Alarm - automatische activering
In bepaalde landen wordt het alarm (p. 185) na
enige vertraging automatisch ingeschakeld, wan-
neer het bestuurdersportier werd geopend en
gesloten maar daarna niet werd vergrendeld.
Gerelateerde informatie
•
Alarmsignalen (p. 187)
Alarmsysteem - transpondersleutel
defect
Als u het alarm (p. 185) niet kunt uitschakelen
met de transpondersleutel (als bijvoorbeeld de
batterij (p. 171) van de sleutel leeg is), kunt u de
auto als volgt ontgrendelen, het alarmsysteem
deactiveren en de motor starten:
1. Open het linker voorportier met het afneem-
bare sleutelblad (p. 175).
> Het alarmsysteem gaat af, de richtingaan-
wijzers knipperen en de sirene klinkt.
2. Steek de transpondersleutel in het contact-
slot.
> Het alarm wordt uitgeschakeld.
SLOTEN EN ALARM
Alarmsignalen
Wanneer het alarm (p. 185) afgaat, klinkt een
sirene en knipperen alle richtingaanwijzers.
•
Er klinkt een sirene totdat u het alarm uit-
schakelt. Bij inactiviteit gaat de sirene na 30
seconden lang automatisch uit. De sirene
heeft zijn eigen accu en werkt volledig onaf-
hankelijk van de startaccu in de auto.
•
Alle richtingaanwijzers knipperen totdat u het
alarm uitschakelt. Bij inactiviteit gaan ze na
vijf minuten automatisch uit.
187