Download Print deze pagina

Volvo V40 2016 Gebruikershandleiding pagina 102

Advertenties

INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING
Alarmlichten
De alarmlichten waarschuwen medeweggebrui-
kers doordat alle richtingaanwijzers gelijktijdig
knipperen, wanneer deze functie actief is.
Knop voor alarmlichten.
Druk op de knop om de alarmlichten te activeren.
Beide richtingaanwijzersymbolen op het instru-
mentenpaneel knipperen bij gebruik van de
alarmlichten.
De alarmlichten worden automatisch geactiveerd,
wanneer de auto zo sterk wordt geremd dat de
noodremlichten worden geactiveerd en de snel-
heid lager dan zo'n 10 km (6 mph) ligt.. De
alarmlichten blijven actief als de auto stilstaat en
worden vervolgens automatisch gedeactiveerd
als de auto weer wegrijdt of gedeactiveerd als de
knop wordt ingedrukt.
100
Gerelateerde informatie
Richtingaanwijzer (p. 100)
Bedrijfsrem - noodremlichten en automati-
sche alarmlichten (p. 300)
Richtingaanwijzer
De richtingaanwijzers van de auto zijn te bedie-
nen met de linker stuurhendel. De richtingaanwij-
zers knipperen driemaal of blijven knipperen,
afhankelijk van hoe ver u de hendel omhoog of
omlaag beweegt.
Richtingaanwijzer.
Korte serie knippersignalen
Haal de stuurhendel omhoog of omlaag naar
de eerste stand en laat de hendel vervolgens
los. De richtingaanwijzers lichten driemaal op.
U kunt het systeem activeren/deactiveren in
het menusysteem MY CAR, zie MY CAR
(p. 115).
Onafgebroken serie knippersignalen
Haal de stuurhendel omhoog of omlaag naar
de eindstand.

Advertenties

loading