SLOTEN EN ALARM
||
Geactiveerd alarm uitschakelen
–
Druk op de ontgrendelingstoets op de trans-
pondersleutel of steek de transpondersleutel
in het contactslot.
Gerelateerde informatie
•
Alarmsysteem - automatische herinschake-
ling (p. 186)
•
Alarmsysteem - transpondersleutel defect
(p. 187)
186
Alarmindicatie
De alarmindicatie geeft de status aan van het
alarmsysteem (p. 185).
Dezelfde diode als de vergrendelingsindicatie (p. 165).
Een rode led op het instrumentenpaneel geeft de
status van het alarmsysteem aan:
•
De led is uit – het alarm is uitgeschakeld
•
De led licht om de twee seconden eenmaal
op – het alarm is ingeschakeld
•
De led knippert snel vanaf het moment van
uitschakelen van het alarm (tot aan het
moment dat u de transpondersleutel in het
contactslot steekt en sleutelstand I wordt
bereikt) – het alarm is afgegaan.
Alarmsysteem - automatische
herinschakeling
De automatische herinschakeling van het alarm
voorkomt dat u de auto verlaat zonder het alarm-
systeem (p. 185) uit te schakelen.
Als u geen van de portieren noch de achterklep
binnen twee minuten na uitschakeling van het
alarm opent wanneer de auto met de transpon-
dersleutel (p. 162) ontgrendeld (en het alarm
gedeactiveerd) werd, wordt het alarm automa-
tisch opnieuw ingeschakeld. De auto wordt
bovendien opnieuw vergrendeld.
Gerelateerde informatie
•
Alarm - automatische activering (p. 187)