functie uit de auto
haalt en de auto niet vergrendelt door een
van de portierhandgrepen aan te raken of de
vergrendeltoets op de transpondersleutel te
bedienen, gebeurt het volgende:
Na ca. 1½–2 minuten wordt het alarm geacti-
veerd en gaat de alarmdiode op de voorruit
knipperen – het alarm staat daarmee op
scherp maar de auto is niet vergrendeld.
N.B.
Op auto's met een automatische versnellings-
bak moet de keuzehendel in de P-stand
staan. Anders kan de auto niet worden ver-
grendeld of op alarm worden gezet.
Gerelateerde informatie
•
Keyless Drive* (p. 172)
•
Alarmindicatie (p. 186)
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.