WIELEN EN BANDEN
||
WAARSCHUWING
Rijd na het gebruik van de noodreparatieset
voor banden niet sneller dan 80 km/h
(50 mph). Volvo adviseert een bezoek aan
een erkende Volvo-werkplaats voor een
inspectie van de gerepareerde band (maxi-
maal 200 km rijden). Het personeel kan
bepalen of de band te repareren is of moet
worden vervangen.
Gerelateerde informatie
•
Noodreparatieset voor banden* - bediening
(p. 340)
344
Band oppompen met de
compressor uit de noodreparatieset
voor banden*
De originele banden van de auto zijn op te pom-
pen met de compressor uit de noodreparatieset
voor banden.
1. De compressor moet uitstaan. Zorg dat de
knop in stand 0 staat en neem de voedings-
kabel en de luchtslang erbij.
2. Draai het ventieldopje van de band los en
schroef de ventielaansluiting van de lucht-
slang tot aan de aanslag vast over de draad-
windingen van het bandventiel.
3. Sluit de voedingskabel aan op de dichtstbij-
zijnde 12V-aansluiting en start de auto.
WAARSCHUWING
Het inademen van uitlaatgassen kan levens-
gevaarlijk zijn. Laat de motor nooit draaien in
ruimten die afgesloten zijn of onvoldoende
ventilatie hebben.
WAARSCHUWING
Laat kinderen niet zonder toezicht in de auto
achter als de motor draait.
4. Schakel de compressor in door de knop in
stand I te zetten.
BELANGRIJK
Kans op oververhitting. De compressor mag
niet langer dan 10 minuten werken.
5. Pomp de band op tot de spanning die op de
bandenspanningssticker aan de binnenkant
van de portierstijl aan bestuurderszijde staat.
Laat lucht uit de band ontsnappen, als de
bandenspanning te hoog is.
6. Schakel de compressor uit. Koppel de lucht-
slang en de voedingskabel los.
7. Plaats het ventieldopje terug op de band.
Gerelateerde informatie
•
Noodreparatieset voor banden* (p. 339)
•
Noodreparatieset voor banden* - overzicht
(p. 340)
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.