Mistachterlicht
Bij een beperkt zicht door mist kunt u het mist-
achterlicht gebruiken om achterliggers tijdig op
uw aanwezigheid te attenderen.
Knop voor mistachterlicht.
Het mistachterlicht bestaat uit een lamp aan de
linkerzijde bij een auto met het stuur links en aan
de rechterzijde bij een auto met het stuur rechts.
Het mistachterlicht is alleen in te schakelen, wan-
neer de verlichtingsdraaiknop in stand
staat en het contactslot in de stand II of
wanneer de motor draait.
Druk op de knop voor in-/uitschakeling. Het con-
trolesymbool voor het mistachterlicht
het instrumentenpaneel en het lampje in de knop
branden, wanneer het mistachterlicht ingescha-
keld is.
Het mistachterlicht dooft automatisch bij een
druk op de START/STOP ENGINE-knop of wan-
neer u de verlichtingsdraaiknop naar
draait.
N.B.
De voorschriften voor het gebruik van een
mistachterlicht verschillen per land.
Gerelateerde informatie
•
Bedieningspaneel verlichting (p. 89)
of
op
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING
Remlichten
De remlichten gaan automatisch branden wan-
of
neer u remt.
Bij het bedienen van het rempedaal gaan de
remlichten branden. Ze gaan ook branden wan-
neer een van de rij-assistentiesystemen, Adap-
tieve cruisecontrol (p. 206), City Safety (p. 225)
of Collision Warning (p. 232) de auto afremmen.
Gerelateerde informatie
•
Bedrijfsrem - noodremlichten en automati-
sche alarmlichten (p. 300)
99