STARTEN EN RIJDEN
||
Voorwaarden
u rijdt achteruit met de auto.
de capaciteit van de startaccu is
onder de toelaatbare ondergrens
gedoken.
u grotere stuurbewegingen maakt.
het roetfilter van het uitlaatsysteem is
verzadigd – pas na een automatische
regeneratie (zie Roetfilter dieselmotor
(DPF) (p. 310)) wordt het tijdelijk uit-
geschakelde Start/Stop-systeem
opnieuw geactiveerd.
de weg is erg steil.
er is een aanhanger aangesloten op
het elektrische systeem van de auto.
de motorkap is ontgrendeld
de versnellingsbak is niet op de nor-
male bedrijfstemperatuur.
de atmosferische luchtdruk ligt onder
het niveau bij een hoogte van zo'n
1500–2500 boven zeeniveau. De
actuele luchtdruk varieert afhankelijk
van het weertype.
290
A
Voorwaarden
M/A
M + A
de file-assistent van de adaptieve
cruisecontrol is geactiveerd.
M + A
de keuzehendel wordt vanuit stand D
in stand R, S
M + A
A
M = handbak, A = automaatbak.
B
Auto met ECC.
M + A
C
Alleen bij bepaalde motoren.
D
Sportstand.
Gerelateerde informatie
•
Start/Stop* (p. 287)
•
Start/Stop* - werking en bediening (p. 288)
•
Motor starten (p. 278)
M + A
•
Start/Stop* - instellingen (p. 292)
M + A
•
Start/Stop* - automatische motorstart werkt
niet (p. 291)
M + A
C
•
.
Start/Stop* – automatisch motorstart
(p. 290)
A
•
Start/Stop* - onvrijwillige motorstop bij hand-
geschakelde versnellingsbak (p. 292)
A
•
Start/Stop* - symbolen en meldingen
(p. 294)
•
Accu - Start/Stop (p. 371)
M/A
A
A
D
of "+/-" gezet.
Start/Stop* – automatisch
A
motorstart
Een motor die automatisch afsloeg kan in
bepaalde gevallen automatisch worden gestart,
voordat u hebt aangegeven de rit te willen voort-
zetten.
In de volgende gevallen start de motor automa-
tisch, ook als u het koppelingspedaal niet hebt
bediend (handgeschakelde bak) of uw voet niet
van het rempedaal haalt (automaat):
Voorwaarden
de ruiten beslaan.
De omstandigheden in de passagiers-
ruimte wijken af van de ingestelde
B
waarden
.
er wordt tijdelijk veel stroom afgeno-
men of de capaciteit van de startaccu
is onder de toelaatbare ondergrens
gezakt.
u bedient het rempedaal met pom-
pende bewegingen.
De motorkap wordt ontgrendeld
De auto begint te rollen of vertoont
een geringe snelheidstoename, als de
auto automatisch is afgezet zonder
helemaal stil te staan.
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
A
M/A
M + A
M + A
M + A
M + A
C
M + A
.
M + A